Zeik
Herman Brusselmans
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Prometheus, 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 1407 |
Mark Cloostermans
te/ep/07 s
De boeken van Herman Brusselmans zijn als de afleveringen van FC De Kampioenen . Zelfs de nieuwe episodes zien eruit als herhalingen. Alles is al gezegd, de enige reden om te blijven hangen is dat je de personages als persoonlijke vrienden bent gaan beschouwen. Heel af en toe doet Brusselmans de moeite om een personage te bedenken in plaats van de lezer af te schepen met een doorslagje van zichzelf. In de vorige roman kon lezend Vlaanderen kennismaken met de succesauteur Danny Muggepuut. Er overkwam hem niets, maar aan het einde van Muggepuut maakte het toeval hem één miljoen euro rijker. In De perfecte koppijn overkomt Danny andermaal niets, maar tot slot is hij toch weer één miljoen euro rijker.
Wie is Danny Muggepuut? 'Tien romans had hij geschreven, en hij was bezig aan z'n elfde, terwijl hij volgens zichzelf nog maar op het niveau stond van Wies Korevaar, de negentiende-eeuwse naturalist, die door een criticus in 1889 eens was omschreven als "dien onnozelaert die maar wat dwaasche woordjes achter malkander zet". Desondanks vond Danny Wies Korevaars derde roman, Den jongen met den vleesboom , erg goed.'
In De perfecte koppijn wandelt Danny heen en weer tussen zijn loft, cafés en restaurants. Hij heeft daar nutteloze gesprekken. Zo overlegt hij met Marietje Plufoer, de promotieverantwoordelijke van zijn uitgeverij, over de presentatie van zijn roman De gestolen waterleiding - maar daarna sterft Marietje in een treinongeluk. Danny heeft verschillende afspraken met muziekgroepen, om uit te zoeken welke hij zal boeken voor de presentatie; uiteindelijk boekt hij er geen enkele. Voor de verfilming van een andere roman rijdt hij naar Parijs, maar het project wordt afgeblazen. De leden van zijn geliefde minivoetbalploeg Real De Rakkertjes haken stuk voor stuk af.
Much ado about nothing , dus, en het mooie is dat Brusselmans dat consequent doortrekt in de stijl. Gaat het verhaal over overbodige gesprekken en ontmoetingen? Dan wordt alles op zo overbodig mogelijke manier beschreven. Een dialoog gaat bijvoorbeeld als volgt:
'Meneer Muggepuut, aangenaam, ik ben Piet Van Vloedt.'
'Ben jij dat?'
'Ja.'
In een andere scène bezoekt Danny zijn ouders: 'Hij wandelde naar de woning van z'n ouders. Op den duur belde hij aan. Z'n moeder, Hilda, deed open en begroette haar zoon als volgt: "Dag Danny." ' Een laatste voorbeeld: Danny zegt tegen iemand die rechts vooraan in de auto zit: 'Stap maar uit aan de rechterkant.'
De sleur bereikt een metaniveau als de schrijver zich begint te vervelen bij zijn eigen roman. Op bladzijde 58 noteert Brusselmans: 'Ik zit al op pagina achtenvijftig.'
Het is niet de eerste keer dat hij dit soort metagrapjes maakt. Als ik me goed herinner, zaten ze ook in De droogte . Evenmin nieuw, maar toch verrassend is het moment waarop hij de loop van het 'verhaal' onderbreekt met twee volledige pagina's losse zinnetjes, sommige alleen maar dwaasche woordjes achter malkander, andere met de kwaliteit van oneliners, zoals: 'Nu moet je eens goed luisteren, en ga dan maar naar huis.'
Brusselmans puurt veel melige grappen uit het letterlijk interpreteren van uitdrukkingen ('Nu vraag je me wat. Ik zal antwoorden.') en herhalingshumor ('ginder' wordt consequent 'gunder'). Kortom, hij haalt alles uit de kast voor een pretentieloze komedie, die voor één keer eens niet verziekt is door zelfbeklag of langdradigheden. Misschien heeft hij met Danny Muggepuut een nieuwe Guggenheimer geschapen, het personage dat de hoofdrol speelde in onder andere het uitstekende De terugkeer van Bonanza.
De perfecte koppijn is een Brusselmans grand cru. Het is een komedie over de overbodigheid van het leven en van alles wat wij doen. Brusselmans heeft de kunst van het overbodige uitgevonden: zijn nieuwste roman is een sublieme vorm van tijdverlies, een mooi huwelijk van inhoud en vorm. Als u dit decennium één Brusselmans leest, laat het dan De perfecte koppijn zijn.
Redactie
Niet letterlijk als vervolg op eerdere romans over de schrijver Muggepuut, maar daarop wel voortbordurend vertelt Brusselmans (1957) op zijn uiterst herkenbare wijze over het lief en leed van een hedendaagse romanschrijver. Muggepuut werkt aan zijn nieuwe roman en ondergaat de paradox van de moderne schrijver: aan de ene kant wordt een intensief publiekelijk leven door de uitgever en het publiek van hem verlangd, aan de andere kant wil de schrijver in afzondering aan zijn geestesproduct werken. Brusselmans neemt satirisch, Vlaams en humoristisch het uiterlijk vertoon van collega-schrijvers op de hak. In zestien aansluitende hoofdstukken van mooi zuid-Nederlands vertelt hij in zeer toegankelijke taal een voortdurend boeiend verhaal, waarin de personages snel uitgroeien tot mensen. Het boek lijkt autobiografisch, maar bij Brusselmans weet je dat nooit zeker. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.