De zaak-Henry Kissinger
Christopher Hitchens
Christopher Hitchens (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Meulenhoff, cop. 2008 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GODSDIENST : 206 HITC |
31/12/2008
Met de schenenschoppende titel van dit boek doet de omstreden Amerikaanse journalist Christopher Hitchens zijn reputatie alle eer aan. De auteur gaat dan ook in op een omstreden onderwerp: hij wil aantonen "hoe religie alles vergiftigt". Veeleer dan tegen (een) God fulmineert Hitchens tegen het "georganiseerde geloof" en tegen het geloof in dat geloof.
Volgens de auteur gaat het boek "over het oudste onderwerp in de menselijke geschiedenis, maar in de periode dat ik eraan schreef, moest ik mijn werk bijna wekelijks onderbreken om deel te nemen aan het debat dat er nog altijd over wordt gevoerd." Het thema moet de kloof overbruggen tussen actueel en tijdloos, tussen concreet en abstract, tussen objectief en subjectief. Enkel door een eigenzinnige aanpak kan deze brug worden geslagen. De auteur beseft dit en neemt deze verantwoordelijkheid met verve op zich.
Hitchens begint zeer feitelijk aan zijn werk, met een suggestieve analyse van de verschillende heilige boeken en van enkele historische en actuele gebeurtenissen. Deze uiteenzetting, hoewel vlot en verhelderend, is zeer modernistisch en rationalistisch, zodat het soms kortzichtig en eenzijdig wordt. Het boek evolueert gelukkig wel naar een wijze eruditie.
Hitchens toont zich ondertussen als een ware essayist: God is niet groot is nl. anekdotisch, associatief, concreet, en eerder pamflettistisch dan cultuurwetenschappelijk. De stellingname is duidelijk. Enkel solipsisme, een van Hitchens favoriete woorden, kan ertoe leiden "dat iemand denkt dat het universum zich met zijn lot bezighoudt." Dit filosofisch egoïsme is de ware bestaansreden van elke monotheïstische religie, "het plagiaat van een plagiaat van een gerucht van een gerucht van een illusie van een illusie die tot in de lengte der dagen teruggaat om een paar non-gebeurtenissen te verzinnen."
Verder wordt ook duidelijk gesteld waar "het zoogdier", zoals de mens veelvuldig wordt genoemd, aan toe is. Hitchens ontkent ieder verband tussen ethiek en religie: "Menselijk fatsoen komt niet uit religie voort." Hij bepleit "seculier pluralisme, en het recht NIET te geloven of te moeten geloven." Bewonderende beschouwingen over het geloof van o.m. Spinoza en Einstein geven deze eis reliëf.
Hitchens schrijft heerlijk hoogdravend, stilistisch doordacht en waar nodig meesterlijk retorisch en ironisch relativerend. Het is duidelijk dat hij zijn hele leven bezig is geweest met het schrijven van dit boek. Het resultaat is nl. een vakkundige aaneensluiting van informatie, mening en kritiek, die een nauwkeurige, nadenkende lezing verdient. Ongeacht de geloofsovertuiging van de lezer zal dit doorleefde levenswerk aanzetten tot nadenken, beoordelen en herbeoordelen.
Om te geest vrij te maken voor de "nieuwe Verlichting" die Hitchens bepleit, "is het noodzakelijk de vijand te kennen, en je erop voor te bereiden ervoor te vechten." In deze laatste woorden lijkt de auteur zijn uitgebreid pleidooi tegelijk te bevestigen en omver te werpen. De woorden die onderwerp waren van zijn vernietigend j'accuse ? vijand, vechten ? worden conclusie van het boek. Verraster dan ooit laat hij de lezer achter, ver van elk doel, maar met waardevolle bagage. [Bram Demulder]
Drs. P.W.A. Stuurman
In negentien hoofdstukken trekt de auteur - journalist, publicist en recensent - van leer tegen religies. Vooral op de geïnstitutionaliseerde vormen ervan, wereldgodsdiensten, maar op ook personen daarbinnen richt hij zijn kritiek. De aspecten macht en seksualiteit in religies staan in het centrum van de belangstelling van de auteur, waarbij angst en eigenbelang als drijfveer voor machtsmisbruik en kortzichtigheid bij gelovigen worden genoemd. De auteur volgt Freud in diens hypothese dat religie voortkomt uit illusie, wensdenken, en dat religie niet nodig is voor de weldenkende geest. Mensen hebben meer aan literatuur en gezond verstand en een aangeboren geweten dan aan religie om de wereld leefbaar te maken. De toon van deze bestseller is polemisch en dogmatisch, en de auteur speelt vaak de man of vrouw in plaats van de bal. Gedegen argumentatie wordt niet geboden. Daarmee beoefent de auteur datgene wat hij aanvalt: leerstelligheid. Hij is ex-trotskist, christelijk en joods van afkomst, en inmiddels naar 'rechts' neigend, bijvoorbeeld in het Irakdebat. Zijn boek is veel te kort door de bocht, rommelig en geen bijdrage aan een waardig debat.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.