Money, money, money? : verhalen uit de geschiedenis van de popmuziek. Deel 1
Harry Knipschild
Harry Knipschild (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Bakker, 2008 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 244.6 KNIP |
31/12/2008
Iedereen heeft wel eens gehoord van de paters Scheutisten, de congregatie die haast synoniem lijkt met de katholieke "missies". De Belgische orde werd in 1862 opgericht om de "ongelovigen" te bekeren en wilde zich vooral richten op de prediking in China, met bijzondere aandacht voor de achtergelaten kinderen in dat land. Het ontstaan en de evolutie van die orde en haar activiteiten in China heeft de Leidse historicus Harry Knipschild onderzocht in een doctoraal proefschrift (2005), waarvan nu een vlot leesbare bewerking voor een ruimer publiek verschijnt.
Het boek begint met een gedetailleerde beschrijving van de herdenkingsplechtigheid die in Nijmegen in 1902 gehouden werd voor bisschop Ferdinand Hamer. Het eindigt met de gruwelijke marteldood van deze Nederlandse missionaris van Scheut in 1900, tijdens de Bokseropstand. De biografie van Hamer en de biografie van de orde van Scheut zijn helemaal met elkaar verweven. We lezen hoe hij in 1840 geboren wordt in een Nijmeegs kruideniersgezin, met 13 naar een kleinseminarie van de jezuïeten gaat, in 1864 priester wordt gewijd en toetreedt tot de twee jaar eerder opgerichte orde van Scheut in Brussel. Hij ronselt missionarissen in Nederland en maakt in 1865 deel uit van de eerste groep Scheutisten die naar China vertrekt. In de beschrijving van de ontwikkeling van Scheut in China komen we Ferdinand Hamer voortdurend tegen. We zien hem carrière maken en bisschop worden en we zien hem uitgerangeerd geraken in de machtsstrijd die zich binnen de orde ontwikkelt. Verder zien we hoe hij zich als oude man terugtrekt in een missiepost, bij toenemend Boksergeweld alle paters wegstuurt en alleen achterblijft bij de bekeerde Chinezen, tot aan de bloedige ondergang van de missiepost, die gevolgd wordt door zijn executie.
Er was natuurlijk een algemene reden waarom de westerlingen gehaat werden door veel Chinezen, en het boek verschaft genoeg achtergrond om die goed te vatten. De westerse mogendheden mengden zich in de interne aangelegenheden van de verzwakte Chinese staat, ruïneerden die door het invoeren van opium, dwongen verdragen af die hen allerlei handelsvoordeel opleverden enz. Maar er was ook een concrete reden voor de terechtstelling van Hamer. De christenen onder zijn bestuur hadden immers geprobeerd grond van niet-christenen in beslag te nemen voor de missie, en hadden daarbij meerdere mensen omgebracht. Ook al was de bisschop niet de directe opdrachtgever van de slachting, hij werd er welaansprakelijk voor geacht, en hij stond uiteindelijk terecht voor moord.
In feite is zijn executie maar een culminatiepunt van een tendens die de missionering kenmerkte en gehaat moest maken. De missionarissen opereerden binnen de context van het westerse kolonialisme en waren een onderdeel van de imperialistische inmenging in China. Leopold II had in 1861 zijn koloniale begeerte op het Oosten gericht en wilde daar een deel van de buit pakken, en Scheut kreeg zijn persoonlijke aandacht. De paters importeerden niet alleen een Westerse godsdienst in China, maar deden dat ook met loyauteit aan hun staat van herkomst. De brieven en artikels die zij schreven, getuigen vaak van gebrek aan respect voor de Chinese cultuur en samenleving, van neerbuigendheid en arrogantie en gebrek aan menselijkheid, soms tot in het criminele toe. Overigens waren de paters ook soldaten van Christus in de zeer letterlijke zin: "Als er iemand vooruit durfde te komen naar de poort, die kreeg enige schoten naar zijn kop. Zo hebben wij er vijf of zes neergelapt," schrijft de Vlaamse missionaris Hendrik Bogaerts over de verdediging van zijn missiepost.
Een belangrijk stuk Nederlands en Belgisch verleden wordt in dit boek kritisch en verhelderend beschreven, en met veel bronnenmateriaal, met name brieven en oude foto's, weer tot leven gebracht. [Eric Hulsens]
Ton Smits
In deze tijd waarin de invloed van en de kritiek op China in het Westen en in Afrika actueel zijn, herinnert dit boek aan een periode van Europese economische en religieuze expansie in het Oosterse keizerrijk. Met name gaat het over de rol van de katholieke kerk die in de negentiende eeuw haar missionarissen, onder meer uit Nederland en België, uitzond om in het voetspoor van handelaren en militairen zoveel mogelijk Chinezen te bekeren. De Nederlandse bisschop Ferdinand Hamer werd een van de centrale figuren in deze geschiedenis en krijgt dan ook veel aandacht van de auteur die als docent geschiedenis verbonden is aan de Universiteit Leiden. De kerkleider werkte ongeveer dertig jaar in China, alvorens te worden gemarteld tot de dood erop volgde tijdens de zogenoemde Boksersopstand die plaatsvond in 1900. Velen van zijn medemissionarissen ondergingen hetzelfde lot; zij werden als 'soldaten van God' martelaren die hun leven gaven in een veelal meedogenloze botsing van beschavingen. Goed leesbare, sterk gedocumenteerde, gedetailleerde beschrijving van een uitzonderlijk voorbeeld in een zich herhalende reeks 'kruistochten' van macht tegen macht. Als bijlagen: noten, geraadpleegde bronnen, namenregister, archieffoto's in zwart-wit.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.