De palimpsest : geschiedschrijving in de Nederlanden 1500-2000
Jo Tollebeek
Jo Tollebeek (Redacteur), Geert Buelens (Redacteur), Gita Deneckere (Redacteur)
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Volume | Plaats in de bib |
---|---|---|---|
Aanwezig |
Bakker, 2008 |
2 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 931 TOLL |
Aanwezig |
Bakker, 2008 |
1 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 931 TOLL |
31/12/2009
Dat België serieuze barsten begint te vertonen is ondertussen wereldwijd geweten. Het is geen toeval dat net nu een grote groep historici en journalisten een eigentijdse geschiedenis van België bij elkaar schreef. Wie het tweedelige België, een parcours van herinnering leest wordt eraan herinnerd dat België altijd al een land vol diepe barsten is geweest. En het waren niet altijd de Vlamingen en de Walen die tegenover elkaar stonden. Tijdens de 19e eeuw waren het bv. rooms-katholieken en liberale antiklerikalen die elkaar het licht in de ogen niet gunden.
Volgens de redacteurs van deze lijvige boeken zijn de meer dan vijftig auteurs die eraan meewerkten op zoek gegaan naar 66 plaatsen die het meest met de plek België te associëren zijn: bekende standbeelden, monumenten en gebouwen, maar ook minder voor de hand liggende sites, zoals de nationale luchthaven van Zaventem, de Guimardstraat en zelfs de wei van Werchter en het Wijnegem Shopping Center. Het interessantste is niet de beschrijving van deze plaatsen, maar wel de beschrijving van de manier waarop er door de geschiedenis heen met deze herinneringsplaatsen is omgegaan. Zo wordt overduidelijk dat Belgisch nationalisten, Vlaams nationalisten, Walen, Brusselaars, katholieken, liberalen, socialisten, kolonialen, collaborateurs of verzetslui vaak hun eigen herinneringsplaatsen en hun eigen geschiedenis bewust of onbewust naar eigen behoefte hebben samengesteld. Meer nog, sommige plaatsen zijn in de loop der tijden andere betekenissen voor andere belangengroepen gaan oproepen. Zo werd in het prille België de Guldensporenslag eerst nog geïntroduceerd als symbool van nationale, en dus Belgische, onverzettelijkheid. Bij de inhuldiging van het standbeeld van Jan Breydel en Pieter De Coninck op de markt van Brugge loofde Leoplod II de heldenmoed van deze patriotten, overigens nog in het Frans. Soms werd ? en wordt er nog ? ruzie gemaakt over de juistheid van een herinnering. De Walen herdenken de Slag bij Waterloo tot op de dag van vandaag bij hun 'eigen' monument van l'Aigle blessé en niet bij de Leeuw van Waterloo, die werd gerecupereerd door het Vlaams nationalisme. Het Atomium wordt voorgesteld als het laatste Belgische symbool, aangezien de communautaire spanningen sinds de jaren '60 de Belgische identiteit voorgoed ondergraven hebben. Er is ook aandacht voor de eenzijdige benadering van ons koloniale verleden in Congo of voor de recente identiteitsvorming van de Duitstalige Belgen in de Oostkantons.
Deze originele manier van geschiedschrijving is niet zomaar uit de lucht komen vallen, maar past in een vrij recente traditie van herinneringsgeschiedenis, waarmee de Franse historicus Pierre Nora in de jaren '80 begonnen is. Nora gebruikte nog bestaande 'lieux de mémoire' als aanknopingspunten om een geschiedenis van Frankrijk te schrijven. Ook Duitsland en Nederland hebben ondertussen hun eigen herinneringsgeschiedenisboeken. Dat de discussies tussen verschillende belangengroepen over de juiste interpretatie van bepaalde herinneringsplaatsen in België problematischer verloopt dan bij onze buren, maakt deze boeken extra interessant. Ook onder de hedendaagse lezers zal wellicht niet elke Vlaams nationalist of ex-koloniaal zich willen neerleggen bij de poging tot objectivering en relativering, ook al is die door gerenommeerde historici en journalisten bij elkaar gepend.
Doordat meer dan vijftig auteurs aan het project hebben meegewerkt, was het wellicht onmogelijk voor de redacteurs om voldoende afspraken af te dwingen in verband met de inhoud en de stijl. Daardoor mist het project soms eenvormigheid: ieder hoofdstukje is een kleine historische studie op zich, en de hoofdstukken verschillen sterk van elkaar wat moeilijkheidsgraad en aanpak betreft. Sommige auteurs hebben het niet kunnen laten om toch een uitgebreide beschrijving van de plaats (een gedetailleerde beschrijving van de voorgevel van het Gentse stadhuis vind je ook in een reisgids) of een uitgebreide beschrijving van de historische feiten (de geschiedenis van de kruistochten vind je ook elders) weer te geven. In andere hoofdstukken wordt dan weer voorondersteld dat de lezer over voldoende historische voorkennis beschikt. De interessantste hoofdstukken zijn diegene waarin de auteur erin geslaagd is om helder te omschrijven hoe een herinnering is gegroeid, gekoesterd, gecultiveerd, gemanipuleerd en gerecupereerd.
De redacteurs hebben niet kunnen vermijden dat de auteurs elkaar herhalen. In het eerste deel vinden we bv. meermaals een beschrijving van de spanningen tussen liberalen en katholieken in het prille België.
De twee boeken zijn samen goed voor bijna 1000 pagina's lectuur. Elk hoofdstukje is een afzonderlijk geheel, bevat enkele kleurenfoto's en eindigt met een literatuurlijst. De 66 'pleisterplaatsen van het geheugen' werden geordend onder de thema's: 'traditie en expansie' (deel één) en 'tweedracht, crisis en nostalgie' (deel twee). De twee boeken zijn luxueus uitgegeven met harde kaft en leeslinten. Sommige lezers zullen zich aangesproken voelen om enkele herinneringsplaatsen ook met eigen ogen te gaan zien; in die zin kunnen deze boeken ook dienst doen als reisgids voor diehard historici. [Dirk Passchyn]
31/12/2009
Dat België serieuze barsten begint te vertonen is ondertussen wereldwijd geweten. Het is geen toeval dat net nu een grote groep historici en journalisten een eigentijdse geschiedenis van België bij elkaar schreef. Wie het tweedelige België, een parcours van herinnering leest wordt eraan herinnerd dat België altijd al een land vol diepe barsten is geweest. En het waren niet altijd de Vlamingen en de Walen die tegenover elkaar stonden. Tijdens de 19e eeuw waren het bv. rooms-katholieken en liberale antiklerikalen die elkaar het licht in de ogen niet gunden.
Volgens de redacteurs van deze lijvige boeken zijn de meer dan vijftig auteurs die eraan meewerkten op zoek gegaan naar 66 plaatsen die het meest met de plek België te associëren zijn: bekende standbeelden, monumenten en gebouwen, maar ook minder voor de hand liggende sites, zoals de nationale luchthaven van Zaventem, de Guimardstraat en zelfs de wei van Werchter en het Wijnegem Shopping Center. Het interessantste is niet de beschrijving van deze plaatsen, maar wel de beschrijving van de manier waarop er door de geschiedenis heen met deze herinneringsplaatsen is omgegaan. Zo wordt overduidelijk dat Belgisch nationalisten, Vlaams nationalisten, Walen, Brusselaars, katholieken, liberalen, socialisten, kolonialen, collaborateurs of verzetslui vaak hun eigen herinneringsplaatsen en hun eigen geschiedenis bewust of onbewust naar eigen behoefte hebben samengesteld. Meer nog, sommige plaatsen zijn in de loop der tijden andere betekenissen voor andere belangengroepen gaan oproepen. Zo werd in het prille België de Guldensporenslag eerst nog geïntroduceerd als symbool van nationale, en dus Belgische, onverzettelijkheid. Bij de inhuldiging van het standbeeld van Jan Breydel en Pieter De Coninck op de markt van Brugge loofde Leoplod II de heldenmoed van deze patriotten, overigens nog in het Frans. Soms werd ? en wordt er nog ? ruzie gemaakt over de juistheid van een herinnering. De Walen herdenken de Slag bij Waterloo tot op de dag van vandaag bij hun 'eigen' monument van l'Aigle blessé en niet bij de Leeuw van Waterloo, die werd gerecupereerd door het Vlaams nationalisme. Het Atomium wordt voorgesteld als het laatste Belgische symbool, aangezien de communautaire spanningen sinds de jaren '60 de Belgische identiteit voorgoed ondergraven hebben. Er is ook aandacht voor de eenzijdige benadering van ons koloniale verleden in Congo of voor de recente identiteitsvorming van de Duitstalige Belgen in de Oostkantons.
Deze originele manier van geschiedschrijving is niet zomaar uit de lucht komen vallen, maar past in een vrij recente traditie van herinneringsgeschiedenis, waarmee de Franse historicus Pierre Nora in de jaren '80 begonnen is. Nora gebruikte nog bestaande 'lieux de mémoire' als aanknopingspunten om een geschiedenis van Frankrijk te schrijven. Ook Duitsland en Nederland hebben ondertussen hun eigen herinneringsgeschiedenisboeken. Dat de discussies tussen verschillende belangengroepen over de juiste interpretatie van bepaalde herinneringsplaatsen in België problematischer verloopt dan bij onze buren, maakt deze boeken extra interessant. Ook onder de hedendaagse lezers zal wellicht niet elke Vlaams nationalist of ex-koloniaal zich willen neerleggen bij de poging tot objectivering en relativering, ook al is die door gerenommeerde historici en journalisten bij elkaar gepend.
Doordat meer dan vijftig auteurs aan het project hebben meegewerkt, was het wellicht onmogelijk voor de redacteurs om voldoende afspraken af te dwingen in verband met de inhoud en de stijl. Daardoor mist het project soms eenvormigheid: ieder hoofdstukje is een kleine historische studie op zich, en de hoofdstukken verschillen sterk van elkaar wat moeilijkheidsgraad en aanpak betreft. Sommige auteurs hebben het niet kunnen laten om toch een uitgebreide beschrijving van de plaats (een gedetailleerde beschrijving van de voorgevel van het Gentse stadhuis vind je ook in een reisgids) of een uitgebreide beschrijving van de historische feiten (de geschiedenis van de kruistochten vind je ook elders) weer te geven. In andere hoofdstukken wordt dan weer voorondersteld dat de lezer over voldoende historische voorkennis beschikt. De interessantste hoofdstukken zijn diegene waarin de auteur erin geslaagd is om helder te omschrijven hoe een herinnering is gegroeid, gekoesterd, gecultiveerd, gemanipuleerd en gerecupereerd.
De redacteurs hebben niet kunnen vermijden dat de auteurs elkaar herhalen. In het eerste deel vinden we bv. meermaals een beschrijving van de spanningen tussen liberalen en katholieken in het prille België.
De twee boeken zijn samen goed voor bijna 1000 pagina's lectuur. Elk hoofdstukje is een afzonderlijk geheel, bevat enkele kleurenfoto's en eindigt met een literatuurlijst. De 66 'pleisterplaatsen van het geheugen' werden geordend onder de thema's: 'traditie en expansie' (deel één) en 'tweedracht, crisis en nostalgie' (deel twee). De twee boeken zijn luxueus uitgegeven met harde kaft en leeslinten. Sommige lezers zullen zich aangesproken voelen om enkele herinneringsplaatsen ook met eigen ogen te gaan zien; in die zin kunnen deze boeken ook dienst doen als reisgids voor diehard historici. [Dirk Passchyn]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.