Pantanal : South America's wetland jewel
Theo Allofs (Fotograaf), Russell A. Mittermeier (Auteur), Mônica Barcellos Harris (Auteur), Cristina G. Mittermeier (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
New Holland, 2007 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 766.4 ALLO |
Besprekingen
31/12/2008
Natuurfotoboeken bestaan er in alle maten en gewichten en de inhoud kan sterk variëren van een los samenhangende collectie, over een specifieke diersoort tot het verbeelden van een volledig biotoop in heel zijn verscheidenheid. Ook de drijfveren van de fotografen kunnen sterk verschillen: sommigen jagen op een specifiek beeld, anderen dompelen zich lange tijd onder in een habitat, tot ze er deel van uitmaken. De ene werkt digitaal de ander mechanisch, en hoewel de digitale bewerking van een foto (binnen bepaalde perken) gemeengoed geworden is, blijven er puristen die met een onverbloemde foto de ziel van hun onderwerp willen raken. De beste foto's kunnen we elk jaar bewonderen dankzij de Wildlife Photographer of the Year competitie ? de World Press Photo van de natuurfotografie ?, maar voor de samenhang en de diversiteit, blijft het natuurfotoboek essentieel. In dit aanbod staan Zuid- en Oost-Afrika (Kalahari, Serengeti), de Zuid- en Noordpool, en de zgn. 'conservational photography' (natuurbehoudfotografie) centraal.
De jaarlijkse wedstrijd Wildlife Photographer of the Year ? georganiseerd door het 'BBC Wildlife Magazine' i.s.m. het Natural History museum ? heeft de voorbije decennia een wereldreputatie uitgebouwd. Met gemiddeld 20.000 inzendingen per jaar is deze competitie uitgegroeid tot het meest gerespecteerde forum voor artistieke natuurfotografie. Het beste materiaal wordt over de hele wereld getoond aan een miljoenenpubliek, wat maakt dat in sommige gevallen de strijd voor het behoud van bepaalde habitats of soorten met meer kracht en succes gevoerd kan worden. De archieven van de wedstrijd krijgen zo een educatieve functie om mensen wereldwijd te confronteren met de pracht, verscheidenheid en kwetsbaarheid van het leven op aarde.
Hoewel er jaarlijks slechts één fotograaf de Wildlife Photographer of the Year Award kan winnen, zijn er meerdere categorieën waarbinnen een winnaar, runner-up en een aantal eervolle vermeldingen gekozen worden. Uit de categoriewinnaars wordt de overkoepelende winnaar gekozen. Voor 2007 werd dat de Brit Ben Osborne met 'Olifant creatie', een actiefoto waarop een olifant een spetterend modderbad neemt (tevens bekroond in de categorie 'Creative Visions of Nature'). De verscheidenheid van het materiaal vinden we terug in de verschillende categorieën van de bekroning: dieren in hun biotoop, gedrag bij zoogdieren, vogels en andere dieren, de onderwaterwereld, dierenportretten, natuur in stad en tuin, ode aan de planten, creatieve invalhoeken op de natuur, ongetemde locaties, natuur in zwart-wit. Daarnaast zijn er nog een paar speciale bekroningen als de Gerald Durrell Award for endangered wildlife (winnaar is de Amerikaanse Roy Toft met een panning shot van een Afrikaanse wilde hond met de kop van een steinbuck in de muil) en de Eric Hosking Award (winnaar is opnieuw de Hongaarse fotograaf Bence Maté, die zich ontpopt als de vogelfotograaf bij uitstek) die zich resp. op het vastleggen van bedreigde diersoorten en het aanstormende fototalent (18 tot 26 jaar) toespitsen. Aangevuld met de Junior Awards (tot 17 jaar) waaruit de Young Wildlife Photographer of the Year gekozen wordt, krijgen we een grote verscheidenheid aan fotografische pareltjes die nu voor de 17e keer in de portofolio Wildlife photographer of the year gebundeld worden. De Belgen Phillip Toussaint en Werner Van Steen kregen een eervolle vermelding met resp. een boeket vlinders en 'Land of the quiver trees'. Deze uitgave is ontegensprekelijk een aanrader om een idee te krijgen van wat het afgelopen jaar wereldwijd aan natuurfotografie heeft opgeleverd.
De broers Anup en Manoj Shah zijn van Indische origine maar groeiden op in Nairobi, waar ze de microbe van de wildlife fotografie te pakken kregen en hun voorliefde voor Canon fotoapparatuur ontwikkelden. Als autodidacten dragen ze technische perfectie hoog in het vaandel, maar Manoj erkent tevens het belang van de toevalsfactor bij het vastleggen van de gedragingen van zoogdieren. "Omdat het onmogelijk is om precies te voorspellen wat een dier in het wild zal gaan doen, bedenk ik niet van te voren hoe een afbeelding eruit moet gaan zien. Ik wil niet dat de wereld in mijn vooraf opgezette plaatje past. Ik maak mijn hoofd leeg en bereid me voor op het onverwachte. Ik laat de beelden liever spontaan ontstaan, in welke stijl en op welke manier dan ook. [...] Het liefst wil ik dat mijn foto's instinctieve of zelfs irrationele reacties zijn op wat ik zie." Doorgaans heeft Manoj enkele dagen nodig om dieren in hun natuurlijke omgeving vast te leggen. "Bij dieren heb je er echt geen enkel idee van wanneer en waar de actie gaat plaatsvinden." Beide broers werden reeds bekroond binnen de Wildlife Photographer of the Year competitie. Voor het overzichtwerk Light on the earth, two decades of winning images werden naast een foto van Manoj wel vier illustraties van Anup geselecteerd. Deze laatste kreeg tevens een speciale vermelding in de laatste competitie van 2007 (categorie 'Behaviour ? Mammals'). Daarin gebruikte hij een in de overliggende oever ingeplante camera om de zebra's die de rivier oversteken, vanuit een kikkerperspectief vast te leggen. Een onderdeel van het grotere project waarin de broers het wild van de Serengeti, regio's in Kenia en Tanzania fotografisch documenteren. African Odyssey, een werk in het gekende 365-dagen-formaat, geeft een gediversifieerde staalkaart van de grote migratiebewegingen in het Serengeti ecosysteem (i.e. Serengeti National Park; Ngorongoro Conservation Area; Maswa Game Reserve; Loliondo, Grumeti en Ikorongo Game Controlled Areas; en Maasai Mara National Reserve) op zoek naar nieuwe graasplekken. Het haast mythische karakter van de Serengeti blijft tastbaar in dit dagboek op klein formaat met bij de foto's ethologisch onderbouwde commentaar van Anup Shah. Zo krijgt het boek de vorm van een natuurdocumentaire doorheen het Serengeti-ecosysteem, waarbij roofdieren als leeuwen, cheetahs en krokodillen voor het nodige spektakel zorgen door de kudden van o.m. gnoes, zebra's en gazellen te decimeren. Toch zijn er uiteindelijk veel meer slachtoffers die tijdens de migratie van honger of in het gewoel van hun soortgenoten omkomen. Zoals de cover van het boek toont, blijft de contrasterende combinatie van zebra's en gnoes een gegeerde compositie bij wildlife fotografen.
Wie op safari gaat kijkt gefascineerd uit naar roofdieren, niet enkel door hun indrukwekkend vervaarlijke uiterlijk maar ook voor de marginale kans om met eigen ogen een spectaculaire scene uit een of andere natuurdocumentaire mee te maken. Voor hen heeft Mark. C Ross Predator, life and death in the African bush gepubliceerd. Vanuit dertig jaar ervaring reikt deze wildlife bioloog handvaten aan om bij een safari met kennis van zaken naar roofdieren te kijken. Daarbij haalt hij een aantal mythes onderuit die nog vaak in natuurdocumentaires de kop opsteken. Essentieel blijft om van eigen observaties uit te gaan en niet te generaliseren. Zo kunnen leeuwen die slechts enkele mijlen van elkaar leven totaal andere jachtgebruiken hebben. Centraal staat dan ook het aanpassingsvermogen van roofdieren als de luipaard, cheetah, leeuw, hyena en krokodil. In een combinatie van wetenschappelijke informatie uit Oost-Afrikaanse studies en eigen observaties brengt Ross een portret van deze dieren met o.m. aandacht voor hun dagelijks leven, hun biologische kenmerken en gedrag. Zo worden bv. het territorium en de verschillende habitats waarin ze voorkomen bekeken, de ontwikkeling van jong tot volwassene, de jacht en de gedragingen van de prooien. Ross illustreert alles met eigen foto's en geeft tips waarmee de safarist zijn voordeel kan doen. Hoewel het boek zijn nut kan hebben voor heel Oost-en Zuid-Afrika, wordt het in de eerste plaats gevoed door ervaringen en foto's uit het Serengeti-gebied. Zo kan het gezien worden als een complementaire aanvulling op African odyssey van de broers Shah. Hoewel er knappe beelden tussen zitten, zijn de foto's van Ross hier eerder informatief dan artistiek.
Een andere Afrikaanse regio die tot de verbeelding spreekt, is de Kalahari, een zandbassin drie maal de oppervlakte van Duitsland, dat zich uitstrekt van het noorden van Zuid-Afrika over Botswana en Oost-Namibië tot Zimbabwe, Zambia, Angola en Kongo. Lange perioden van droogte en hitte teisteren de savannes. Maar tijdens het regenseizoen komt alles tot leven en zwerven miljoenen dieren over de graslanden. In Kalahari, wild Africa exploreert de Zwitserse fotograaf Lorenz Andreas Fischer de savannes, zoutpannen en zeldzame rivieren van het gebied: de drie belangrijkste habitats van het gebied. Hij volgt daar respectievelijk de olifanten, bosjesmannen en cheetahs; de dieren die samen troepen rond de drenkplaatsen van Etosha, de flamingo's en de baobabs; het water van de Victoria Falls en de Chobe rivier die uitmondt in de Okavanga delta. Vorig jaar kreeg Fischer een nominatie in de Wildlife Photographer of the Year-competitie met een groep mannetjesolifanten in de schemering van Chobe National Park (categorie 'Creative Visions of Nature'). Een foto die we in dit boek over een dubbele bladzijde terugvinden samen met andere hallucinante foto's van de 's werelds grootste olifanten uit Botswana. Ook de foto van een indrukwekkend olifantmannetje in de schemering (die Lorenz de titel van Europees Natuurfotograaf van het Jaar opleverde in 2006) vind je hier terug. De steeds terugkerende droogte in het gebied maakt dat bij nacht en schemering een grote diversiteit aan dieren gespot kan worden bij de drenkplaatsen.
Lorenz en zijn tekstschrijver Judith Burri kwamen voor het eerst naar de Kalahari 10 jaar geleden, toen het nog ongerept terrein was en verbleven er sindsdien meer dan een jaar, waarvan zes maanden gedurende verschillende reizen specifiek aan dit boek gewijd zijn.
Het kan geen toeval dat dit jaar de algemene winnaar van de competitie en de winnaar van de categorie 'Behaviour ? Mammals' hun bekroonde foto's in het Kalahari-gebied namen (resp. Chobe en Etosha National Park). Naast Afrika is Lorenz gespecialiseerd in Alpiene fotografie die hij sinds zijn jeugd beoefent. Naast boeken brengt hij met zijn agentschap Allvisions ook multimediavoorstellingen van zijn projecten.
Met de klimaatsverandering en het afsmelten van de poolkappen is er de laatste jaren een steeds grotere belangstelling voor de natuur op de polen. Een door golven geteisterd ijslandschap van de Amerikaan Robert Knight staat voor de ultieme afgelegen plaats (categorie 'Wild Places') in de recentste Wildlife Photographer of the Year competitie en jury voorzitter Jim Brandenburg koos resoluut voor een foto waarop een ijsbeer zich aan de laatste resten van een ijsberg vastklampt, om zijn voorwoord kracht bij te zetten. Deze foto van de Noor Arne Naevra is de eerste opvolger binnen de nieuwe One Earth Award, die de menselijke interactie met de natuur centraal stelt, een onderwerp dat tot 2006 zijn plaats kreeg in de categorie 'The world in our hands'. Een eervolle vermelding binnen de nieuwe bekroning ging naar de Britse Angie Scott voor een foto van een meute fotografen, net van boord van een gigantische Russische ijsbreker, die zich storten op een toevallig passerende jonge keizerspinguin die zich de aandacht laat welgevallen. Dezelfde pinguïn vind je eenzaam onder de boeg van het schip terug in Antarctica, exploring a fragile eden het nieuwe boek van het fotografenkoppel Jonathan en Angela Scott. Beiden werden reeds bekroond binnen de Wildlife Photographer of the Year competitie voor foto's uit Kenia, hun thuisbasis. Jonathan bleef er plakken tijdens een wereldreis, na jarenlang dromen op een boerderij in Berkshire, terwijl Angie geboren en getogen is in Afrika. Jonathans grotere bekendheid heeft te maken met het feit dat hij het gezicht is van populaire wildlifeprogramma's als 'Africa Watch', 'Big Cat Diaries', 'Elephants Diaries' etc. Hij werd gelanceerd in de fotografie via de tekenkunst, waarin hij een grote voorliefde voor fauna en flora ontwikkelde. Wat in het begin zuiver referentiemateriaal was voor zijn tekeningen, groeide uit tot een professionele passie. In zijn ontwikkeling als fotograaf liet Ross zich zowel door tekenaars, fotografen als cameramannen inspireren. De competitie is intussen zo bikkelhard dat hij aankomende natuurfotografen aanraadt om zich in natuurdocumentaires te specialiseren. Naast Afrika, waar Scott o.m. de met uitsterven bedreigde Afrikaanse wilde hond documenteerde (goed voor de titel Wildlife Photographer of the Year) en met zijn echtgenote de Mara-Serengeti vastlegde, bezoekt het koppel al 15 jaar Antarctica. Zo konden ze de impact van mens en het veranderende klimaat op het door iedereen geclaimde werelddeel vaststellen. Hun boek Antarctica neemt tevens de geschiedenis die daaraan voorafgaat, onder de loep, maar centraal staan de diersoorten die elke dag opnieuw in barre omstandigheden moeten overleven. Je krijgt een smaakmaker van Jonathans tekentalent voorgeschoteld, maar het is vooral de prachtige fotografie die dit stevig onderbouwde relaas over de verhouding tussen mens en dier op de Zuidpool stoffeert.
Pinguïns komen vrijwel uitsluiten voor op het zuidelijke halfrond. Ze worden vaak geassocieerd met Antarctica, maar koloniseren net zo goed gebieden in Zuid-Amerika, Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland. Het zijn vooral de kleinere exemplaren die in sub-tropische en zelfs tropische gebieden leven, maar er zijn fossielen teruggevonden van prehistorische pinguïns zo groot als mensen die dicht bij de evenaar leefden. Wetenschapsjournalist en wildlife fotograaf Wayne Lynch exploreert de grote variatie in Penguins of the world. Van de 17 soorten die hij achterin beschrijft, zijn er slechts vijf die in Antarctica aan wal gaan, waarvan de keizerspinguïn en de adélie pinguïn de bekendste en meest voorkomende zijn. Het boeiende en esthetische fotomateriaal is er in de eerste plaats op gericht om het ethologische gedrag uit de beschrijvingen te illustreren. Meer specifiek toegespitst op Antartica is Hadoram Shitihai's A complete guide to Antarctic wildlife dat met de groeiende wetenschappelijke en toeristische belangstelling van het continent al aan zijn tweede druk toe is. Fotomateriaal en tekeningen van dit standaardwerk zijn zuiver gericht op de determinatie van de dieren.
Voor de meer doorgedreven kunstfotografie over de polen moeten we aankloppen bij Mireille De la Lez die de laatste vijf jaar het fragiele habitat van de Noordpool fotografeerde. In Vanishing world, the endangered arctic is de boodschap nooit ver weg dat het vijf voor twaalf is voor Arctica. Het is dan ook een uitgave die gesteund werd door het Wereld Natuurfonds en The International Polar Year 2007-2008. De la Lez en haar partner, projectleider en tekstschrijver Frederik Granath, dompelen zich letterlijk onder in de winterse arctische toendra. Maandenlang, één enkele keer tien maanden lang, zijn ze zonder assistentie onderweg met tent, voorraad en sneeuwmobiel in het eindeloze landschap ver van de bewoonde wereld. Een sneeuwstorm kan weken duren en het neemt soms maanden in beslag om een bepaalde foto te maken. Het geeft een idee van de jaren die in de realisatie van het boek gingen zitten. Mireille en Frederik brengen een verhaal van wit op wit en zwart op zwart, dat in de korte zomermaanden plaatselijk openbloeit in een kleurrijk palet. Om zo goed mogelijk op te gaan in hun omgeving werken ze nauw samen met wetenschappers uit verschillende domeinen. Zo staat de fotografie ook nooit los van een wetenschappelijke onderbouw. Eindeloze landschappen, portretten en close-ups wisselen elkaar af om een ijzige exotische wereld te evoceren, maar ook om tot een beter begrip van die wereld en zijn bewoners te komen. O.m. ijsberen, poolvossen, rendieren, zeehonden en walrussen krijgen hun plaats in een tegelijkertijd poëtisch en niets en niemand ontziend landschap, waarin leven en dood vervlochten zitten. Ondanks de waarschuwende titel Vanishing world is dit geen eindpunt en staan er nog verschillende boekprojecten rond de Noordpool in de steigers.
Steeds meer natuurfotoboeken komen tot stand in samenwerking met natuurbeschermingsorganisaties. Het fotoboek wordt zo een vehikel om de publieke bekendheid van een gebied, de fondswerving en uiteindelijk de bescherming van het gebied te promoten. Het hierboven behandelde Vanishing world zet de toon voor de Noordpool. Maar ook andere bedreigde gebieden als de Galápagoseilanden, de Pantanal of de koraalriffen roepen om aandacht.
Als peuter migreerde Tui De Roy met haar Belgische ouders naar de Galápagoseilanden, een nieuw leven tegemoet. Ze groeide op tussen wetenschappers en de wereldberoemde studieobjecten van Charles Darwin en kon uit eerste hand de impact van de mens op de eilandengroep waarnemen. Na 35 jaar op de Galápagoseilanden woonde ze de laatste 15 jaar in Nieuw-Zeeland (South Island), maar bezoekt de eilanden nog regelmatig om haar indrukwekkende fotodatabank aan te vullen. Hoewel ze heel wat biotopen van pool tot pool gefotografeerd heeft, blijft het documenteren van de natuur op de eilanden haar levenswerk. Een staalkaart daarvan vind je in de uitgave Galapagos, islands born of fire. Als fotograaf en natuurkenner is ze de gids bij uitstek om deze eilanden te verkennen. Vertrekkende van de geschiedenis van de vulkanische eilanden en haar eigen geschiedenis op locatie, behandelt De Roy een aantal locaties en soorten (leguanen, landschildpadden e.d.) die bepalend zijn voor het leven op de Galágaposeilanden. Centraal staat ook de kwetsbaarheid van het gebied door de groeiende bevolkingsdruk en de impact van geïmporteerde soorten. De Roy gelooft niet in het plannen van foto's. Ze dompelt zich onder in haar biotoop om het vliedende moment in het juiste licht te vatten. De combinatie van foto's en tekst staat garant voor een unieke rondreis op de eilanden. De uitgave kwam tot stand in samenwerking met de Charles Darwin Foundation en de International League of Conservation Photographers.
De Duitser Theo Allofs evolueerde in 1995 van de reis- naar de natuurfotografie, waarin hij een internationale reputatie uitbouwde. Hij heeft zich gespecialiseerd in bedreigde diersoorten en habitats. Als laureaat (2003) werd hij opgenomen in het overzichtswerk Light on the earth, two decades of winning images en in 2006 kreeg hij nog een speciale vermelding binnen dezelfde Wildlife Photographer of the Year competitie, resp. voor een kraaienportret en een luchtfoto van een overstroomd deltagebied in de categorie 'Wild Places', beide foto's genomen in Australië. Het relatief onbekende Pantanal, South America's wetland jewel, een wetland dat grotendeels in Brazilië ligt, vormt het onderwerp van zijn nieuwste publicatie. Kaaimannen, reuzenotters, tapirs, jaguars en reuzenmiereneters zijn enkele van de soorten die hier gedijen in een gebied twintig maal groter dan de Everglades. Maar de dieren zijn niet alleen in 's werelds grootste wetland. Er is de rijke cowboycultuur van de Pantaneiros en de groeiende ontwikkeling van landbouw en industrie. Om het gebied te vrijwaren heeft Conservation International sinds de jaren '90 in het gebied een programma lopen om ecologische bescherming en economische activiteit met elkaar te verzoenen. Ecologische bewustwording bij de lokale bevolking, de ontwikkeling van private reservaten en inkomsten uit het groeiende ecotoerisme zijn daarbij de sleutelwoorden. In beelden exploreert Allofs achtereenvolgens de Pantaneiros, de wetlands, graslanden en bossen om uiteindelijk bij de succesvolle reïntroductie van de kaaimannen uit te komen. De toegankelijke, begeleidende teksten zijn van de hand van wetenschappers van Conservation International. Allofs zelf benadrukt met enige trots dat geen van zijn foto's digitaal bewerkt werden en dat vrijwel alle dieren in het wild gefotografeerd werden in hun natuurlijke habitat. Een foto van de fotograaf in actie, terwijl zijn ontbloot bovenlijf boven de watervegetatie uitsteekt, moet die stelling ongetwijfeld kracht bijzetten.
Soms verenigen de fotografen/cameramannen zich in een collectief, zoals bij Scubazoo, dat zich volledig focust op het documenteren van het onderwaterleven in het algemeen en de kwetsbare koraalriffen in het bijzonder. Reef, exploring the underwaterworld is opgevat als een exploratie van de zeelandschappen, de biodiversiteit onder het wateroppervlak en de variërende technieken waarmee de zeebewoners hun overleving trachten te verzekeren (misleiding, schoolvorming, symbiose e.d.). Aangezien het team elke dag van het jaar kan duiken worden heel wat zeldzame soorten en gedragingen gedocumenteerd. Achteraan wordt een sectie gewijd aan de riffen van de wereld, hun conservering en de productie van het boek. Gezien de expertise van het team beschikken we niet enkel over een uniek fotoboek dat de dieren in hun biotoop en context plaatst, maar ook over een indrukwekkende documentaire van een half uur op de bijbehorende DVD. De uitgave werd gerealiseerd in samenwerking met de Marine Conservation Society. Opvallend is dat soms Britse uitgaven van Dorling Kindersley in Nederlandse vertaling bij National Geographic verschijnen.
De Duitser Thorsten Milse heeft zijn reputatie gedeeltelijk opgebouwd met de fotografie van jonge dieren. Zo was hij in 2005 eerste opvolger in de Wildlife Photographer of the Year competitie (categorie 'Behaviour ? Mammals') met de foto van het achtereind van een ijsbeer gevolgd door twee welpjes. Het boek Little polar bears (Bucher, 2006) werd een succes en intussen verscheen bij dezelfde uitgeverij Growing up wild. De ijsberen konden natuurlijk niet ontbreken en worden nu vergezeld door keizerpinguïns, Indische tijgers, grijze kangeroes, cheetahs en berggorilla's. Geen vrijblijvende wollige kiekjes, maar foto's die samen met de tekst van wetenschapsjournalist Uta Henschel het groeiproces van de kleintjes duiden in onderlinge interactie of met hun volwassen soortgenoten. Milse heeft er het handje van om van uitvoerig gedocumenteerde dieren nieuwe of verrassende facetten te tonen. Zijn typische stijl omvat een rijk kleurenpalet, een laag perspectief en een brede hoek. Achterin beschrijft de fotograaf kort de verschillende locaties waar hij gewerkt heeft.
Een dier als een mens benaderen is volledig uit den boze in de natuurfotografie. Je hebt dan ook een celebrity fotograaf als Jill Greenberg nodig om zonder verpinken een grappige, fascinerende maar al te menselijke reeks Monkey portraits te maken. De apen en primaten zitten overduidelijk in een opnamestudio, wat elke band met de natuur teniet doet. De expressies die vastgelegd worden, krijgen menselijke opschriften mee als 'de misantroop', 'verbaasd' of 'afstandelijk'. Zo wordt de ethologie hier overboord gegooid voor een gecoiffeerd effectbejag. Dat neemt niet weg dat Greenberg indrukwekkende portretten neerzet die beklijven, zeker als ze levensgroot werden tentoongesteld. Alle BA's (Bekende Apen) komen uit Amerikaanse dierentuinen en luisteren naar namen als Kenuzy (chimpansee), Pumpkin (orang oetan) of Azumah (mandril).
[Kris van Zeghbroeck]
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.