Vallen
Anne Provoost
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2007 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : PROV |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2007 |
VOLWASSENEN : ROMANS : PROV |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 1 |
Jeroen Versteele
il/pr/18 a
'Zo akelig, dit prachtige weer", zegt Anne Provoost. We zitten gezonnebrild in haar ommuurde stadstuintje in Borgerhout om te praten over In de zon kijken. Maar Provoost bevindt zich net in een politieke stroomversnelling en het klimaat dringt zich even op als meest urgente gespreksonderwerp. "Er zijn nog geen meiklokjes geweest en we zitten al met onze spaghettibandjes tussen de tulpen. We geloven niet meer dat dit een uitzonderlijke dag is, toch?"
Wat een dubbelzinnig gevoel de verschrikkelijke mondiale gevolgen van de klimaatverandering te kennen, maar te beseffen dat wij in België de komende tijd wel zullen genieten van lekker weer.
Anne Provoost: "Over die thematiek had ik het in De arkvaarders, mijn boek dat in 2001 uitkwam. Het is een hervertelling van het Bijbelverhaal van de zondvloed. Er is nog nooit zoveel melk en honing geweest. Enkel de uitverkorenen kunnen ervan genieten, de anderen zullen verdrinken. Eind jaren negentig was ik gefascineerd door de psychologie van mensen die weten dat het gevaar zeer waarschijnlijk onomkeerbaar is en dat slechts enkelen zullen ontsnappen. Nu wordt die onomkeerbaarheid ook bewezen.
"Vreemd hoe men geneigd is om in deze klimaatkwestie het worstcasescenario te negeren en Groen! nog steeds verwijten toe te werpen die gaan over de manier waarop ze communiceren, dat ze belerend zouden zijn of zo. Doet die vorm er nog wel toe? Als moeder laat je je kind toch ook niet op de reling van een brug lopen, alleen omdat het er misschien niet zal afvallen? Die rare hersenkronkel interesseerde me literair, maar sinds het begin van dit millennium groeit mijn besef dat romans schrijven niet genoeg is."
De arkvaarders is toch uitstekend ontvangen, veel gelezen en vertaald? In Amerika speelde het boek zelfs een rol in de discussie over atheïsme.
"Omdat eind vorig millennium al zoveel waarschuwingen weerklonken, niet alleen vanuit de literatuur, had ik verwacht dat de wereld zich zou herpakken. Blijkbaar heb ik me vergist. Ik ben opgetogen dat veel mensen uit het artistieke milieu nu toch de drang voelen om politiek kleur te bekennen. Toen ik Peter Verhelst vertelde dat ik wilde opkomen, zei hij meteen: 'Dat is een goed idee, ik loop daar ook over te tobben.' Enkele dagen later (afgelopen vrijdag, JV) besliste hij om zich ook op de lijst te zetten, ook al zit hij midden in theaterrepetities. Tom Kestens, de zanger van Lalalover, doet ondertussen ook mee. We willen niet langer zwijgen over het onheil dat we zien aankomen. En we willen ons als mensen die artistiek bezig zijn niet langer boven de partijpolitiek stellen. Ik heb nu de klik gemaakt: minder dan dit kan ik niet doen.
"In 2003, toen Groen! uit het federaal parlement werd gewipt, was ik geschokt. Ik voelde me persoonlijk aan de deur gezet, want er was plots niemand meer die mijn strekking vertegenwoordigde. Wie bewaakt nog het belang van kleinschaligheid, bijvoorbeeld? Ik denk niet antiglobalistisch, ik geniet van het feit dat de wereld steeds kleiner wordt, maar ik ben op mijn hoede voor ondoordachte schaalvergroting die de kleine mens aan de kant laat staan.
"En wat met een begrip als zorgzaamheid? Zullen we onze dijken verhogen en de eilandbewoners in Azië laten verdrinken? Zullen we ons vege lijf redden, of zoeken we oplossingen die ook goed zijn voor de boeren in de droogste gebieden van Afrika? Durven we het probleem in zijn totaliteit te zien, niet enkel op de schaal van het Belgische kiespubliek? Andere partijen tonen de ambitie om de klimaatverandering hier in te dijken, maar wie naar Siberië gaat om schone lucht te kopen, volgt de letter van het Kyotoprotocol, niet de geest."
In de zon kijken gaat helemaal niet over grote politieke thema's. U beschrijft hoe een blind wordende moeder op het Australische platteland de dood van haar man verwerkt.
"Politiek ging het er hier in huis zo energiek aan toe dat ik rust in mijn hoofd nodig had. Verstilling is voor mij even essentieel als actie. De twaalf hoofdstukken, die zijn opgevat als korte verhalen vanuit het observerende perspectief van de dochter van acht, spelen zich af aan de dunbevolkte kust van Australië. Zelf ben ik ondertussen een verstokte stadsmus, maar ik ben opgegroeid op den buiten en ik blijf naar het platteland verlangen. Ik vond een vervulling van dat verlangen door erover te schrijven. Misschien moeten we met zijn allen wat meer virtueel op reis gaan, in onze verbeelding, in plaats van steeds de ongerepte natuur te willen betreden. Als we echt de noodzaak voelen om landschappen zonder mensen te zien, kunnen we beter webcams installeren op de Himalaya of in de Gobiwoestijn."
U hangt geen geromantiseerd beeld op van het samenleven op het platteland. Uit de registraties van de jonge vertelster Chloë begrijp je als lezer dat haar moeder en haar halfzus zich na de dood van de vader vooral op hun eigen problemen concentreren. Wilde u zeemzoeterigheid vermijden?
"Ik zie geen verschil met hoe ik zelf met mijn kinderen omga. De eerlijkheid van mijn personages heb ik realistisch willen weergeven. Ze gaan inderdaad rücksichtlos met elkaar om, rechttoe rechtaan. Soms is dat pijnlijk en confronterend. Natuurlijk zijn er pedagogische principes en wil ik mijn kinderen beschermen, maar mijn allerbelangrijkste principe is dat ik ze niet wil bedotten. Mijn kinderen zouden het trouwens meteen aanvoelen als ik een dubbele agenda had. Wanneer ik kwaad ben op iemand, wacht ik niet tot mijn kinderen de kamer uit zijn om dat te laten blijken. Even later zullen ze er evengoed getuige van zijn dat ik vergevensgezind ben. Ik zou het niet verdragen mijn emoties te verstoppen voor mijn kinderen."
U bent het dus niet eens met lezers die vinden dat Chloë door haar moeder in de steek wordt gelaten?
"In de zon kijken is verteld vanuit het perspectief van een kind, maar door haar blik heen neem ik het op voor haar moeder. En die is zelf totaal in de war. Als hier iets ergs zou gebeuren met iemand die dicht bij ons gezin staat, zou ik evenmin mijn kinderen op de schoot nemen, het telefoongerinkel negeren en een heel pedagogisch verantwoorde uitleg geven zoals dat wel eens in Hollywoodfilms gebeurt. Nee, ik zou waarschijnlijk snauwen dat ze me even met rust moeten laten zodat ik kan telefoneren. Ik zou ze niet veel tijd kunnen geven, want die heb ik op zo'n moment zelf niet. Ik verdedig de moeder in In de zon kijken, want haar probleem is groter dan dat van het kind. Ze is haar man kwijt en ze wordt blind. Dus moet Chloë niet blijven zagen. (lacht)
"Ik ga wat kort door de bocht, maar dat is wel mijn levenshouding. Ik maak soms fouten, mijn kinderen ook. We kwetsen elkaar allemaal wel eens. Daarna verontschuldigen we ons. Dat is een eerlijke, gelijkwaardige relatie. Het lijkt me beter om je kinderen niet wijs te maken dat je ouderschap iets is wat zonder fouten verloopt, want hoe moeten zij het dan ooit nog aandurven om vader of moeder te worden?
"Kinderen moeten ook niet het gevoel krijgen dat de volwassenen altijd aan hun kant staan. Ze moeten iets hebben om zich tegen af te zetten, de mogelijkheid krijgen om subversief te zijn. Ik vind het kwalijk wanneer volwassenen zich al te zeer gedragen als bondgenoot. Kinderen hoeven je niet altijd te begrijpen, ze moeten opstandig kunnen zijn.
"Ik ben een grote fan van de Canadese schrijfster Alice Munro. Ook zij schrijft over de moeder-dochterrelatie. Niet alleen over de liefde en het zich in elkaar herkennen, maar ook over het verlangen van de moeder om zichzelf terug te vinden door mentaal afstand te nemen van haar dochter. Munro evolueert in haar werk in de richting van de ascese, hetgeen niets te maken heeft met lusteloosheid, ontgoocheling of depressie. Wanneer heb je de moed om met gerust geweten los te laten, om uit het moederschap en het schrijverschap te stappen? Omdat ik bij het schrijven van dit boek zo met mijn eigen beklemming en verstilling bezig was, vroeg ik me af of ik stappen zet in de richting van Munro. Zal ik ooit de ascese bereiken? In elk geval ben ik er nog niet aan toe."
Behalve bij haar moeder zoekt Chloë affectie bij dieren. Ontroerend is de scène waarin ze zich bij haar pony verontschuldigt omdat ze al haar aandacht op een stervende hond heeft gericht.
"Ja, ze voelt zich alsof ze ontrouw pleegde. Ik dicht een groot belang toe aan dieren in een kinderleven. Chloë kan goed observeren en gesofisticeerd nadenken, maar ze beschikt niet over de woorden om haar gedachten te stroomlijnen, interpretaties te formuleren. Ze begrijpt wel wat er aan de hand is, zonder grote theorieën of psychologische inzichten te kunnen verwoorden. Mijn bescheiden hypothese is dat kinderen die onmogelijkheid tot communicatie herkennen in dieren.
"Ik zie begrip in de ogen van mijn jongste zoon Basil als hij naar een hond kijkt, zo van: 'Jij denkt ook van alles, hond, maar je kan het ook niet vertellen. Jij kunt alleen maar waf waf zeggen. Wel, zo voel ik me ook.' Basil is net als Chloë. Als er een knuffel uit zijn bed valt, verontschuldigt hij zich. (lacht) Mijn andere kinderen hebben nooit met knuffels gepraat, die zijn veel rationeler. Basil leeft totaal in zijn fantasie. Hij is ervan overtuigd dat hij een tweelingbroer heeft, Lisab, die in de riolen leeft. Ik vraag er niet te veel op door. (glimlacht) Basil is nu eens echt een kind waarvoor je kinderboeken schrijft."
U doet steeds verschillende jaren over het schrijven van een nieuw boek. Geniet u van de tussenperiodes, wanneer een roman net klaar is?
"Ik wil aan mijn volgende boek beginnen. Het verhaal zit al in mijn hoofd, ik moet alleen de tijd vinden om het uit te werken. Momenteel zit ik in een soort limbo waar ik even doorheen moet. Dat is het kostelijke aan schrijven: op het moment dat je zaken uit je boek wilt toetsen, begrijpt niemand waarover je het hebt. Nu het boek af is, krijg ik vragen over dat proces dat voor mij is afgesloten. Alle moeilijke beslissingen zijn genomen, alle vragen heb ik voor mezelf beantwoord: lukt het me heel het boek in de tegenwoordige tijd te schrijven? Wat is het effect van het ik-perspectief? Hoeveel informatie kan ik weglaten, welke associaties kan ik overlaten aan de lezer?"
Waarin schuilt voor u het schrijfplezier?
"In de onzichtbare, indirecte communicatie met mijn lezers. Ik zou niet schrijven als ik geen lezers had. Hopelijk praten ze terug, in hun hoofd. Daartoe gebruik ik vormelijke kunstgrepen, deconstrueer ik mijn verhaal, schraap ik expliciete informatie weg zodat lezers het opnieuw kunnen opbouwen in hun fantasie. In de zon kijken bevat genoeg leemtes en vliedende factoren om het op een verbeeldingsvolle manier te lezen.
"'Losse eindjes' noemde een criticus dat onlangs. 'Je komt nergens te weten waarom die moeder ooit naar Australië is geëmigreerd, of hoe het ongeluk met de paarden juist gebeurde.' Zo'n kritiek haalt heel het opzet van dit boek onderuit. Ik weet zelf goed waarom die vrouw daar woont. Ooit heb ik er een heel hoofdstuk over geschreven. Maar ik heb het weggeknipt, omdat Chloë zich als achtjarig meisje niet afvraagt waarom haar moeder twintig jaar geleden naar Australië verhuisd is. Ik ben ook een immigrant in Antwerpen. Mijn kinderen vragen niet: waarom wonen wij in Borgerhout? Ze vragen: waarom wonen oma en opa in de Westhoek. Dát is de vraag vanuit hun perspectief, en de vragen van het kind heb ik in dit boek willen stellen."
> Anne Provoost trok na haar studies in Leuven naar de Verenigde Staten, waar ze haar eerste jeugdroman schreef, Mijn tante is een grindewal. In 1994 volgde Vallen, dat in elf talen werd vertaald en meer dan 200.000 keer over de toonbank ging. De roman werd in 2001 verfilmd door Hans Herbots. In de zon kijken is haar vijfde boek. Provoost maakte vorige maand bekend bij de federale verkiezingen op te komen voor Groen!
> www.anneprovoost.be
> Chloë woont met haar moeder en halfzus op een ranch aan de Australische kust. Wanneer haar vader van zijn paard valt en sterft, verandert hun leven. In twaalf snapshotachtige hoofdstukken, kortverhalen bijna, beschrijft de auteur via de blik van het kind hoe de moeder de daaropvolgende maanden haar verlies verwerkt.
Jelle Van Riet
rt/aa/30 m
Personages turen naar de einder die een uitgestrekt landschap afzoomt, ze houden fotonegatieven tegen het zonlicht, ze kijken naar elkaar. Vooral dat. Een moeder kijkt naar haar kind, een kind kijkt naar haar moeder.
Maar onbeschermd in de zon kijken, is ook gevaarlijk. Wat gebeurt er als de blik, in dit geval van de moeder, wordt bedreigd? Provoost tast alles traag en delicaat af en doet dat met een vertelstem die door het oog wordt gestuurd.
Zo stil als het is in haar boek, zo levendig zijn de uren die we samen - ik naar haar kijkend - doorbrengen. Logisch, veel wilde fantasie heeft een mens niet nodig om zich 'Het leven zoals het is: Anne Provoost' voor te stellen. Een vrouw die naast schrijfster ook nog echtgenote, moeder van drie, buurvrouw, vriendin en betrokken inwoner van Borgerhout is, heeft, tenzij ze personeel in dienst zou hebben, veel omhanden. Nu ook het nieuwe boek er is en zij interview na interview geeft, zit de agenda zo mogelijk nog meer dichtgeslibd.
Levendig betekent naast druk, ook en vooral gezellig. Zeker in Provoosts huis, een plek waarvoor men ooit het begrip 'de zoete inval' moet hebben bedacht. Vanmiddag wordt ze op de VRT verwacht voor een radiogesprek, maar voor we afreizen, serveert ze ons nog een salade met geitenkaas, bakt ze wat kip op voor een hongerige zoon in examentijd, doet haar man verslag van een wijkvergadering en wordt er een praatje gemaakt met een buurvrouw. Ik kijk, volg en registreer, een beetje zoals Chloë in het boek dat doet.
,,Chloë Vanderweert woont met haar ouders en haar halfzusje op het Australische platteland. Als haar vader na een val van zijn paard om het leven komt, probeert haar moeder het bedrijf draaiende te houden. Langzaam verliest ze haar greep op de situatie.'' Bijna vind ik deze regels op de achterflap van In de zon kijken al te veel verraden. Een deel van het leesgenot bestaat er juist in dat je als lezer door de ogen van Chloë, een kind van omzeggens acht, naar alles en iedereen kijkt; een perspectief dat geen lineair verloop heeft en geen verbanden legt, waardoor je de witruimte vrij mag inkleuren.
Provoost: ,,Ooit hebben wij twee keer na elkaar op kerstavond wafels gegeten. Toen we dat een paar jaar niet meer deden, zeiden mijn kinderen plots met overtuiging: 'Mama, weet je nog, vroeger aten wij op kerstavond altijd wafels.' Schattig, niet? Hun leventje is zo kort, dat er nog geen tijdsperspectief is. Als ik als verteller Chloë inzicht zou geven in de tijd, zou ik een onrealistisch beeld scheppen.''
En dus sneed ze haar verhaal in twaalf hoofdstukken of twaalf schijfjes in de tijd. ,,Omdat ik zo resoluut voor de tegenwoordige tijd had gekozen, kon ik enkel springerig te werk gaan en situaties oplichten, wilde ik de authenticiteit bewaken. Een kind dat zijn moeder ziet huilen, stelt zich niet de queeste dat ook te situeren.''
Provoost reconstrueert niet, maar registreert en nodigt de lezer uit om mee te kijken. ,,Dat zou ik missen als ik niet meer kon zien, die zonsondergang. Die schakeringen van oranje, rozerood, ossenbloedrood. Ik zie nog hoe mooi het is, zie jij het ook?'' vraagt de blind wordende moeder aan Chloë.
Het is een vraag van de auteur aan de lezer: kijk je wel goed, zie je wat er te zien valt? ,,Dichter bij de poëzie dan dit zal ik vermoedelijk nooit meer komen, maar net zoals de dichter niet bewust of nadrukkelijk uitnodigt om te kijken, doe ik dat ook niet. Ik registreer alleen maar nauwgezet wat ik zie. Het is dus niet zo dat ik meer zie dan de lezers, alleen heb ik toevallig het arsenaal woorden om het talig te maken.''
Op de trein naar Brussel vertelt Provoost wat haar wél bezighoudt tijdens het schrijven: de authenticiteit van dat kinderlijke standpunt. ,,Chloë voelt alles haarscherp aan, maar de taal is nog een barrière. Het is niet omdat kinderen iets niet kunnen interpreteren of in woorden omzetten, dat ze minder gevoelige platen zijn dan volwassenen. Wij onderschatten hen. Tot er iets gruwelijks op tv wordt getoond, dan moeten kinderen plots wel worden beschermd. De krassen op hun ziel worden echter niet aangebracht door wat ze zien op televisie, maar zijn dikwijls familiaal. Denk aan Ilana [ Chloë's halfzusje, red. ] die de indruk heeft dat haar moeder haar lelijk vindt. Dat is pas delicaat.''
In de zon kijken doet denken aan een roadmovie. Door de vertelstijl, maar ook door de setting en de vele 'stilstaande beelden' die Provoost oproept via de hobby van Chloë's moeder: fotografie. ,,Mij ging het dit keer om de vertraging, als rem op de sneltreinvaart van mijn eigen leven, maar ook als maatschappijkritiek op de existentiële ervaring hoe snel alles gaat. 'Melbourne zonder water' las ik net nog in de krant. Vroeger kwam er een keer in het jaar spectaculair nieuws, nu wekelijks. Let wel, ik ben geen antiglobalist in de zin dat ik problemen heb met het feit dat de wereld ons dorp wordt. Ik geniet daar zelfs van. Mijn kritiek zit in de schaalvergroting.''
En waar kan men beter verstillen dan in de uitgestrektheid van het Australische platteland? ,,Omdat veel van mijn familie uit de Westhoek is weggetrokken, neven en nichten naar Canada, Frankrijk, de VS en Zuid-Afrika zijn verhuisd, wilde ik nagaan wat het betekent om migrant te zijn. Daarbij koos ik bewust voor een voor mij vervreemdende plek, omdat mijn mentale oog daar meer ziet dan in mijn dagelijkse omgeving. Bovendien spreekt een papegaaienstruik mij als verteller meer aan dan een buxushaag.''
En je kan het ook over paarden, wombats en kaketoes hebben. ,,Als je verhaal zich zo te lande afspeelt, kun je niet om de dieren heen. Bovendien zijn dieren voor kinderen heel belangrijk; soms zo belangrijk dat zij de dood van een dier even erg vinden als die van een mens. Ik denk dat kinderen zich herkennen in de dierlijke beperking van het wel kunnen voelen, maar niet kunnen zeggen.''
Door voor Australië te kiezen, en voor een hoofdpersoon die fotografeert, kon Provoost ook volop spelen met licht. ,,Ik associeer licht met geluk. Volgens mij is iedereen onderhevig aan de verandering van de lichtinval. Wat mij atypisch maakt, is dat ik het benoem. Schrijven is kijken.''
Is zij bang om zelf blind te worden? ,,De nakende blindheid van de moeder was voor mij een vehikel om een ultieme verplaatsing te maken in iets waarvan ik hoop dat het mij niet overkomt. In een boek breng je altijd je eigen beklemmingen in kaart, anders stop je er geen tijd in, maar voor mij staat het verlies van zintuigen veel meer voor het ouder worden, de aftakeling.''
Tijd voor het live-interview door Nicky Aerts voor Neon op Radio 1. Als Provoost al nerveus is, dan is het haar zeker niet aan te zien.
,,Ik krijg het warm, noem het een soort van scherpstellen'', zegt ze wanneer we de radiostudio binnenlopen. ,,Ik hoop vooral niet nog eens te moeten verdedigen dat een kind wel degelijk veel begrijpt en aanvoelt.''
Het gesprek is nauwelijks begonnen als Aerts Chloë's woorden ,,wel erg volwassen'' noemt. Provoost verzet zich, voel ik, ze noemt kinderen met klem ,,gevoelige sensoren'' en stelt dat zij als schrijfster enkel de taal heeft als instrument om hun complexe gedachten over te brengen.
Nadat de radiotechnicus Closer van Travis heeft gedraaid, vervolgt Aerts het gesprek: ,,Ik werd echt niet happy van je boek. Bijna elk personage vecht.''
Van radiomaken heb ik geen verstand, maar verwachten dat je happy wordt van een boek met rouw en genezing als thema, vind ik vreemd.
,,Er zit ook veel licht in het boek'', weerlegt Provoost. ,,De personages putten kracht uit elkaar en er zit een duidelijke opwaartse beweging in, want de moeder verzoent zich met haar lot. Wat jij 'gevecht' noemt, noem ik 'zoektocht'. Zo ervaar ik het leven: niet als iets sombers, maar als een eeuwig aftasten. Zo liggen de kaarten, hoe ga ik ermee om?''
Terwijl ze op de radio zeer toepasselijk Kijk maar in de zon draaien, een voor An Pierlé geschreven tekst van Peter Verhelst, is Provoost - intussen zichtbaar scherpgesteld, want met stevig blozende wangen - alweer in een voorbereidend gesprek met Annelies Beck. Er wordt kort en hartelijk overlegd wat er zondag te gebeuren staat tijdens De zevende dag en uitgedokterd hoe het boek als dummy in beeld kan gebracht worden. Het is nog even wachten eer de drukker klaar is.
Op de retourreis naar Antwerpen praten we verder over dat eeuwige zoeken.
Wat als je met rouw moet omgaan? Kan je dan beslissen het te aanvaarden, zoals een personage zegt: ,,We hebben te veel ontzag voor verdriet. Op een dag moet het ophouden.''
Aanvaardt Provoost de dood als onderdeel van het leven? ,,Het is sneu dat de dood erbij moet horen, maar er is geen verzetten aan. Ik zou de zin van het leven in vraag kunnen stellen, want ik ga toch dood. Ik draai het liever om: nu ik toch weet dat ik doodga, kan ik het maar beter zinvol maken. Veel in het leven gaat over keuzes maken. Je kan getrouwd zijn en je afvragen of je met iemand anders niet gelukkiger was geweest, maar je kan ook blij zijn met je keuze.''
Provoost weet niet wat het is om een nabije geliefde te verliezen. ,,Heb je het recht over rouw te schrijven als je dat niet zelf hebt meegemaakt?'', ze stelt zelf de vraag en geeft ook meteen het antwoord. ,,Je behoudt in elk geval een zekere afstandelijkheid die zo'n verhaal goed kan gebruiken. Bovendien schrijf ik toch vooral om te doorgronden wat ik niet ken of begrijp.'' Die afstandelijkheid wordt nog versterkt door het kinderlijke perspectief, want Chloë slaapt wel slecht en ze voelt een leegte in haar maag die nooit overgaat, maar verder kijken we vooral door haar ogen naar het verdriet van haar moeder.
,,Misschien is het zien van het verdriet van de ander nog zwaarder dan zelf verdriet hebben. Misschien zou een kind zijn verdriet kunnen vergeten, als de omgeving het daar niet voortdurend aan zou herinneren. Ik herinner Toen mijn nicht gestorven was, speelden haar kinderen gewoon verder. Een volwassene rouwt de hele tijd, terwijl er bij een kind psychologische mechanismen zijn die een waslaagje aanmaken op hun gevoelige schijf.''
En dus wil Chloë dat het verdriet weggaat, ,,dat het leven terugkeert, dat het spijt krijgt van zijn vertrek''. Dit wenst Chloë wanneer de wanhoop van haar moeder het grootst is en zij haar 's nachts wadend in de kreek aantreft.
,,Zij is niet het type vrouw dat dood wil, denk ik, maar zij wordt op een gegeven moment wel heel boos op haar lijf. 'Waarom moet ik ook nog blind worden? Is het niet genoeg dat mijn man dood is', zoiets. Dat zit erachter, want voor mij gaat het boek ook over hoe we ons toch altijd mispakken aan ons ongeluk. Mijn personage denkt dat haar blindheid haar kruis is en is daar ook op gefocust, maar dan sterft plots haar man en wordt die blindheid haast bijzaak.''
Chloë wil weg van het verdriet, en dus ook weg van haar moeder. Ze voelt afkeer bij de gedachte met haar moeder in bed te liggen, maar evengoed stelt ze even later zelf voor bij haar te slapen. Dan wordt zij het moedertje. ,,Kinderen treden snel in die bemoederende modus, dat heeft ook weer met kijken te maken. Als je altijd gezien hebt hoe een ouder voor je zorgt, weet je ook hoe het moet. Kinderen kunnen harteloos veel lawaai maken als je koppijn hebt, maar ze kunnen ook je voorbeeld volgen en doen wat jij doet als zij ziek zijn. Daarom niet altijd direct met de juiste remedie - ik kreeg wel eens citroen met honing tegen maagpijn, maar ze groeien in hun rol, en bewijzen al op jonge leeftijd hoe goed ze zich in je pijn kunnen verplaatsen.''
Als eb en vloed, zo bewegen moeder en dochter zich naar elkaar toe en van elkaar weg. Soms ook geneert Chloë zich voor haar moeder. Zoals die keer toen ze in badpak verscheen en haar dochters het donkere schaamhaar zagen ,,dat aan haar liezen om haar badpak krulde''.
,,Kijken is nooit waardevrij'', aldus Provoost. ,,Vooral in een hechte relatie zit er altijd een oordeel in. Naar hun eigen kinderen kijken ouders zelfs volstrekt ongenuanceerd. Als ik alleen maar denk aan hoe fotogeniek ik mijn kinderen vind, dat is buiten proportie! Toch wordt mijn liefdevolle blik door hen vaak als controlerend ervaren. En kinderen kijken terug. Vriendinnen onderling doen dat ook, maar ouder en kind zijn voor elkaar nog ongecensureerdere critici, net omdat ze mekaars liefde niet kunnen verspelen.''
Ongecensureerd is ook de mening van Provoosts man, die thuis naar de radio heeft geluisterd. ,,Het liep wat lastig, hè?''
Na vijfentwintig jaar heb je aan horen genoeg om te weten hoe iemand zich voelt.
Herman Jacobs
il/pr/25 a
Anne Provoost heeft, na de vier stuk voor stuk met grote lof ontvangen en onder de prijzen bedolven jeugdromans die ze sinds 1990 heeft gepubliceerd, nu ook een roman tout court in het licht gegeven: In de zon kijken . De eerste juichende recensies zijn ondertussen al verschenen. Bizar, want deze nieuwe Provoost is niet bepaald een onverdeeld genoegen om te lezen.
Om te beginnen, klopt van het vertelstandpunt dat de schrijfster heeft gekozen geen hout. Elk woord in het boek zou een weergave moeten zijn van de wereld zoals ik-figuur en hoofdpersonage Chloë, een meisje van een jaar of, wat zal het zijn, acht?, negen?, hem waarneemt en ervaart. Na minder dan tien pagina's, wanneer je als lezer nog niet meer van Chloë weet dan dat ze 'het kleintje' wordt genoemd en nog geen tiener kan zijn, merk je al dat dat niet zo is. Zinnen als (cursivering van mij) 'Dat (de mannen) er op dit uur nog zijn, wekt verbazing ', ' Mij bereikt vooral de geur van tijm en rozemarijn' en (als Chloë iets tegen haar slapende halfzusje Ilana zegt) 'Haar slaap houdt haar helemaal vast, beschermt haar tegen mijn mededeling ' kun je bezwaarlijk geloofwaardig taalgebruik voor een kind noemen - en dit zijn maar drie van de gemakkelijk driehonderd soortgelijke voorbeelden die hier te geven zouden zijn. (Ook op nog een andere manier gaat het hier mis: als er een nieuw personage in het verhaal wordt geïntroduceerd, is Chloë vaak zo gedienstig zichzelf uit te leggen wie dat precies is, hoewel het zonder uitzondering om mensen gaat die zij heel goed kent, wat de uitleg zowel gekunsteld als potsierlijk maakt.)
Een tweede manco is de wijdlopigheid van deze overigens korte roman. Het uitgangspunt is dramatisch genoeg: Chloë, die met haar ouders en Ilana op het Australische platteland woont, verliest haar vader nadat die een lelijke val van zijn paard heeft gemaakt; haar moeder probeert daarna de boerderij draaiende te houden, maar verliest langzaam haar greep op de situatie - ook al doordat ze gaandeweg blind wordt. Maar omdat Provoost de authenticiteit van haar vertelperspectief kracht wil bijzetten door Chloë zogezegd als camera te gebruiken, gaan alles bij elkaar opgeteld pagina's en pagina's op aan zinledige registratie van wat er zoal in het blikveld van het meisje verschijnt. (Wat het nog saaier maakt, is dat het daarbij vaak dan ook nog eens niet om enige vorm van interactie tussen mensen of tussen mens en dier gaat, maar om iets statisch: een uitzicht, een interieur, een uiterlijk. Zo blijkt bijvoorbeeld de beenstand van personages van nogal wat belang te worden bevonden. Er wordt in dit boek menige mededeling gedaan aangaande het feit of iemand nu 'met één been opgetrokken', 'leunend op één been, het andere geknikt', dan wel 'met gestrekte benen', 'knieën over elkaar', 'de benen licht gespreid', 'knieën tegen de kin' en der-gelijke wordt waargenomen.)
Fundamenteler is de constatering dat het verhaal te vlak wordt verteld om de aandacht echt vast te houden. Moeder wordt na de dood van vader blootgesteld aan de blik van dochter, en omgekeerd (waarbij het, zie boven, van moederskant een steeds onscherper wordende blik is, wat de situatie nog gecompliceerder maakt: kinderen willen gezien worden door hun ouders) - het is niet dat het gegeven oninteressant zou zijn, verre van. Maar telkens als er dan eindelijk eens iets gebeurt dat boven de alledaagsheid uitrijst, laat Provoost het verhaal vervolgens toch weer terugglijden in de banaliteit - en niet dat laatste is het probleem, banaliteit is de stof waar levens van gemaakt zijn, maar wel dat die banaliteit hier nooit pregnant wordt: het blijft een baaierd van onbeduidendheid, die het verhaal verstikt met zijn talloze even concrete als betekenisloze details.
In de zon kijken doet, mede door de setting, wat denken aan werk van Kirsty Gunn en uiteraard ook, vanwege de identieke titel, aan Julian Barnes' roman uit 1986 - maar dat zijn voorbeelden waarbij Provoost verre ten achter blijft. Hoe het Chloë Vanderweert en haar moeder verder zou vergaan, is een vraag die geen seconde bij je opkomt zodra je dit boek uit hebt.
31/08/2012
Toen Anne Provoost in 1995 de eerste Gouden Uil jeugdliteratuur kreeg voor Vallen, rees ook meteen de vraag of Provoost wel een echt jeugdboek had geschreven. De schrijfster zelf leek het onderscheid tussen boeken voor jongeren en volwassen alleszins niet te willen maken. Ook In de zon kijken, haar eerste roman die in een volwassenenfonds verschijnt, laat zich ondanks het feit dat het verhaal vanuit het standpunt van een kind verteld wordt, niet echt binden aan een bepaalde leeftijdscategorie.
De protagoniste Chloe Vanderweert is een jong meisje, dat samen met haar ouders en haar oudere halfzus Ilana op het Australische platteland woont. Aan het begin van de roman verliest ze haar vader, die een ongeval krijgt met zijn paard. Chloe blijft alleen achter met haar rouwende moeder, die op de koop toe ook nog langzaam haar gezichtsvermogen verliest. Ilana gaat ondertussen voorgoed opnieuw bij haar vader wonen, omdat ze de aanwezigheid van haar moeder niet lijkt te kunnen verdragen.
Chloes moeder klampt zich vast aan haar oude liefde, de fotografie, aan de in verval geraakte boerderij en aan een aandoenlijke koppigheid en paranoia. Tegen beter weten in wantrouwt ze de bezorgdheid van buitenaf, zelfs wanneer ze nog maar amper genoeg kan zien om nog met de auto rijden. Chloe zelf lijkt de situatie alleen maar te kunnen ondergaan en te observeren. Langzaam aan lijkt ze ook zelf te worden aangetast door de tragiek van haar gebroken moeder. De late aanvaarding van hulp van buitenaf valt uiteindelijk samen met een beginnende aanvaarding van de dood.
In de zon kijken gaat in de eerste plaats over het verwerkingsproces van de rouw en over hoe ook die verblindend kan werken. Door het verhaal vanuit het standpunt van een kind te vertellen, tracht Provoost de lezer niet alleen te laten zien hoe de falende blik van de moeder ook op haar kind inwerkt, maar ze trekt ook de vanzelfsprekendheid van een volwassen perspectief in twijfel. Op zijn best levert dat bevreemdende beschrijvingen op, waarbij je de indruk krijgt dat er wel meer moet schuilen achter de door kinderogen gefilterde werkelijkheid.
Helaas is er ook een discrepantie tussen het vertelstandpunt en Provoosts stijl, die als vanouds erg uitgebalanceerd en gedetailleerd is. De erg doorwerkte beeldentaal valt immers moeilijk te verenigen met de leefwereld van een meisje als Chloe. Nog storender is echter dat de schrijfster zich al te vaak uitput in overbodige details. Het resultaat is een braaf soort realisme van een schrijfster die flink woorden gebruikt als ‘achtersingel’ (het gaat immers over paarden), om haar verhaal een zekere kundigheid te verlenen. Provoost weet duidelijk hoe ze een ‘degelijke’ tekst moet schrijven, maar haar degelijkheid durft al eens te vervelen. Dat er niet al te veel gebeurt in de roman hoeft daarbij uiteraard geen euvel te zijn, maar de wat dorre en kleurloze stijl kan het gebrek aan een meeslepende plot uiteindelijk niet doen vergeten. [Koen Sels]
Redactie
Van deze Vlaamse auteur (1964) verschenen eerder vier veelbekroonde ‘cross-over’ adolescentenromans. Hoofdfiguur in deze psychologische roman voor volwassenen is Chloë, ca. 9 jaar oud, die met haar ouders en halfzus op een boerderij in de Australische outback woont. Als haar vader sterft na een val van zijn paard, probeert elk gezinslid op eigen wijze het verlies te verwerken. Met kinderlijke, maar vlijmscherpe blik observeert Chloë haar rouwende moeder die op haar beurt haar dochters bekijkt met ogen, getekend door ziekte en verlies. Als halfzus Ilana naar haar vader in de stad trekt, blijft Chloë alleen achter met een halfblinde moeder op een farm die steeds verder verloedert. Het zijn de kleine, raak geobserveerde details die de kijkende personages (en lezers) duidelijk maken hoe beklemmend angst en verdriet toeslaan. Op het einde accepteert de moeder haar meervoudige verlies. Deze intense, confronterende roman, waarin vanuit een kinderlijk perspectief rouw in beeld wordt gebracht, dankt zijn slagkracht vooral aan de uitgepuurde, ingehouden, impliciete vertelstijl. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.