De nieuwe avonturen van Lester en Bob
Ole Könnecke
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : KLEUTER : NATUUR
Seizoenen - Weer |
3 items uitgeleend
|
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
VERDIEPING 0 : THEMACOLLECTIE ENKEL VOOR ONDERWIJS EN DIENST
Seizoenen - Weer |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
Kleuter : natuur
Seizoenen - Weer |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
KLEUTER : NATUUR
Seizoenen - Weer |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
KLEUTER : NATUUR
Seizoenen - Weer |
4 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Niet beschikbaar |
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE :
Seizoenen - Weer |
4 items magazijn |
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE :
Seizoenen - Weer |
31/12/2008
Op de eerste bladzijde van dit prentenboek zie je Anton met een grote hoop blaadjes. De jongen heeft ze bijna allemaal bijeengeharkt, maar één blaadje wil niet. De wind grijpt het immers vast, en Anton krijgt het niet te pakken. Samen met zijn vriendjes Lukas, Gina en Nina gaat hij achter het blaadje aan. Het wordt een avontuurlijke en grappige onderneming, die eindigt met limonade met koek. Na Anton en de meisjes (Gottmer, 2005) en Anton kan toveren (De Leeswolf 2007, p. 131), is er nu dit leuke boek over de jacht op een blaadje. Het boek is geschikt voor kinderen vanaf drie jaar en werd uit het Duits vertaald door Edward van de Vendel.
In 15 dubbele bladzijden wordt een uiterst eenvoudig verhaaltje verteld dat werd opgehangen aan een verrassende plot. De tekst is erg eenvoudig en haast poëtisch. Dat is zeker mooi, maar niet overal gepast. Anton is immers een kleuter waar kinderen zich gemakkelijk mee zullen identificeren, alleen spreken hij en zijn vriendjes helemaal niet zoals een kleuter, wat de betrokkenheid dan weer vermindert. Hetzelfde kan worden gezegd over de illustraties, die fris, naïef en inventief zijn, maar de lezer op een afstand houden. Je wordt als het ware uitgenodigd, maar verder dan het hekje mag je niet komen. Voor de tekeningen beperkte Ole Könnecke zich nl. tot een aantal kleuren: oranje, bruintinten en hier en daar wat blauw. Iedere lijn of vlak lijkt doordacht. De figuurtjes doen wat stripachtig aan, maar zijn wel geloofwaardig, en ze zijn zowel expressief in hun houding als qua mimiek. Er is een mooie afwisseling tussen lijnen en vlakken, wat het verhaal een bepaalde cadans geeft, die echt harmonieert met de tekst.
Omdat het boek een groot, vierkant formaat heeft, krijgen de illustraties genoeg ademruimte. De frisse wind en het herfstlicht zijn dan ook haast voelbaar aanwezig. Door de geslaagde bladschikking heb je na iedere bladzijde bovendien steeds weer zin om verder te gaan naar de volgende pagina. Opvallend is dat de figuurtjes steeds even groot blijven, wat dan weer een afstand inhoudt. Door de levensles ? wees tevreden met wat je hebt want door te focussen op details kan je alles weer verliezen ? die je tussen de regels krijgt, kan dit zowel oud als jong bekoren. Of je dit subtiele en gestileerde boek weet te waarderen, is echter erg subjectief. [Sandrine Lambert]
Inger Bos
Anton is terug. De hoofdfiguur uit ‘Anton kan toveren’* speelt nu in een herfstverhaal. Anton is blaadjes aan het harken en bijna klaar. Hij ziet nog een laatste blaadje vallen. Daar moet hij achteraan. Zijn vrienden Lucas, Gina en Nina willen hem wel helpen het blaadje te pakken te krijgen. In dit vierkante prentenboek vertelt de auteur in korte, krachtige zinnen hoe Anton en zijn vrienden met het laatste vallende blaadje bezig zijn. De zwarte, enigszins springerige letters ondersteunen het beeld van de bewegende herfstblaadjes. De tekeningen vertellen de rest van het verhaal, en meer. Op de sobere en tegelijkertijd zeer sterke illustraties in herfsttinten brengt een vallend blaadje de dynamiek; Anton komt de ene illustratie binnenrennen om op de volgende met zijn hark naar het blad de zwaaien. Die actie herhaalt zich bij de zandbak, op het veld en in het bos, en speelt zich vervolgens in omgekeerde volgorde af (vergelijkbaar met ‘Wij gaan op berenjacht’). De lezer voorziet al wat er gaat gebeuren; tekst en illustraties volgen in een letterlijk wervelende climax. Een waardige opvolger van 'Anton kan toveren', de winnaar van de Leespluim september 2007 en Prentenboek van het Jaar. Vanaf ca. 4 jaar.
Diane Thoné
ua/an/22 j
Ole Könnecke creëerde Anton in 2004. In dit boek werkt Anton in de tuin. Hij heeft al een hele hoop bladeren bijeengeharkt. En dan valt er nog een laatste blaadje van een boom. Net als Anton het bijna te pakken heeft, blaast de wind het weg. Dat kan natuurlijk niet: Anton gaat erachteraan. Maar op het laatste nippertje gaat de wind er weer mee vandoor. Zijn vrienden schieten hem ter hulp. Samen zullen ze dat tegendraadse blad wel te pakken kunnen krijgen. Plots draait de wind. De jacht gaat in omgekeerde richting verder. Als de gelegenheid zich voordoet om het blad te pakken, springen ze er alle vier op, en natuurlijk gooien ze zich daarbij op de grote hoop bladeren die Anton al bijeengeharkt had. Dat ze daardoor zijn werk teniet gedaan hebben, dan kan hen – Anton incluis – niets schelen, want de opdracht is volbracht: ze hebben (elk) het laatste blad te pakken, en daar was het toch om te doen. En nu is er limonade. Met koek. ‘Anton en de blaadjes’ illustreert met welk geduld en volharding kinderen soms aan het werk gaan. De grootte of het belang van de taak speelt daarbij geen enkele rol. Ze kunnen zich – in tegenstelling tot ons volwassenen – zo verliezen in details, dat ze daarbij het grote geheel uit het oog verliezen. Opdrachten afwegen, prioriteiten vastleggen, kinderen zijn daar niet mee bezig. En net daardoor kunnen ze zich zonder moeite in Anton herkennen. Volwassenen daarentegen zullen genieten van de kinderlogica. Könnecke tekent in een geheel eigen stijl. De bladvulling is uiterst minimalistisch: kleine figuurtjes tegen een witte achtergrond. Enkel het allernoodzakelijkste is aanwezig. Het kleurgebruik (warme herfsttinten), de mimiek en de lichaamstaal van de figuurtjes volstaan om het verhaal te vertellen. De tekst is uiterst gebald: er staat geen woord te veel. De illustraties spreken voor zich, de korte heldere zinnen zijn als off-screencommentaar bij wat er gebeurt. Dit is een prentenboek in de ware zin van het woord, waar niet alleen kinderen plezier aan zullen beleven.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.