Een goed leven : gelukkig zijn in tijden van zinsverduistering
Paul Tanghe
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lannoo, 2008 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 204 TANG |
31/12/2008
Na Toeternitoe (Lannoo, 2004), over de verwantschap tussen de kunstervaring en de religieuze ervaring, gaat de Vlaamse filosoof en economist Paul Tanghe nu specifiek in op het fenomeen 'religie'. In drie cirkelbewegingen tracht hij door te stoten naar het wezen van religie, al beseft hij wel dat hij de diepste kern nooit zal kunnen doorgronden. In een eerste cirkel gaat hij op zoek naar het ontstaan van het actuele, westerse religieuze probleem. Hij volgt hierin de filosofische ontwikkeling vanaf de christelijke middeleeuwen over de paradigmawisseling van de moderniteit (humanisme, nieuwe wetenschap) en het positivisme, tot het ontstaan van het moderne subject en de vernietiging ervan in het structuralisme en de postmoderniteit Door de huidige secularisering en door een ontwaarding van waarden en zin wordt de religieuze vraag sterk problematisch. In een tweede beweging richt de auteur zich specifiek op de religieuze ervaring. Op basis van wetenschappelijke literatuur beschrijft hij in een kort overzicht de oorsprong van de aarde en de mens, en het ontstaan van beschaving, cultuur en religie. Hier komt Tanghe uit bij de spanning tussen het sacrale en het profane, en bij de wijze waarop mensen die beleven in rituelen en overtuigingen. Daar ligt ook de bron voor de religieuze ervaring, met als wezenlijke bestanddelen de eenwording en de existentiële verzoening, die elkaar doorkruisen en onafscheidelijk met elkaar verbonden zijn. Een noodzakelijke voorwaarde voor de religieuze ervaring is de ontvankelijkheid of de passiviteit, waarin de mens zijn machtspretentie opgeeft om zich open te stellen voor wat er met hem gebeurt. De derde cirkelbeweging stelt God centraal, de ervaring van de transcendentie. Tanghe bespreekt hierbij het godsbegrip in de filosofie zowel in de klassieke traditie als in het actuele denken tot en met Derrida. Vervolgens getuigt hij van de geopenbaarde God en de specifieke verschijning van die God in Christus en de (katholieke) kerk. Hier kiest hij niet voor de hiërachische en autoritaire kerk, maar voor de vele lokale gemeenschappen die levende getuigen zijn van het Volk Gods.
Ondanks zijn herhaaldelijke verwijzingen, dikwijls met veel sympathie, naar filosofen als Nietzsche, Wittgenstein, Whitehead, Heidegger, Derrida e.a., verlaat hij in dit laatste deel zelf het filosofische pad om een persoonlijk getuigenis te brengen van zijn geloof. Dat is uiteraard zijn goed recht, maar na de eerste twee delen zou men verwachten dat Tanghe de fundamentele religieuze vraag toch kritischer zou benaderen. Hoe komt het dat hij de consequenties van zijn intense filosofische queeste niet doortrekt naar de vanzelfsprekendheid waarmee hij zijn gelovige interpretatie beschrijft? Waarom hier alleen maar getuigen en ook niet kritisch reflecteren? Zijn sterke kritiek op het hiërarchisch kerksysteem doet er niet toe, want je krijgt het gevoel dat hij de laatste vragen op dezelfde wijze met begrippen toedekt als 'mysterie', 'geest', 'geborgenheid' en 'zingeving', waar ze eigenlijk zouden moeten worden doorgedacht. Dat is een duidelijk manco in dit toch wel rijke en lezenswaardige boek. Wie gelooft in de christelijke godsgedachte vindt hier zijn gading, maar het enthousiasme van de getuigenis maakt het gesprek met andersdenkenden zeker niet makkelijk. [Willy Deckers]
Redactie Vlabin-VBC
In dit boek gaat filosoof Paul Tanghe op zoek naar 'zin, onzin en waanzin' van de religie. De auteur vertrekt vanuit de filosofische antropologie en wil 'het wezen van de religie in het algemeen' onderzoeken, met een centrale plaats voor het christendom. Een eerste deel bespreekt de maatschappelijke positie van de religie en de secularisatie van het denken en leven. We krijgen hier een filosofisch-historisch overzicht waarin Tanghe vooral aandacht besteedt aan de gevolgen van de 'paradigmawissel van de moderniteit'. In het tweede deel gaat de auteur op zoek naar het wezen van de religie, met onder meer vragen over het sacrale en het profane, riten en overtuigingen, en de religieuze expressie en ervaring. Het laatste deel bespreekt de idee van God. Hier gaat Tanghe in op de transcendentie, het godsbegrip in de filosofie, de openbaring, atheïsme en polytheïsme, en Christus en de kerk. Ondanks de katholieke achtergrond van de auteur en zijn persoonlijke verteltrant biedt dit boek een gevarieerde, toegankelijke en kritische kijk op de religieuze ervaring. Met voetnoten en persoonsregister.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.