Alice in Wonderland
Lewis Carroll
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Rubinstein, cop. 2007 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : MAKKELIJK LEZEN : LUISTERBOEKEN : 9-11J: CARROLL, LEWIS |
31/12/2006
Alice was een favoriet van Koningin Victoria. Ze is voor vele generaties kinderen een van de allergrootse figuren uit de kinderliteratuur. Ze inspireerde toneelschrijvers, filmregisseurs en vele illustratoren, die echter nooit de oorspronkelijke tekeningen van John Tenniel (1820-1914, beroemd om zijn politieke karikaturen in het tijdschrift 'Punch') hebben overtroffen. Ze was en is voer voor psychologen. Ze fascineerde en fascineert letterkundigen, taalkundigen, biografen en logici. Ze beïnvloedde experimentele schrijvers als James Joyce en Raymond Queneau. De surrealisten omarmden haar. De popgroepen Jefferson Airplane ('White Rabbit') en de Beatles ('I am the Walrus') werden door Carrolls verhalen over Alice geïnspireerd. En Alice's bizarre, soms bevreemdende avonturen leidden en blijven leiden tot meerdere vertalingen in praktisch elke taal, ondanks, of misschien juist wel dankzij het feit dat Carrolls meesterlijke woordspelingen, taalvondsten en zotte nonsensparodieën op kinderrijmpjes bijna onvertaalbaar zijn.
Ook onder de Hollandse luchten verschijnt Alice met regelmaat. Afgelopen jaar bv. is dé naoorlogse vertaling uit 1947, De Avonturen van Alice in Wonderland en het Spiegelland, van C. Reedijk en Alfred Kossmann, uit de boekenkist gehaald en omgetoverd in een luisterboek. Jammer is dat Jeroen Kramer, in Nederland bekend van het televisieprogramma Klokhuis, alleen De avonturen van Alice in Wonderland voorleest en dat de avonturen in Spiegelland, waarvan Reedijk en Kossmann de eerste Nederlandse vertalers waren, niet ook is opgenomen. Jammer, omdat Kramers stem Carrolls 'Wonderland' knap tot leven brengt en hij dus een mooie kans had om Spiegelland, waarvan de inhoud in Nederland minder algemeen bekend is, steviger te verankeren in onze werkelijkheid.
Kramer leest met vaart alle twaalf hoofdstukken voor die door steeds hetzelfde lichtvoetige muziekje worden aangekondigd. De zotte kinderrijmpjes draagt hij overtuigend in het juiste ritme voor en alle antropomorfische, naar Carrolls tijdgenoten verwijzende wezens als de Dodo (verwijst naar Carroll zelf, de schuchtere, stotterende Dodgson), het Witte Konijn, de Maartse Haas, de Hoedenmaker, de Hertogin, de Soepschildpad en de meedogenloze Hartenkoningin, geeft hij een geloofwaardig eigen stemmetje. Het is niet ondenkbaar dat alle taalvondsten en grappen in het luisterboek Alice in Wonderland door kinderen makkelijker worden opgepikt, dan wanneer zij het verhaal zelf lezen.
Maar, voor degenen die liever lezen dan luisteren zijn er voldoende goede Nederlandse Alice-vertalingen om tussen te kiezen. De prachtige en, omdat hij heel dicht bij het Engelse origineel blijft, veelvuldig geprezen vertaling van Nicolaas Matsier uit 1989 (Van Goor) is nog steeds verkrijgbaar. Vorig jaar verscheen een nieuwe zorgvuldige pocketvertaling -- met Tenniels originele illustraties -- van Akkie De Jong bij Kemper & Boekwerk. Uitgeverij Ad. Donker, die in 1947 de door Reedijk en Kossmann vertaalde boeken (met Tenniels tekeningen) voor het eerst in één band uitgaf, heeft ervoor gekozen de vertaling uit 1947 door Peter Bulthuis te laten herzien, moderniseren en completeren. In de vertaling uit 1947 waren -- bewust -- drie gedichten, waaronder het voor Carroll niet onbelangrijke inleidende gedicht, weggelaten, alsook de laatste vier alinea's van het slothoofdstuk, waarin Alice's zus nog wat verder mijmert over de zojuist gedroomde, bizarre avonturen.
Wat aardig is aan de uitgave van Kemper & Boekman is het stukje biografische informatie over Charles Dodgson als auteur en fotograaf. De bijgevoegde zwart-wit portretfoto's van Alice Liddell en Alexandra (Xie) Kitchin, een van Dodgsons lievelingsmodellen, zijn prachtig om te zien. De befaamde foto van Alice als kleine bedelares (genomen rond 1859) en de foto van Alice uit 1858, zittend op een stoel en dromerig voor zich uit starend, bewijzen dat Dodgson op enigerlei wijze 'gegrepen' was door de kleine Alice.
De vertaling van Akkie De Jong ontloopt die van Peter Bulthuis overigens niet heel erg. Beide vertalers hebben oprecht geprobeerd zo dicht mogelijk, voor zover dit haalbaar is, bij het originele verhaal te blijven. Waar Bulthuis voor "conversaties" kiest, kiest De Jong voor het toegankelijker "gesprekken". En waar De Jong "to curtsey" vertaalt in het letterlijke "een revérence maken", kiest Bulthuis voor het maken van een begrijpelijk "beleefd kniebuiginkje". In het zoeken naar de juiste balans tussen ouderwets en modern Nederlands lijken de vertalingen behoorlijk vergelijkbaar.
Wat De Jong beter oplost dan Bulthuis zijn Carrolls directe verwijzingen naar de Engelse taal en geschiedenis. De Jong koos ervoor geen nationaliteiten te noemen en in algemene zin naar 'taal' te verwijzen, terwijl Bulthuis de vertaling van 1947 handhaaft en 'Engels' en 'Engeland' vervangt door 'Nederlands' en 'Nederland', wat merkwaardig overkomt in een zo'n typisch herkenbaar Brits, Victoriaans boek.
Verder is een aantal hoofdstuktitels in de vertaling van Bulthuis te verkiezen boven die van De Jong. Hoofdstuk drie, 'A Caucus-Race and a Long Tale', waarin 'tale' zowel verwijst naar verhaal als naar de muizenstaart (tail) van de muis die aan Alice zijn droeve levensgeschiedenis vertelt, is door De Jong letterlijk als 'Een verkiezingsrace en een lang verhaal' vertaald, terwijl Bulthuis de door Reedijk en Kossmann gekozen titel 'Een verkiezingswedstrijd en een treurig verhaal' vernuftig heeft veranderd in 'Een verkiezingsronde en een verhaal met een staart', waarmee hij Carrolls oorspronkelijke woordspeling het beste tot zijn recht laat komen. Ook Bulthuis' handhaving van de oorspronkelijke vertaling uit 1947 van hoofdstuk tien 'The mock turtle's story' in 'Het verhaal van de soepschildpad', is gevatter dan De Jongs 'Het verhaal van de Nepschildpad'.
In het oplossen van Carrolls woordgrapjes kan je stellen dat Bulthuis gemiddeld net iets beter scoort dan De Jong. Daar waar de Engelse taal onvertaalbaar bleek, koos Bulthuis terecht voor een eigen vondst (of handhaving van een vondst van Reedijk en Kossmann). Zo heeft Bulthuis de discussie tussen Alice en de Hoedenmaker over Tijd tijdens 'Een dolle theevisite' behoorlijk vrij en vanuit de kracht en woordspelingen die de Nederlandse taal biedt, vertaald.
" 'If you knew Time as well as I do', said the Hatter, 'you wouldn't talk about wasting it. It's him.' 'I don't know what you mean,' said Alice. 'Of course you don't!', the Hatter said, tossing his head contemptuously. 'I dare say you never even spoke to Time!'. 'Perhaps not,' Alice cautiously replied: 'but I know I have to beat time when I learn music'. 'Ah! That accounts for it,' said the Hatter. 'He won't stand beating' ".
"'Als je zo vertrouwd was met Tijd als ik', zei de Hoedenmaker, 'zou je het niet hebben over een zij. Het is namelijk een hij.' 'Ik begrijp niet wat u bedoelt,' zei Alice. 'Natuurlijk begrijp je dat niet,'zei de Hoedenmaker, minachtend zijn hoofd schuddend. 'Als je het mij vraagt, zijn jij en Tijd geen goede maatjes.' 'Dat zou wel eens kunnen,' zei Alice voorzichtig, 'Ik heb hem dikwijls slecht gebruikt!' 'Ah!' Daar heb je het al,' zei de Hoedenmaker. 'Tijd vertikt het om misbruikt te worden'."
Alle Alice-vertalingen en moeilijkheden die daarin overwonnen zijn, tonen eigenlijk vooral wat een prachtige en krachtige en onvervangbare taalkunstenaar Carroll was. Carroll speelt met tijd, ruimte, snelheid en afstand, maar bovenal met taal. Hij speelt met de dubbelzinnigheid van taal, met het ritme en met de klanken. En met dat spel creëert hij spraakverwarringen die je soms, zoals Alice, doen duizelen: "De opmerking van de Hoedenmaker leek geen enkele betekenis te bevatten, maar toch was het goed Nederlands". Alice's reactie, "ik begrijp u niet helemaal", is meer dan logisch. Want alleen taal kan tegelijkertijd zinnig en onzinnig zijn.
Hiermee is gelijk het antwoord gegeven op de vraag waarom de excentrieke verhalen van De avonturen van Alice in Wonderland en Spiegelland ons onophoudelijk blijven fascineren, waarom er altijd weer nieuwe vertalingen zullen verschijnen, waarom er altijd weer nieuwe toneelbewerkingen zullen worden gemaakt, waarom er altijd weer artikelen zullen worden geschreven. Waarom Alice, ergens, "strijk en zet", "onder hoge zomerluchten", of Hollandse wolkenluchten altijd weer zal opduiken. Alice is onsterfelijk omdat zij 'taal' is en wij zonder taal niet kunnen leven. Het geheim van Alice is taal, zoals het ook ons geheim is. [Mirjam Noorduijn]
Redactie
Integrale weergave van het gelijknamige boek*, voorgelezen in 1991 door journalist en televisiepresentator Pierre Janssen. Alice holt een haastig, sprekend, wit konijn achterna en komt terecht in een heel wonderlijke omgeving vol merkwaardige dieren, zoals de Maartse Haas, het Witte Konijn, de waterpijp rokende Rups, de Kolummer Kat, de Nepschildpad (aanvankelijk de Initiatieschildpad) en de Griffioen. Het klassieke kinderboek uit 1865 wordt hier gelezen in de veelgeprezen, tekstgetrouwe, maar eigentijdse vertaling van Nicolaas Matsier. Op de omslag de oorspronkelijke illustraties van John Tenniel, met op de voorzijde de theevisite bij de Maartse Haas.