Fabels
Jean De La Fontaine
Ed Franck (Auteur), Carll Cneut (Illustrator), William Shakespeare (Naar het werk van)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2013 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : FRAN XXL |
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2013 |
Kinderhoek :
|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2013 |
Woord Volwassenen Romans : FRAN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds, 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : FRAN |
em/ov/29 n
Shakespeare. Zijn toneelstukken mogen dan al zo'n 400 jaar oud zijn, ze worden nog altijd opgevoerd en verfilmd. Gelezen worden ze wellicht heel wat minder omdat ze nu eenmaal niet vlot lezen. Met zijn boek Te veel verdriet voor één hart wil Ed Franck daar iets aan doen. Hij hervertelde vier van Shakespeares tragedies: Hamlet, Othello, King Lear en Macbeth. Meteen vier topstukken waarin leven en dood, liefde en haat de hoofdrol spelen. De personages zijn verteerd en verblind door wraak en ontrouw, passie en machtswellust.
In Te veel verdriet voor één hart geen stroeve toneellijnen maar een vlot leesbare prozatekst met respect voor de thema's, psychologie, verhaallijnen en taalkleur. "Het boek is bedoeld voor mensen die geen tijd of zin hebben om zich door moeilijk leesbare teksten te wurmen, maar die toch nieuwsgierig zijn naar wat Shakespeare te bieden heeft", aldus de auteur.
Uitgeweken Geluwenaar Carll Cneut vangt de kern van elk verhaal in zijn expressieve illustraties. Met enkele rake trekken typeert hij de hoofdpersonages.
Annemie Leysen
em/ec/17 d
In de prachtige bundeling Hou van mij. De mooiste verhalen over liefde (2005) verzamelde Ed Franck schitterend bewerkte of opnieuw vertelde klassieke verhalen over beroemde paren en hun tragische liefdes. Te veel verdriet voor één hart, een hertaling van vier tragedies van Shakespeare, verscheen in dezelfde reeks. Ed Franck wilde 'Hamlet', 'Othello', 'King Lear' en 'Macbeth' verteerbaar maken voor volwassen en aankomende lezers van vandaag, door de theaterteksten in proza na te vertellen. Een interessant initiatief maar een heikele onderneming. Franck heeft zijn sporen als 'hertaler' en 'bewerker' al uitvoerig verdiend. Ook deze verhaalstof zet hij, als rasverteller die hij is, moeiteloos naar zijn hand. En toch. Het lijkt me haast onmogelijk om de oorspronkelijke sfeer en stijl van een Shakespearetragedie in een vlotjes verteld verhaal te laten overleven. Voor kenners wordt zo'n drastische bewerking algauw een gruwelijke verminking. Een "Oeps!" uit de mond van Hamlet is echt wel van het goede te veel, dacht ik. En King Lear laten "ophoepelen" is al helemaal een stijlbreuk van formaat. Een prachtig vormgegeven en geïllustreerd boek is het alleszins. Voor elk stuk introduceert Carll Cneut de dramatis personae op grote, copieuze bladzijden. De illustrator koos voor elk personage een aangepaste invulling en techniek. Collages, foto's en acryltekeningen wisselen elkaar af. Zo blijft Hamlet een schimmig gezicht tegen een zwarte achtergrond, en verdwijnt Ophelia's bleke gezicht haast in een zwarte jurk die overgaat in een donker decor. King Lear zie je in profiel in een zwarte collage, en zijn geliefde dochter Cordelia straalt in haar witte jurk tragiek en fragiliteit uit. Cneut laat, meer dan de hertaler overigens, veel aan de verbeelding van de kijker over.
Veerle Vanden Bosch
te/ep/05 s
Shakespeare was een van
de eersten die in de diepten van de menselijke geest zijn
afgedaald
U hebt al een hele reeks klassiekers bewerkt, van 'Dracula' tot Shakespeare. Waar komt die passie voor bewerkingen vandaan?
'Ik heb daar zowel een altruïstische als een egoïstische reden voor. Die beroemde boeken zijn niet voor niets klassiek. Ze behoren tot het erfgoed van de westerse cultuur. We vinden het nuttig om met kinderen naar gebouwen te kijken, en met hen naar musea, concerten, toneel en ballet te gaan, omdat we vinden dat ze met dat erfgoed moeten kennismaken. Ik vind dat ze evengoed moeten kennismaken met het erfgoed, afdeling boeken, maar dan in een haalbare vorm, en dan kom je bij het begrip bewerking uit. Sommigen vinden het bewerken van literaire klassiekers heiligschennis. Mijn antwoord daarop is heel praktisch: als we het niet doen, worden ze gewoon niet meer gelezen, en wat is dan de winst? Je hebt dan wel het heilige onaangetast gelaten, maar tot welk nut?'
'Als je jongeren bovendien geen goede bewerkingen voorschotelt, dan laat je het terrein over aan de nepcultuur. Dan krijgen ze het geserveerd in Disneyvorm, in stripverhaaltjes en tv-feuilletons, en dat is jammer.'
'De egoïstische reden is: omdat ik het graag doe. Ik ben een kameleonschrijver: ik probeer graag allerlei genres uit. Dat heeft als nadeel dat je je schrijftalent versplintert over een aantal domeinen, maar het heeft het grote voordeel dat je je nooit verveelt. Dan zijn die bewerkingen gefundenes Fressen. Je moet telkens weer in een ander boek, in andere personages, in een andere stijl duiken. Dat doe ik heel graag.'
Wat heeft Shakespeare te bieden dat jongeren kan aanspreken?
'Zijn grootste troef is dat hij al een modern schrijver is. Als je zijn werk vergelijkt met de oude Griekse tragedies, dan merk je het verschil: de Grieken hebben het over DE mens die strijdt tegen HET noodlot en daaraan ten onder gaat. Bij Shakespeare gaat het daar natuurlijk ook over, maar op een veel concreter niveau. Hij vult het decor meerkleuriger in, zijn verhaallijnen zijn concreter, en hij diept zijn personages psychologisch beter uit. Ze gaan evengoed ten onder - ook bij Shakespeare ligt het toneel op het eind vol lijken - maar je hebt het gevoel dat hij een schrijver van deze tijd is. Hij was een van de eersten die in de diepten van de menselijke geest zijn afgedaald. In die zin is hij modern. Hij heeft het over de essentie van het mens-zijn en van wat de mens beroert, met zijn illusies en zijn desillusies en zijn hartstochten, en dus kan hij niet verouderen. Waarom zou je hem dan niet lezen als hij in essentie hetzelfde te bieden heeft als moderne auteurs, gehuld in een kleedje dat, als je er eenmaal aan gewend bent, even bevallig en intrigerend is als het kleed van de moderne grootstad? Je hoeft niet zo'n grote stap te zetten om je thuis te voelen in een stuk van Shakespeare.'
Waarom hebt u precies deze stukken gekozen?
'Ik heb de tragedies uitgekozen die de meeste indruk op mij maakten. Het zijn ook de tragedies die het meest worden opgevoerd, bewerkt en verfilmd - op Romeo en Julia na, misschien. Ze verkennen de diepste spelonken van de menselijke ziel en dat spreekt me aan, want ik heb een nogal tragische kijk op het leven. Het is ook niet voor niets dat ik indertijd Abélard en Héloïse heb bewerkt. Ik vond die tragiek - ze konden bij elkander niet komen want het water was veel te diep - symbolisch voor de condition humaine. Die weemoed over het feit dat het leven nooit wordt zoals je zou willen dat het wordt, dat het maar dat is en niet meer dan dat, dat komt bij alle personages voor in mijn wat diepergravende boeken, in de bewerkingen die ik kies en natuurlijk ook in de tragedies van Shakespeare. Dus eigenlijk zijn al mijn boeken splinters van mijn eigen ik.'
U hebt van een toneeltekst een leestekst gemaakt. Hoe ingrijpend zijn de aanpassingen?
'De opdracht van de uitgeverij was om deze tragedies te bewerken voor volwassenen én voor oudere jeugd. Dan mag je hier en daar wel een helpend handje reiken, vind ik. Soms heb ik beschrijvende fragmentjes ingelast, want je mist natuurlijk het decor en de lichaamstaal van de acteurs. Verder heb ik overgangszinnen geschreven, omdat het ten slotte een verhaal moest worden. Maar dat noem ik niet echt iets toevoegen: dat noem ik smeermiddel spuiten om de onderdelen vlot in elkaar te laten overgaan.'
'Wel heb ik de diepere onderstroom van die tragedies verhelderd door de personages bepaalde dingen te laten denken. Want sommige personages gedragen zich bijzonder vreemd. Waarom behandelt Hamlet Ophelia als een slet? In de studies die ik heb doorploegd, merkte ik dat al die geleerde professoren het vaak absoluut niet met elkaar eens zijn en dat ze een aantal scènes en personages helemaal anders interpreteren. Dan moest ik kiezen voor de interpretatie die het dichtst bij mijn aanvoelen lag. Hier en daar heb ik mijn keuze verduidelijkt.'
Wat zijn de belangrijkste eigenschappen van een goede bewerker?
'Eerbied is het belangrijkste. Je moet jezelf niet beter vinden dan de schrijver die je bewerkt, en al zeker niet als het om Shakespeare gaat. Ik ben niet de arrogante bewerker die zegt: nu ga ik mijn eigen ding eens doen. Het laatste wat ik wil, is de schrijver verraden die zo goed is om mij zijn werk te lenen. Je moet respect hebben voor de verhaallijn, voor de karaktertekening, maar ook voor de taalsfeer. Natuurlijk kun je Shakespeares ronkende Engels niet altijd helemaal volgen. Ik heb het hier en daar misschien wat gematigd, maar wat er op papier staat, klinkt nog behoorlijk Shakespeariaans, vind ik.'
'Je moet de tekst ook afstemmen op je doelpubliek. Klassiekers waren oorspronkelijk bedoeld voor volwassenen en zijn geschreven in een taalidioom dat hedendaagse jongeren niets meer zegt. Dus je moet compromissen durven te sluiten. Durven zeggen: ja, je bent een groter schrijver dan ik, maar toch ga ik het nu anders doen. Je moet oude tradities durven aan te passen aan nieuwe tendenzen. Ik laat nooit iets weg, dat vind ik verschrikkelijk, maar ik durf wel sterk in te krimpen als het nodig is. Dat is ook een kwestie van gezond verstand.'
'Een derde eigenschap is vakmanschap. Je groeit daarin, je wordt zekerder in je keuzes. Het is zoals leren pottenbakken: je eerste pot lijkt in de verte op een asbak, de twintigste begint er als een pot uit te zien, de vijftigste wil je op je dressoir zetten.'
'Ik had me bij mijn eerste bewerking niet moeten wagen aan Shakespeare, want dat zou faliekant zijn afgelopen.'
Zitten er nog meer bewerkingen in de pijplijn?
'Ik ben nu bezig met Boccaccio, misschien wordt dat wel de laatste in de rij. Het wordt stilaan weer tijd voor een boek van mezelf. Want straks wordt het nog míjn tragedie dat mensen me zich herinneren als een bewerker en niet als een schrijver.'
31/12/2008
Ed Franck dankt zijn positie in de jeugdliteratuur in grote mate aan de vele bewerkingen die hij maakt van klassiekers. Hij put uit de klassieke oudheid, de middeleeuwen, de grote avonturenverhalen uit de 18e en 19e eeuw. Die klassiekers worden zo goed als niet meer in hun oorspronkelijke versie gelezen ? en al zeker niet door jongeren ? omdat ze gedateerd zijn en omdat de intenties van de schrijver niet stroken met de verwachtingen van een hedendaags (jong) publiek. Franck wil ze toegankelijk maken, wat vaak een drastische bewerking vraagt, maar hij streeft daarbij naar eigen zeggen wel altijd een zo groot mogelijke getrouwheid aan de brontekst na. Beslist een behartigenswaardig doel, maar ook een waar je hoe dan ook vragen bij kan stellen.
Een paar jaar geleden werden zes bewerkingen van Franck die eerder bij uitgeverij Averbode verschenen, gebundeld en opnieuw uitgegeven onder de titel Hou van mij : de mooiste verhalen over de liefde (Davidsfonds literair, 2005). Franck had de bewerkingen voor jongeren gemaakt (14+), maar ze werden heruitgebracht in een literair volwassenenfonds, in een bijzonder mooie uitgave, geïllustreerd door Carll Cneut. Volgens datzelfde concept is nu een tweede bundel verschenen, met nieuwe bewerkingen: Te veel verdriet voor één hart bevat prozabewerkingen van de vier Shakespeare-tragedies 'Macbeth', 'Hamlet', 'Othello' en 'King Lear'. Franck zoekt zijn publiek ? iet of wat oppervlakkig toch ? bij "mensen die geen tijd of geen zin hebben om zich door moeilijk leesbare teksten te wurmen, maar toch nieuwsgierig zijn naar wat Shakespeare te bieden heeft." Davidsfonds wedt met de uitgaven in deze serie zonder twijfel op twee paarden; Ed Franck heeft zijn sporen verdiend als bewerker voor de jeugd, dus zij zullen ook dit boek wel weten te vinden, en anderzijds is een fraaie uitgave als deze ook best aantrekkelijk voor een ruimer, volwassen publiek.
Deze prozabewerkingen kunnen een mooi voorspel zijn op de originele theaterteksten. Ze lezen bijzonder aangenaam en Franck heeft een mooi evenwicht gevonden tussen de Shakespeariaanse en hedendaagse taal. Stijl en toon kloppen, de dialogen lopen verrassend soepel en hoewel de structuur van de toneeltekst begrijpelijkerwijs hier en daar wat doorschemert, val je daar niet over. Franck is erin geslaagd Shakespeares tragedies een stuk dichter bij de lezer van vandaag te brengen en toch ook een zekere vreemdheid, een cultuurhistorische afstand te bewaren. Een afstand die ook noodzakelijk is, wil je het literaire werk het respect geven dat het toekomt.
Maar als lezer die een opstapje naar de lastig lezende toneelteksten hogelijk waardeert, maar wier interesse in Shakespeares werk wel verder gaat dan banale nieuwsgierigheid naar welke verhalen de man kon bedenken, was het mij liever geweest had Franck ook voor een referentiekader gezorgd waarbinnen ik zijn bewerkingen kan lezen. Hij geeft in zijn inleidende tekst zo goed als geen informatie over de manier waarop hij de tragedies benaderd heeft. Ik heb me alvast afgevraagd hoeveel Shakespeare in deze bewerkingen geboden wordt en hoeveel Ed Franck. Want dan mag hij nog zo beklemtonen dat alleen respect voor de oorspronkelijke tekst een bewerker kan "redden van verraad", het is duidelijk dat een prozabewerking maken van een theaterstuk ingrijpend is. Bovendien heeft Francks 'klassieke oeuvre' tot nu toe mij geleerd dat deze bewerker het doorgaans niet bij verhaaltechnische ingrepen houdt, maar ook graag aan stijl, toon en filosofie sleutelt. Het zijn vrijheden die een bewerker kan nemen, maar gezien hij ook trouw aan de brontekst zweert, mag de lezer wel weten hoever die trouw gaat. Tenslotte moeten de keuzes die gemaakt werden tegen 400 jaar Shakespeare-receptie gezien worden. Zo had ik bv. op z'n minst graag geweten op basis van welke vertaling(en) Franck gewerkt heeft, en wat de aard is van de afwijkingen van de brontekst en met welk doel dat is gebeurd. Of zijn ingrepen te verantwoorden zijn, is een kwestie die ik graag aan Shakespeare-kenners overlaat, maar ook de gewone lezer is gebaat met wat inzicht in de context waarbinnen deze teksten (de oorspronkelijke en de bewerkingen) tot stand zijn gekomen. Achter de lectuur en de keuzes die de bewerker maakt, ligt immers een wereld van reflectie. Interessant genoeg om de lezer daar enigszins te laten in delen, en hem zo ook een kijk te geven hoe Shakespeare volgens (of tegen) de conventies van zijn tijd aan literatuur deed en hoe een moderne schrijver daarmee omgaat.
Carll Cneut leidt elk van de tragedies in met een karakterportret van de belangrijkste spelers. Het dieprode omslag, gevolgd door een zwarte binnenkant, zet de toon voor de rest van de illustraties, die overwegend uit een combinatie van donkere tinten, zwart en rood bestaan. Dit zijn Shakespeare-tragedies tenslotte, noodlottige ontwikkelingen en fatale liefdes eindigen telkens opnieuw in bloed. Van koning Duncan, die al op de eerste pagina's van 'Macbeth' het leven inschiet bij de machtswellust van zijn gevolg, rest slechts een bloedende hand. Lady Macbeth, aanstichtster van al het bloed dat vloeit, schrijdt in fel rood getooid van het tafereel weg en heeft de dolk bij de hand, discreet maar gebruiksklaar. Macbeth, de man zonder persoonlijkheid, die moordt op aansturen van zijn vrouw, is slechts een schim van zichzelf, vagelijk op een wazige achtergrond geschetst, zij het in, jawel, bloedrode inkt. Zeer sterk vind ik de afbeelding van King Lear, de getormenteerde koning die zijn rijk verdeelt onder zijn hebzuchtige nageslacht en op het einde, waanzinnig geworden, door zijn nar gekroond wordt met een bloemenkrans. Cneut tekent de neergehaalde heerser in een zwart silhouet; het messcherpe gelaat, gekroond met de zachte kleurige bloemenkrans, vat subtiel maar onontkoombaar de dubbelheid, de verscheurdheid en de tragiek van het personage. [Jen de Groeve]
Drs. A.W.M. Duijx
Prozabewerking van de vier belangrijkste tragedies van William Shakespeare (Macbeth, King Lear, Othello en Hamlet), waarin de thema’s leven en dood, liefde en haat een belangrijke rol spelen. Daarnaast komen we motieven als wraak, ontrouw of macht in de verhalen tegen. De auteur is er goed in geslaagd om de toneelstukken om te zetten is goed leesbaar hedendaags proza, met behoud van het typische Shakesperiaanse taalgebruik. Net als bij het oorspronkelijk werk is er sprake van een goed volgehouden spanningsboog in de verhalen. De personages uit de verhalen worden in schitterende paginagrote, expressieve illustraties voor aanvang van elk verhaal voorgesteld. In het voorwoord wordt aangegeven waarom de auteur de tragedies in proza wilde omzetten, maar helaas worden de verhalen niet in een historische context geplaatst. De tragedies zelf worden in de oorspronkelijke versie niet veel meer gelezen en deze prozabewerking zou de interesse ervoor weer kunnen aanwakkeren, zowel bij jeugdigen als volwassenen. Vrij volle bladspiegel met tekst in een erg klein lettertype. Het kloeke boek is uitermate mooi vormgegeven. Vanaf ca. 15 jaar.
Magali Haesendonck
ua/an/22 j
In 2008 verscheen voor het eerst deze bewerking van Shakespeares tragedies. Hamlet, Othello, Macbeth en Koning Lear passeerden de revue in prozavorm. Nu is dit boek opnieuw beschikbaar in een makkelijker mee te nemen en lichtere uitgave in paperback. Tegelijkertijd verliest het een beetje van zijn oorspronkelijke klasse, maar de tekst en de illustraties maken nog altijd alles goed. Ed Franck doet recht aan Shakespeares originele teksten, ook al goot hij ze in prozavorm. Ook de illustraties van Carll Cneut weten de personages op een perfect Shakespeariaanse manier te vatten. De prenten zijn subtiel en allesomvattend tegelijk. Sommigen springen er echt uit, zoals de oudste, de jongste en de magerste uit Macbeth.
Dit duo was in 2008 al niet aan zijn proefstuk toe. Tevoren verscheen al 'Hou van mij', een bundel van de mooiste liefdesverhalen. Na de bundel met tragedies verscheen ook een bewerking van Chaucers Canterbury tales, Edgar Allen Poes griezelverhalen, en Boccaccio's Decamerone. Het bewijs dat deze authentieke teksten nog steeds een actuele interesse genieten. Ed Franck verklaart in zijn voorwoord hoe hij Shakespeares teksten toegankelijk wenste te maken voor een breder publiek, niet in de eerste plaats voor de grote specialisten. Daar is hij zeker in geslaagd, zonder het originele karakter echt te doorbreken.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.