Marja
Lies Bate
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
YOUNG ADULT : BATE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
YOUNG ADULT : BATE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : BATE |
31/12/2008
Kulders" zijn de Gentse weesjongens die in de jaren '30 in het Gentse kuldershuis woonden. Lies Bate portretteert hen als 'nestvallers', vogeljongen die te vroeg uit het nest gevallen zijn. In drie delen doen drie vroegere kulders verslag van hun jarenlange verblijf. Axel, de hoofdverslaggever en journalist peilt vooral naar de emoties en gevoelens van de kulders terwijl de stoere Geo, die via zijn zus Georginne ook over de "blauwe meisjes", de weesmeisjes, kan berichten, meer op feiten ingaat. Hun relaas is afgewisseld met brieven van Emma, eveneens een blauw meisje. Zij plaatste haar kleine broer Walter onder de bescherming Geo. In hun aangrijpende verslagen maken we kennis met andere kulders zoals tamboer Xavier, de ruige Carlos, met het personeel en met de levensomstandigheden. Je krijgt een indruk hoe zondagen verliepen, hoe bezoek geregeld werd, en je leert over de interne wetten en de onuitgesproken gedragscode van de jongens, waarbij vooral de regel van overleven gold. In impliciete zinnen en details heeft Lies Bate aandacht voor het schrijnende gevoel van verlatenheid van de kinderen en het gemis aan warmte, maar ook voor de samenhorigheid van de kulders buitenhuis. De rode draad in het verhaal is de fanfare, die voor vele kulders een uitwijkmogelijkheid en een deur op de wereld was. Hun hoogdag was het optreden op de laatste dag van de Gentse feesten. In het meisjestehuis, bij de blauwe meisjes, probeert Emma op haar manier een deur naar de wereld open te houden via de rijke familie van haar moeder. Daar slaagt zij uiteindelijk ook in, waardoor Geo haar als een verrader beschouwt.
In drie delen overspant het verhaal drie levensperioden: de scholieren (8 tot 14 jaar), de werkers (14 tot 18 jaar) en het laatste concert, dat staat voor het vertrek uit het kuldershuis. De drie vertellers brengen in elk van de delen een compilatie van anekdotes die op elkaar inspelen en zo een chronologisch sfeerbeeld van het kulders- en blauwe meisjeshuis brengen. Het verhaal dat zich binnen de ongetwijfeld overdachte en doorzichtige structuur ontwikkelt, laat een complexe indruk na. Via de verslaggevers stappen ook vele andere kulders met hun verdriet of problemen het verhaal binnen en af en toe krijgt men de indruk dat sommige gebeurtenissen onnodig opnieuw verteld worden.
Lies Bate concentreert zich terecht op het leven binnenin en direct rond het tehuis; ze schetst ook impliciet de armoede en wanhoop van de bevolking in het begin van vorige eeuw, maar ze ruimt weinig plaats voor een bredere historische situering. Wat mij betreft, mag die in een adolescentenroman wat meer aanwezig zijn. Het verhaal lees je als een treffend historisch sfeerbeeld. De schrijnende, confronterende verhalen wekken mededogen op en verdienen een plaats in het collectieve geheugen. [Jet Marchau]
Martijn Nicolaas
Het ‘kuldershuis’ was het weeshuis voor jongens in Gent. Als dat in 1947 afbrandt, besluit een van de jongens (ik-figuur) die in de jaren dertig in het weeshuis verbleef, zijn ervaringen op te schrijven. Hij neemt ook de ervaringen van een meisje dat in het meisjeshuis verbleef mee in zijn verhaal. Daarmee schetst hij een algemeen beeld van het harde leven van wezen, dat geregeerd werd door een streng regime, harde tucht en het recht van de sterkste. Het chronologische verhaal beslaat ongeveer zes jaar, kent niet echt een spanningsboog en bestaat voornamelijk uit korte dagelijkse schetsen uit - afwisselend - het kuldershuis en het meisjeshuis. De auteur baseerde zich op getuigenissen en vermeldt haar bronnen achterin. Daarnaast zijn verschillende ‘vlugschriften’ opgenomen met het programma van feesten waarop het wezenmuziekkorps optrad en voorin een namenlijst. Dit benadrukt het documentaire-achtige karakter van het boek. Ondanks dat biedt het verhaal veel couleur locale en overpeinzingen van opgroeiende jongeren. Vanaf ca. 14 jaar.
Erik Tassijns
ua/an/22 j
Nestvallers' is een boek over weeskinderen uit Gent in de jaren ’30 van de vorige eeuw. Jongens werden 'kulders' genoemd en meisjes 'blauwe meisjes'. Ze verbleven in aparte instellingen. De auteur heeft zich laten inspireren door getuigenissen en gegevens uit het archief Marcel De Bleecker (zelf ex-kulder). 'Nestvallers' vertelt het verhaal van Aksel, Geo, Walter (rechtstreeks) en van Emma en Georgine (onrechtstreeks via briefwisseling). Het goed geschreven boek bestaat uit korte verhalen, die goed weergeven wat kinderen op verschillende leeftijden (tot wanneer ze achttien jaar geworden zijn) meemaken. Jammer is wel dat de korte stukjes en brieven soms wel de vaart uit het verhaal halen. Het boek start met een ontmoeting tussen twee ex-kulders op een tentoonstelling. Blijkbaar lopen ze daar ook hun oud-directeur tegen het lijf. Dit is de aanleiding voor de ex-kulders om hun (soms heel) pijnlijke verhalen te vertellen. Dit perspectief wordt evenwel niet verder uitgewerkt (we krijgen geen dialoog tussen directeur (dader van veel onheil) en ex-kulders (slachtoffers). Het boek kan zeker beroeren en aanzetten geven tot boeiende gesprekken over heel wat maatschappelijke thema’s.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.