Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Athenaeum-Polak en Van Gennep, 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 11300 |
Magazijn |
Athenaeum-Polak en Van Gennep, 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 6108 |
Besprekingen
31/12/2008
De as van mijn moeder, van mijn vader, van Paolo, Roberto en Giorgio rust in Auschwitz. Maria Luisa is geëindigd in een massagraf. Van Bice ken ik de plaats niet waar ze begraven ligt." Zo was het is Piera Sonnino's gebonden getuigenis van de verschrikkingen van Auschwitz. Als enige uit een familie van acht overleefde ze de naziterreur en in 1960 tekende ze haar nare herinneringen op onder de titel De nacht van Auschwitz. Pas een aantal jaar geleden belandde het typoscript, zestig pagina's zonder enige doorhaling of fout, bij de Italiaanse krant 'Diario'. Meer dan veertig jaar bleef haar 'dagboek' bewaard in een la bij haar dochters.
Al in de jaren 1934 en 1935 kondigt de tragedie zich aan voor de Italiaans-Joodse familie Sonnino, die sinds 1925 in Genua woont. Uit het Derde Rijk, waar de anti-Joodse Neurenberger wetten werden ingevoerd, stromen in hun stad dagelijks verjaagde Joden aan met onrustbarende berichten. De slachtoffers van het nazistische antisemitisme worden door hun geloofsgenoten opgevangen en ondersteund, maar de alarmerende woorden die ze spreken lijken "woorden uit een wereld die zo ver van ons afstond dat ze een werkelijkheid weergaven die de onze niet was." Na de uitvaardiging van de nationaal-socialistische rassenwetten in 1938 worden ook in Italië zowat alle rechten van Joden ontnomen en krijgt de familie Sonnino het steeds moeilijker. Toch duurt het nog tot 1943, wanneer de Duitsers Italië bezetten, dat de familie beslist om te vertrekken. Tevergeefs zoeken ze een veilig onderkomen buiten de stad, en omdat het hen te gevaarlijk wordt keren ze ten slotte terug naar Genua. In de stad is de situatie haast onhoudbaar: ze leven er als vluchtelingen en proberen er te overleven van het weinige geld dat de oudere broers toch heimelijk bij elkaar weten te werken. Op 12 oktober 1944 wordt de familie verraden en gearresteerd. Van Genua worden ze met vrachtwagens naar Bolzano gebracht om later gedeporteerd te worden naar Auschwitz. Tijdens de reis probeert geen mens te vluchten: "[...] ik houd het erop dat wat ons allen weerhield [om te vluchten] niet alleen de vrees voor represailles was, maar meer nog berusting in ons lot. Een soort fatalisme van lang geleden, eigen aan ons volk." Piera's woorden zijn hier net zo vol van berusting als haar stijl. Zij weet alles, van de innige liefde voor haar familie tot de infernale episodes in de vernietigingskampen, zo droog en nauwkeurig te beschrijven dat je als lezer voelt dat het zo was. Met geen enkel woord wordt gerept van de onderdrukkers en slechts met weinige van hen die hielpen.
Wanneer in Auschwitz de wagondeuren van hun trein woest worden opengeschoven, vangt Piera in een fractie van een seconde beelden op: "Beelden van een eeuwigheid. In de verte een hele reeks lichtjes en in de mist immense afrasteringen, als hoog oprijzende geraamten. Een zee van modder. IJskoude, donkere, modderige waanzin." Eén nacht brengt de familie nog samen door in een barak, de volgende ochtend worden ze in groepen verdeeld. Samen met haar zussen Maria Luisa en Bice wordt Piera naar buiten geduwd en laten ze hun familieleden achter. Hun ouders worden meteen vergast, hun broers later. De zusjes worden eerst naar Bergen-Belsen en later naar een kamp in de omgeving van Braunschweig overgebracht. Wanneer Maria Luisa opnieuw wordt overgeplaatst blijft Piera achter met haar jongere zusje Bice, die uiteindelijk voor haar ogen sterft aan dysenterie. Na de dood van Bice vindt Piera alleen nog gevoelens terug in haar geheugen, die indien mogelijk nog erger aangrijpen. Ze overleefde, bracht een aantal jaren van volledige willoosheid door in verschillende ziekenhuizen en keerde in 1950 voor het eerst terug naar Genua, "een stad waarvan ik had gedroomd, waarnaar ik had verlangd, tot gek wordens toe, die mij was voorgekomen als mijn thuis en die ik nu terugvond, maar zonder de mijnen?" [Jan Mertens]
Dr. J.L.G. v. Oudheusden
In 1950 keerde de Italiaans-joodse Piera Sonnino (1922-1999) naar Genua terug na een helse tocht naar Auschwitz en Bergen-Belsen te hebben overleefd. Haar hele familie bleek door de nazi’s vermoord. In 1960 typte zij een 60 bladzijden lang verslag met herinneringen, dat vervolgens tientallen jaren lang in een la bleef liggen. Pas in 2004 werd het in Italië gepubliceerd, waar het een bestseller werd. Het bleek dat Sonnino over uitstekende schrijversgaven had beschikt, naast een scherp geheugen en waarnemingsvermogen. Zij vertelt de geschiedenis van het gezin van zes kinderen. Hoe al voor de Tweede Wereldoorlog de antisemitische hetze begon, en hoe tijdens de oorlog de strop langzaam werd aangehaald. Hoe het gezin vervolgens werd gedeporteerd met bestemming Auschwitz. Ze spreekt met liefde over haar ouders, broers en zussen, die een voor een de dood in werden gestuurd omdat ze joods waren. Het resultaat is een juweeltje van een boek, de zoveelste getuigenis van de holocaust, en een die tevens aan de vele anonieme slachtoffers alsnog een gezicht geeft. Middenkatern met zwart-witfoto's.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.