Gedicht op de feesten ter eere van het Gulden Vlies te Brussel in 1516
Jan Smeken
Jan Smeekens (Auteur), Ingrid Godon (Illustrator), Kristien Aertssen (Illustrator), Sylvia Weve (Illustrator)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Niet beschikbaar |
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
JEUGD : KLEUTERGEDICHTEN, SPROOKJES EN VOORLEESVER SMEE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
JEUGD : KLEUTERGEDICHTEN, SPROOKJES EN VOORLEESVER SMEE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
Woord Jeugd Gedichten :
|
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds/Infodok, 2008 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : SMEE |
31/12/2009
Wie knipt de tenen van de reus? De titel van dit 'versjesgroeiboek voor kleuters' is ontleend aan Ienne Biemans. Met zes gedichten is ze een van de toppers in deze bloemlezing van Jan Smeekens, naast Annie M.G. Schmidt en net na Joke van Leeuwen, Karel Eykman, Hans Kuyper, Hans en Monique Hagen en Edward van de Vendel. Deze favoriete dichters verraden meteen Smeekens' voorkeur voor poëzie die herkenbaarheid combineert met taalspel. Daarbovenop is de selectie duidelijk gericht op bruikbaarheid, waar Smeekens' jarenlange ervaring in het onderwijs niet vreemd aan is.
De versjes zijn ondergebracht in drie groepen volgens leeftijd: voor de allerkleinsten (tot drie jaar); voor kleuters van vier tot vijf jaar en voor kleuters van vijf tot zes jaar. In zijn woord vooraf relativeert de samensteller meteen deze indeling als "overigens niet meer dan een leidraad". De praktische oriëntatie van de bundel blijkt ook uit het trefwoordenregister met bruikbare thema's voor de kleuterklas en thuis, van 'aankleden' tot 'zwemmen'. De populairste onderwerpen zijn 'slapengaan', 'spelletje', 'taalplezier', 'doen', 'liefde', 'nonsens', 'dieren', 'stout' en 'wat ik kan'. Alles samen krijg je een beeld van actieve, soms ondeugende kleuters die graag (met taal) spelen, veel geknuffeld worden en na een bezige dag moe met veel tederheid in bed worden gelegd. Tussendoor gaan ze in bad, doen ze boodschappen, leren ze fietsen, gaan ze op bezoek bij opa en oma, reizen ze met de trein of worden ze ziek.
Smeekens koos er bewust voor om enkel gedichten van bekende dichters op te nemen van na 1950. Over zijn voornaamste criteria laat de bloemlezer geen twijfel: "Maar de gedichten in deze bloemlezing danken hun plaatsje onder de zon behalve aan hun poëtische waarde toch vooral aan het plezier dat ze bieden. Vanwege het grappige verhaaltje, de onverwachte blik, de smakelijke lach die erin opgesloten zit, het gezellige en het knusse, en niet te vergeten het onbedaarlijk lijfelijke plezier dat peuters en kleuters aan poëzie beleven." Het laatste is veeleer een verhoopt effect dan een criterium.
Smeekens' bloemlezing onderscheidt zich op verschillende manieren van zijn voorgangers. De bekendste voorganger is Ik geef je niet voor een kaperschip met tweehonderd witte zeilen (Querido, 1993), samengesteld door Tine van Buul en Bianca Stigter. Hun verzameling bevat 330 gedichten uit verschillende periodes, anonieme bakerrijmen en verzen van heel diverse dichters als Joke Van Leeuwen, Karel Eykman, Ienne Biemans en Annie M.G. Schmidt naast Rie Cramer, J.J.A. Goeverneur, Anna Sutorius en Guido Gezelle, Jan Hanlo, Rudy Kousbroek en Toon Hermans. De lijvige bundel is ruim geïllustreerd in zwart-wit door verschillende gevestigde kunstenaars en beginners. Een vergelijking van de frequentste trefwoorden brengt interessante verschillen aan het licht. Het populairst zijn hier 'dieren' en 'familie', met nog eens apart aandacht voor 'honden', 'katten' en 'moeders'. Ter vergelijking: 'dieren' scoort bij Smeekens slechts vijf keer, 'familie' krijgt geen apart trefwoord en 'mama' scoort één maal. Opmerkelijk in de bundel van Van Buul en Stigter is de hoge populariteit van 'dood', 'ongeluk' en 'raar'. 'Taalplezier' en 'liefde' komen alleen bij Smeekens voor. Het meest typerende van Smeekens' bloemlezing is echter de indeling volgens leeftijd. In de versjes voor de kleinsten tot drie jaar valt de invloed van bakerrijmen sterk op, o.m. in gedichten van Paul Biegel, Micha Wertheim en Henk Kooyman. Naast een plaagrijmpje vind je een aankleedversje, een moderne variant op 'Duimelot', een spel-, een stapel-, een bewegings-, een dans- en een brabbelversje: "tetti tatta / tutte titte ..." (Mensje van Keulen). Opvallend zijn ook de vele klanknabootsingen: "foesj foesj foesj / foesjt de doesj" (Miep Diekmann), "Sjloesj sjlisj sjlasj sjlosj sjleven" (Toon Tellegen) enz. Over elke keuze valt natuurlijk te twisten. Persoonlijk vond ik versjes als 'Een bijtje' (Mies Bouhuys) of 'Geluiden' (Mieke van Hooft) uit de toon vallen als te soft en te gladjes: "'k Zou best een bijtje willen zijn, / een heel gewoon bruin bijtje. / Natuurlijk niet mijn leven lang, / maar toch wel voor een tijdje." Opvallend is dat er slechts een paar echte knuffelversjes in de afdeling voorkomen. Dat wordt deels goedgemaakt door de illustraties van Ingrid Godon. In zachte tinten combineert ze tederheid met zachte humor en speelsheid. Typerend is de prent van het kleine matrozenkindje met zijn neusje tegen die van mama aan.
De versjes voor kleuters tussen vier en vijf jaar zijn geïllustreerd door Kristien Aertssen en dat is een uitstekende keuze. De clown bij het begin van de afdeling, zet de luchtige en speelse toon. Aertssen speelt met verrassende combinaties, associeert volop en mengt elementen uit verschillende gedichten in haar tekeningen. Van een reus maakt ze een landschap, een vrouw krijgt een spiegelgezicht en bij een knierijversje wordt de mama een lief paard. Ook in de gedichten uit deze afdeling vallen de vele klanknabootsingen en dierengeluiden op. De bewegingsversjes zijn complexer, zoals 'Gymgein' van Ilse Elders. Ook andere complexere vaardigheden komen aan bod. Zo moeten de kleuters in 'Is het geen dag? / Dan is het ...' van Joke van Leeuwen zelf rijmen invullen en in 'Klap eens in je handen' van Ivo de Wijs leren ze tellen. In een drietal versjes zijn rebelse, ondeugende kleuters aan het woord, zoals in het 'Stinklied' van Willem Wilmink: "Van wassen ga je blinken. / Laat ons maar lekker stinken, / en door de wereld gaan / met vuile kleren aan."
De afdeling van vijf tot zes jaar bevat nog meer vieze en rebelse versjes, van 'Tien dingen naar keus die je kunt doen met dingen uit je neus' (Frank Adam) tot 'Geen zin' (Hans Andreus). Er zijn veel minder versjes met klanknabootsingen, maar spelversjes en dialogen zijn er wel. Verder komen er meer emoties aan bod en vallen de filosofische versjes op, zoals 'Onzichtbaar' van Hans en Monique Hagen: "onzichtbaar zijn de dingen / die ik kwijt ben / die ik nooit meer vind / maar / met mijn ogen dicht / zie ik alles / wat mijn hoofd verzint." Verder leren de kinderen rekenen op rijm, de maanden van het jaar en zelfs Chinees: "Taugé taugé the tjong khing, / ik wou dat ik naar China ging" (Willem Wilmink). Typisch zijn de versjes waarin het kind het centrum van de wereld en de allerliefste is. Na de zoveelste zoen zegt de mama tot haar kind dat het geboren is "om de wereld / een groot plezier te doen" (Erik van Os en Elle van Lieshout). Overigens is dit een van de mindere gedichten in deze afdeling: het is te sterk vanuit het standpunt van de volwassene geschreven en verrast te weinig. De illustraties van Sylvia Weve vallen op door de felle kleuren. Soms vind ik ze minder goed passen bij de toon van de gedichten, af en toe hebben ze iets nodeloos griezeligs. Het sterkst is Weve in haar fantasierijke, humoristische prenten, zoals bij de man met verschillende gezichten in één en erbovenop een hondje dat zijn haar als grasperkje gebruikt.
"Wie knipt de tenen van de reus? / Ik niet." Zo staat het in het titelvers van Ienne Biemans. "Wie kan plezier beleven aan dit boek? / Kleuters én volwassenen wel." Wie uit dit boek aan kleuters voorleest, brengt hen in contact met een rijke wereld van taal, emoties en verbeelding. [Jan Van Coillie]
Greetje Hoff
Bloemlezing van meer dan honderdtwintig gedichten voor jonge kinderen verschenen in een 'groeiboek'-reeks. Er is werk opgenomen van overwegend bekende jeugddichters. Motto: eenvoudig rijmpje groeit naar echt gedicht. De criteria, gehanteerd bij de selectie uit honderden bundels, zijn: geen bakerrijmpjes, verschenen vanaf 1950 tot heden en geen gedichten die eerder gepubliceerd zijn in tijdschriften en/of tv-programma's. Als leidraad is een onderverdeling gemaakt: drie-vier jaar, vier-vijf jaar en vijf-zes jaar. Deze elkaar overlappende clusters onderscheiden zich door de illustraties, elk van de hand van drie verschillende illustratoren van niveau met een specifieke stijl, variërend van vrolijk gekleurd tot zacht omlijnd in sobere tinten, waardoor het cluster steeds een eigen sfeer krijgt. Ze verbeelden de veelal bekende en 'klassieke' gedichten tot in de kern, wat deze uitgave origineel en bijzonder maakt. De onderwerpen zijn willekeurig en achterin is een lijst trefwoorden opgenomen. De opzet van de samensteller: nieuwsgierig worden naar meer en het beleven van de humor in deze poëzie moet door de voorlezer gedragen worden! Ondersteunend te gebruiken bij projecten en taalstimuleringsprogramma's in peuter- en kleuterschool. Voorlezen aan kinderen van ca. 2 tot 7 jaar.
Annie Beullens
ua/an/22 j
In deze bundel, samengesteld door Jan Smeekens, staan versjes en gedichten, onderverdeeld naar leeftijdsgroep. Deel 1 voor peuters en kleuters tot vier jaar bevat ongeveer 26 versjes en is geïllustreerd door Ingrid Godon. Deel 2 is bedoeld voor kleuters van vier tot vijf jaar, bevat ongeveer 30 versjes en is geïllustreerd door Kristien Aertssen. Deel 3 is geschikt voor kleuters van vijf tot zes jaar, bevat ongeveer 64 gedichten en is geïllustreerd door Sylvia Weve. De inhoud is divers en bruikbaar bij verschillende gelegenheden. Bekende dichters als Annie M.G. Schmidt en Hans en Monique Hagen staan naast nieuwkomers. Deze bundel is vooral interessant voor gebruik in kleuterschool of peutertuin.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.