Als de bomen straks gaan rijden
Frank Adam
Frank Adam (Auteur), Klaas Verplancke (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2008 |
VOLWASSENEN : ROMANS : ADAM |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds, 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 117 |
31/12/2009
Schrijven over seks is aartsmoeilijk, zo luidt het cliché. De menselijke seksualiteit kan immers niet zomaar worden gereduceerd tot de zuiver fysieke daad: ze is altijd al gemedieerd door menselijke betekenissen, fantasieën en verlangens. Wie enigszins opwindend over seks wil schrijven, kan het dan ook niet zomaar laten bij een droge beschrijving van the old in-out, en moet ruimte geven aan de verbeelding. Een zinnelijke en beeldende taal ligt met andere woorden voor de hand, maar ontspoort gemakkelijk in clichés of weinig suggestieve bombarie.
In de korte 'waarschuwing van de uitgeefster' bij de erotische fabels uit dit derde boek met Confidenties aan een ezelsoor, lezen we dat de Vlaamse auteur en theatermaker Frank Adam in de marge van zijn manuscript heeft genoteerd "dat de hardware van het lichaam moet onderdoen voor de software van de verbeelding." Dat lijkt me een goed uitgangspunt voor het schrijven van erotische fabels, vooral dan omdat al snel blijkt dat die visie er niet toe heeft geleid dat het lichamelijke ? dat toch essentieel is aan seks ? naar de taboesfeer wordt verbannen. Adams fabels zijn nl. redelijk expliciet: al van op de eerste pagina's wordt er volop gelikt, getast, geonaneerd en gecopuleerd.
De fabels, die eerder al verschenen in 'De Morgen', kennen dezelfde opzet als de vorige confidenties: we krijgen telkens een verhaal van slechts drie pagina's lang, waarin een mysterieuze ezel fungeert als vast personage én als doorgeefluik voor een verhaal over een ander personage ? een klassieke raamconstructie die het bv. mogelijk maakt om een commentaar op het vertelde te formuleren. De personages zijn steevast erotische archetypen, die echter steeds complexer blijken dan de archetypen uit de traditionele fabel. Zo maakt de ezel o.m. kennis met een politieagent, bouwvakkers, de secretaresse etc. Uit hun verhalen kan de lezer een aantal ? geenszins eenduidige ? inzichten puren over het huwelijk, de welsprekendheid als beste glijmiddel, 'het erotische Zelf', de filmische pornografie, het gebruik van afrodisiaca... Samen met de ezel gaat hij zo op een filosofische ontdekkingsreis door de onbekende "woestijn" van de seksualiteit.
Steeds weer gaat Adam daarbij op zoek naar de kern van de seksualiteit, zonder ooit de ultieme verlossing te claimen. Helaas wordt de raadselachtige erotiek vaak verpakt in een met glimmende adjectieven overladen en soms zelfs kosmische stijl. Zo wordt vrouwelijk "vocht" omschreven als "druppels in een nachtelijke vijver", en heeft de "ring van haar anus [...] de verleidingskracht van een fonkelende ster". In zijn poging om de fysieke daad een aura van onvatbaarheid te verlenen, verliest Adam zich meer dan eens in pastorale sferen. En dat terwijl hij wel degelijk probeert om de vinger aan de pols van de tijd te houden (zo passeert zelfs het transhumanisme de revue). Waar de auteur in Confidenties aan een ezelsoor 2: de wereld nog goed het midden wist te houden tussen metafysica en dagelijkse realiteit, lukt dat hier dus veel minder goed. Veel aardser zijn de kleurenillustratie van Klaas Verplancke, die de verhaalgegevens steeds condenseert tot één tafereel met kronkelende lichamen, narratieve elementen en veelzeggende symbolen. Echt sexy zijn de rudimentaire koppen en lijven van Verplancke niet, maar ze zorgen wel voor de nodige comic relief bij de soms nogal zweverige tekst.
[Koen Sels]
E. Meppelink
In korte teksten van drie tot vier pagina's wordt de moderne levenswijze op het gebied van het seksuele beleven als parabel neergezet. In aanvang is de tekst vrij expliciet, naarmate het boek vordert betreft het vooral meer voyeuristische beschrijvingen. De teksten, die voorgepubliceerd zijn geweest in de Vlaamse krant De Morgen, vallen op doordat de schrijver een buitengewoon prettig taalgebruik hanteert met meeslepende constructies en metaforen. Daarbij weet hij goed eventuele banaliteiten uit de weg te gaan. De verhalen kennen een prettige, betoverende cadans die ook vrouwelijke lezers zal meevoeren. De paginagrote kleurenillustraties sluiten mooi aan bij de tekst.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.