Kaddisj voor een kut
Dimitri Verhulst
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Contact, 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 7355 |
Magazijn |
Contact, 1999 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 10758 |
Daniël Thielemans
i /un/03 j
Nogal wat jonge Vlaamse auteurs debuteren dit voorjaar bij belangrijke Nederlandse uitgeverijen. Zo is er Dimitri Verhulst (°1971), die zijn prozadebuut maakt bij uitgeverij Contact met de verhalenbundel De kamer hiernaast.
Verhulst begon als dichter met de bundel Werf en wrak en publiceerde verhalen in het NWT, De Brakke Hond, Deus ex Machina en Underground, waarvan hij trouwens redacteur is. Die tijdschriftverhalen zijn nu terug te vinden in De kamer hiernaast, dat wel als verhalenbundel wordt gepresenteerd, maar als je de negen verhalen na elkaar leest, zou je dit evengoed een roman kunnen noemen. Wat daar zeker voor pleit is dat de hoofdfiguur, die in elk verhaal dezelfde is en van elk verhaal de verteller, Dimitri Verhulst heet. 'Autobiografische roman' zou dus een vanzelfsprekender benaming zijn geweest, maar dat hebben auteur en uitgever om een of andere reden blijkbaar niet gewild.
De eerste verhalen gaan over de kinderjaren van de auteur. Hij groeit op in Reetveerdegem (?), in de Sukkelstraat. Vader is er postbode, drinkt zich een maagziekte, tot ergernis van zijn "waanzinnig dikke moeder". Verhulst beschrijft dat trieste huwelijk, dat onafwendbaar uitloopt op een scheiding, met een mengeling van tederheid en cynisme, met een zuurzoete vrolijkheid die een diepe tristesse verraadt. Dat droeve gevoel overheerst het hele boek, het vormt er de permanent aanwezige onderstroom van, "de tristesse was, en is, mijn maîtresse" staat er al op de derde bladzijde.
Aanvankelijk lijkt het of die half droeve, half vrolijke toon een gemakzuchtig maniertje van een jong auteur is - het zoveelste ironische relaas van het wel en wee van een getormenteerde jeugd, kwajongensproza over van de pijn van het prille zijn, het makkelijke, oppervlakkige en anekdotische gemekker over het jonge lijden. Maar al vlug wordt duidelijk dat Verhulst meer in huis heeft.
Elk verhaal is een stapsteen op zijn levenspad. We leren hem kennen als hij zeven is, als hij naar school moet bij jufrouw Christine, die hem leert schrijven. Thuis is het continu oorlog tussen vader en moeder, maar gelukkig is er Natasha, zijn zigeunervriendinnetje, en vooral Gina, zijn verleidelijke nichtje. Ze zijn de eerste liefdes in zijn leven, er zullen er later nog heel wat volgen.
Dimitri heeft ook nog een paar echte jeugdvrienden, onder wie Arne Moustache. Die heeft thuis een vleugelpiano staan en is voorbestemd om concertpianist te worden. Helaas, Arne verliest in een auto-ongeval zijn linkerarm en wordt dan maar partituuromslaander.
De jonge Dimitri doorworstelt die jeugdjaren met een bepaalde zorgeloosheid, al weet hij maar al te goed dat de dreiging niet veraf is. Zijn leven wordt plots heel anders als hij op kostschool moet omdat zijn ouders uit elkaar gaan. Het is alsof hij dan de volwassenheid binnenstapt, en vanaf dat ogenblik wordt ook de toon van de verhalen iets bitser, wranger. Hij probeert begint nog heel even aan een studie kunstgeschiedenis aan de universiteit, maar die wil niet zo best lukken. Dan maar naar de Balearen om er als animator in een vakantieclub de toeristen te amuseren. Dat rocamboleske verhaal, 'Sketches of Spain', een van de beste uit de bundel, springt er een beetje uit, en vormt als het ware even een adempauze op weg naar de finale: het titelverhaal.
In omvang is 'De kamer hiernaast' het langste verhaal, 42 bladzijden, en al het voorgaande komt erin samen: de thema's, de sfeer, de tristesse, de zielepijn. Dimitri zit in zijn woonkamer te wachten, terwijl zijn beste vriend vrijt met zijn vriendin Marieke. Dat gebeurt op verzoek, omdat Dimitri geen kinderen wil en Marieke wel. "Als Marieke meent dat een worp haar leven betekenis kan geven, dan heb ik niet het recht haar dat te ontnemen. Net zo min kan zij mij verplichten een kind te maken, er worden er al genoeg met tegenzin op de wereld gezet."
Terwijl in de slaapkamer het ritueel zich voltrekt, doodt Dimitri de tijd met het schrijven van, blijkt plots, dit en de andere verhalen. Ineens wordt ook duidelijk waarom in het derde verhaal terloops de zin opduikt die het leidmotief van het slotverhaal is: "In de kamer hiernaast vrijt mijn vriendin met mijn beste vriend." Het bewijst hoe nauwgezet Verhulst zijn verhalen heeft opgebouwd, hoe doelbewust hij lijnen uitzet en samenhang schept in wat uiteindelijk een verhalen-roman blijkt te zijn.
In het ingenieus opgebouwde titelverhaal demonstreert de debutant zijn niet onaardige métier. Wat een op het eerste gezicht vrij frivole situatie is, die in sommige handen makkelijk grotesk of platvloers zou kunnen worden, groeit uit tot een aangrijpende bezinning over het leven, het eigen bestaan, de zin van dit alles. Uiteraard wacht Dimitri met spanning af hoe het relationele experiment zal aflopen, want theorie is toch nog wat anders dan praktijk. Dat zijn vriendin de daad voltrokken heeft met zijn beste vriend raakt hem, als puntje bij paaltje komt, niet zo erg, wel dat ze vredig in elkaars armen liggen te slapen. Dàt is pas verraad.
"Zijn taal is de taal van de mokerslag," staat op het achterplat. Het lijkt me geen al te beste omschrijving, die het boek zelfs onrecht doet omdat ze een hard en modieus taalgebruik suggereert dat uit is op effect. En dat is Verhulsts proza beslist niet, het is integendeel weldoordacht en bestrijkt verschillende registers. Nu eens is het lichtvoetig, ironisch en baldadig fris, dan weer droef, in zichzelf gekeerd, vol opgekropte woede.
Vooral dat laatste heeft me getroffen. Meestal lees je verhalen over vaders die hun zoons terroriseren, hen mentaal knakken en voor het leven traumatiseren, terwijl de moeders de troostende engelen zijn. Bij Verhulst is het precies omgekeerd. Zelden zulke rancune, zulke innerlijke woede tegen de moederfiguur gelezen. Ze "nam medicijnen tegen kinderen, ik was haar enige ziekte", schrijft Verhulst, enig kind, over haar. Het blijft bij dit soort terloopse opmerkingen, in feite kom je over de moeder niet al te veel te weten, maar als het over haar gaat voel je dat het heel diep snijdt.
De kamer hiernaast is een debuut dat er zijn mag. Thematiek, opbouw, stijl, taal, het is alles even voortreffelijk - Verhulst is zeker een auteur met een eigen stem. Na Erwin Mortier is dit de tweede veelbelovende Vlaamse debutant van dit voorjaar. We mogen niet mopperen.
Redactie
Dit debuut van deze jonge Vlaamse schrijver (1972) bevat negen autobiografisch getinte verhalen, waarin de auteur in welhaast chronologische volgorde vertelt over zijn jeugdjaren, zijn ouders, zijn liefdes. De verhalen culmineren in het titelverhaal: in de kamer hiernaast vrijt zijn vriendin met zijn beste vriend; althans zo lijkt het. Verhulst schrijft een geserreerd, romantisch proza dat de lezer pakt. Het citaat van Jeroen Brouwers waarmee de bundel opent, verwijst naar de invloed die deze schrijver op de auteur zeker heeft gehad. Maar dat is geen moment hinderlijk; er blijft voldoende over om dit debuut om zijn oorspronkelijkheid te prijzen. Een mooi boek, beslist de moeite waard. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.