De wei van Koe
Paul de Moor
Paul de Moor (Auteur), Wout Olaerts (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Afijn, 2007 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : DEMO |
Julienne van den Heuvel
Uit de vorige twee boeken ('Zo moet het gaan als er iemand is' en 'God was in de keuken bezig'*) viel al op te maken dat de ik-figuur, een meisje, een bijzondere band heeft met Erasmus, haar oude buurman met zijn werkkamer vol boeken. Ook zijn vrouw Eva, met volgens de ik-figuur heksachtige trekken, is de kwaadste niet. Ditmaal is buurman met Mozart bezig en vertelt verhalen over diens jongste jaren, anekdotes die altijd weer naar eindigen. Daarnaast heeft het meisje haar eigen bespiegelingen; ze is erg eenzaam met een vader die zich verstopt in zijn werk en een moeder in Spanje. De auteur wil alles zo doordacht grappig verwoorden dat de taalvondsten zich opstapelen ('Mijn mama strijkt cello en mijn papa hemden'), wat al snel irriteert. Aan het eind wordt duidelijk dat de moeder van de ik-figuur is overleden, reden waarom het meisje nog weigert te spreken. Deze uitgave is minder filosofisch dan de vorige twee, maar nog sterk poëtisch. De paginagrote kunstzinnige illustraties in grijstinten, vaak op het nachtmerrie-achtige af (met een dito illustratie op het omslag), maken het boek er niet toegankelijker op. Voor een klein lezerspubliek vanaf ca. 10 jaar.
Sieglinde Duchateau
ua/an/22 j
In 'Bellen blazen in de violentuin' filosofeert Buurman Erasmus over de componist Mozart en zijn muziek. De ik-figuur, zijn buurmeisje, hoort het allemaal aan en heeft er haar bedenkingen bij. Het gaat er erg filosofisch aan toe en Erasmus (welke naam is meer toepasselijk?), geïnteresseerd in zowat alles en steevast omgeven door een muur van boeken, heeft een wel zeer bijzondere kijk op de dingen. Waarom eindigen zijn verhalen nooit positief, vraagt zijn jonge toehoorster zich wel eens af. Ze is behoorlijk bij de pinken in haar commentaar die ze met niemand, behalve met de lezer, deelt. Eigenlijk is het een eenzame figuur, met een moeder die haar eigen leven leidt ergens ver weg in Spanje en een vader die nooit tijd voor haar heeft (maar gelukkig wel de laatste kaartjes voor een voorstelling van Mozarts Toverfluit weet te bemachtigen). Bij de buren, die een zee van tijd lijken te hebben, vindt ze de nodige aandacht en op de koop toe leert ze er heel wat bij. Het boek is het derde deel over de erudiet Erasmus en zijn buurmeisje, na ‘Zo moet het gaan als er iemand is’ (over Darwin en de evolutieleer) en ‘God was in de keuken bezig’ (de geschiedenis van onze voorouders). Het opzet is leuk en het onderwerp best wel interessant, maar het lijkt bewust verwarrend geschreven, in een bijna onleesbaar taaltje. Het verhaal is een soort blauwdruk van de eindeloze monologen van Erasmus en de gedachtegang van de jonge hoofdpersoon. Wat deze vorm van filosoferen nu juist wenst bij te brengen, is me een raadsel, want over Mozart kom je niet echt veel te weten.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.