Het superkinddrankje
Marc de Bel
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Nieuw Amsterdam, 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 4929 |
ru/eb/17 f
De benjamin van de shortlist. Jan Van Loy is de genomineerde met de kortste literaire staat van verdienste. Zijn eersteling, Bankvlees , stond op de shortlist van de vorige Gouden Uil en won daarna de Debuutprijs. Deze jury spaarde toen zijn lof niet: ,,Een ontroerende, hilarische, burleske roman, ingenieus gecomponeerd, stilistisch sterk.'' Een paar maanden na de bekroning was de opvolger er: Alfa Amerika valt vooral op omdat het de vleugels ver uitspreidt in tijd en ruimte. Voorwaar geen alledaags boek.
Vier verhalen van ongeveer honderd bladzijden. Jan Van Loy speelt met onze verwrongen fascinatie voor het land van de Grote Belofte: we haten zijn president, maar raken verrukt door de complexloze branie waarmee het telkens nieuwe wegen inslaat. Een Vlaming trekt naar het vooroorlogse New York om er zijn fortuin te maken en keert later terug om dezelfde ambities op Antwerpen los te laten. Zanger Eddie Eijkelboom zoekt aan de andere kant van de Grote Plas eeuwige roem voor zijn band Jet-Cats. Halfweg de reis naar boven loopt de ballon leeg. Hoe kan je in je leven boven jezelf uitstijgen?
,,Het openingsverhaal vormt het bewijs dat Van Loy meer in zijn mars heeft dan Bankvlees deed vermoeden. Het is nu afwachten of deze auteur nog verder kan groeien, maar het lijkt erop van wel.'' ( De Morgen ). ,,Vooral de twee sterkste verhalen van deze bundel charmeren door hun durf om psychologische navelstaarderij opzij te schuiven en de werkelijkheid te lijf te gaan met het ongeproportioneerde lef waarmee een dronken aspirant-cowboy zijn eerste buffel omlegt'' ( De Standaard ).
,,Voor Alfa Amerika geldt hetzelfde als voor al mijn werk: ik schrijf wat ikzelf zou willen lezen. Nu en dan biedt een schrijver mij de perfecte leeservaring, maar dat wordt steeds zeldzamer. Ik word gemotiveerd door mijn onvrede met het hedendaagse literaire proza: het is te vaak een excuus voor amateur-filosofie en pseudo-poëzie, en als het dat niet is, wordt het meteen Grand Guignol. Of alweer de zoveelste aanbidding van de tristesse en de melancholie. Voor mij gaat het om de kunst van het verhaal, waarin de gebeurtenissen de filosofie en de poëzie zijn, en de passages met lyrische of intellectuele bedoelingen alleen uit de mond van domme en/of pretentieuze personages komen. W.F. Hermans, ooit een idool van mij, zei: 'je moet de lezer bij zijn oor nemen en door het verhaal sleuren'. Dat is mijn ambitie. Ik wil pijn in mijn oor en ik wil mijn lezers pijn in hun oor bezorgen.''
Dit is een boek voor wie de literatuur een klein beetje stout mag zijn binnen de grenzen van het leesbare. Voor wie literatuur op Humo mag lijken: goed geschreven en niet bedoeld voor de eeuwigheid. U hebt een treinabonnement voor Gent-Brussel en betoogde in uw studentenjaren tegen het imperialisme, toen u nog geen huis af te betalen had.
Als je eerste boek de longlist haalt en je tweede de shortlist, dan houd je de logica strak door slechts met je derde boek met de prijs aan de haal te gaan. Nog even wachten dus. Maar zwaarwegender dan deze koude logica is de constatering dat Alfa Amerika iets te wisselend van kwaliteit is en de zwakste verhalen het niet verdienen om op het hoogste schavotje te staan. Van Loy kan leuk vertellen maar zijn verhalen missen alsnog diepgang. Het verdienstelijke Alfa Amerika drijft iets te veel op stereotiepe beelden om een klassieker te worden.
Nieuw talent kan niet genoeg aandacht krijgen. Men klaagt wel eens dat onze letteren zo saai zijn omdat de onderwerpen niet van onder de kerktoren vandaan komen. Dan hebben we meteen de reden waarom naast Verhelst ook deze Jan Van Loy de prijs verdient. Hij is elegant uit zijn nest ontsnapt. Jan Van Loy vliegt hoog boven het begijnhof. We kunnen niet wachten op zijn volgende welgemikte stront op de middelmaat onder hem.
Opwarmer voor later.(jo)
ovj ■
Jeroen Overstijns
em/ec/16 d
Hoe de Amerikaanse droom vertalen op Linkeroever?
Verhalenbundel Alfa Amerika bruggen tussen Vlaanderen en Amerika. Grote inzichten zul je van hem niet vernemen, maar het enthousiasme
Een paar maanden geleden bedacht een jury hem met de palm van de Debuutprijs. En belaadde dus zijn volgende boek met torenhoge verwachtingen. Dat boek is er nu al. Alfa Amerika speelt zich af tussen Vlaanderen en het Nieuwe Continent. Jan Van Loy in Amerika, op zoek naar de vervulling van opgedrongen beloften.
Waarom schimpen Europeanen zo graag op de Verenigde Staten? Is het een overassertieve reactie op een onderhuids minderwaardigheidsgevoel? Is het jaloezie? Is het gewoon arrogantie omdat we meer geschiedenis hebben? Of is het die president?
Maar tegelijk vinden we Amerika toch ook altijd weer dat fascinerende land van de oneindige mogelijkheden. Onze verdrongen fascinatie speelt Jan Van Loy uit in vier lange verhalen en noemde het geheel Alfa Amerika .
In de bijna vierhonderd bladzijden van Alfa Amerika krijgen de twee continenten geen spatje meer inzicht in elkaar. Van Loy doet intellectueel bijna niets met de verhouding tussen de twee. Europa blijft een regio van corruptie en cynisme, maar ook van nuchterheid en besef van de historische trauma's. De VS is het thuisland van de grootheidswaanzin, het ongebreidelde optimisme en de buitenissige kapitalen die even snel weer verdwijnen als ze gekomen zijn.
Deze stereotypen omarmen is riskant, er dreigt bijvoorbeeld het gevaar van het sloganeske. Deze valkuil heeft Jan Van Loy niet kunnen vermijden. Alfa Amerika zeilt op beelden die vertrouwd aandoen, maar ook versleten zijn. Het gebrek aan meerwaarde is de achilleshiel van dit boek.
Alleen, daarmee hebben we het slechte nieuws ook wel gehad. In Alfa Amerika is immers een bijzonder gedreven verteller aan het woord, met achter hem een schrijver die zonder complexen aan het fantaseren is geslagen.
Vooral de twee sterkste verhalen van deze bundel charmeren door Van Loys durf om psychologische navelstaarderij opzij te schuiven en de werkelijkheid te lijf te gaan met het lef waarmee een dronken aspirant-cowboy zijn eerste buffel omlegt.
Het levert geen onvergetelijke literatuur op, maar wel een onderhoudend boek dat op zijn beste momenten authentiek ontroert. Het openingsverhaal, ,,Manhattan on the Left Bank'', steekt met kop en schouders uit boven de rest. Elegant legt het de link tussen de aspiraties van een kleine Vlaming die het wil maken in de Verenigde Staten tussen de twee wereldoorlogen, en een groter maatschappelijk verhaal.
Verrassend is dat Van Loy voor dat grotere verhaal niet de politieke dimensie kiest, maar zijn stuk situeert in de sfeer van aandelenspeculaties en vastgoedfuturisme. Hij slaagt erin om zijn verhaal vaart te geven, met veel personages en met een aangename homogeniteit in zijn strakke, lichtjes deftige verteltoon die de dramatiek mooi in de verf zet.
Ene Peter O'Neill wordt geboren in Antwerpen, maar kiest na het overlijden van zijn stiefvader voor de VS. Zijn grote gedrevenheid maakt hem daar al snel rijk.
O'Neill heeft de psychologische diepgang van een surfplank, maar Van Loy slaagt erin om in zijn wereld allerlei dingen te laten gebeuren waardoor je verder wilt lezen. Er gaan veel feestlichtjes aan, en met al die feestvreugde vergeef je de gebrekkige emotionele consistentie (bijvoorbeeld, waarom verklaart O'Neill nooit terug te zullen gaan naar Antwerpen en doet hij het even later toch?). O'Neill probeert de Amerikaanse droom te vertalen naar Linkeroever, maar de Tweede Wereldoorlog en te veel utopisme doen hem de das om.
In ,,De trein der tranen'' vind je enkel treurnis en tragiek. Daarin raakt de voor buren en familie wereldberoemde muzikant Eddie Eijkelboom na veel trekken en sleuren met zijn bandleden in de Verenigde Staten. Voor het echt iets kan worden, valt de droom in duigen en wordt Eddie een meelijwekkende schotelvod. Zijn universum verengt zich tot zijn stacaravan aan de rand van een snelweg. De op- en neergang van de Jet-Cats ontroert, maar het verhaal wordt vooral gedragen door de jongensdromerige muzikale aspiraties van Eddie. Waar kan dat beter dan in de VS? En wie steekt op elk historisch moment een flinke stok in de wielen? Het is de vrouw, altijd de vrouw.
Het vrouwelijk geslacht en haar gevaren is, naast Amerika, de rode draad door de dromen in dit boek. Haar aantrekkingskracht spoort aan tot kwaadheid, ongebreidelde verlangens, hoogmoed en verderf. Zelfs de politieagent die in ,,Bodega Vespucci'' infiltreert in een misdaadbende, struikelt over de gevolgen van zijn ontspoorde driften. Al is dat verhaal op zijn sterke momenten een betere Jef Geeraerts (lees: spannend maar zonder dat pathetische koketteren met de eigen wijsheid), vanaf het derde deel gaat het minder met Alfa Amerika .
Alfa Amerika is dus niet alleen een bundel met wisselende registers (georganiseerde misdaad, vastgoed en seks), maar ook met een wisselende kwaliteit.
Het laatste verhaal is bijvoorbeeld een flauwe zedenkomedie over hoe televisie zijn grenzen verlegt. De personages zijn flauwe doorslagjes van Goedele Liekens, Eric van Rompuy en een paar andere usual suspects van het ethische debat over televisie, maar dan twee afleveringen geleden. ,,Pornologie'' draait eerst om een tv-show waarin de kijker betaalt om blote borsten dan wel de natuur in al zijn glorie te zien. Daarna pikt het verhaal een paar personages uit het eerste deel op om een tweede verhaallijn te beginnen, over porno op Internet en een vader die zijn dochter met een compromitterende mondvol aantreft op een filmpje.
Er gebeurt iets grappigs met een dildo, maar daarna gaat alles de mist in. Dit verhaal is inhoudelijk te zwak om een statement over televisie te kunnen maken. Het heeft een ongeloofwaardige plot en een slechte structuur.
DAT laatste is ook bij de andere verhalen een teer punt. Van Loy laat zijn personages nogal eens onverwacht onder de tram lopen om er - snel snel, ik heb ineens een overdaad aan personages te besturen - vanaf te zijn. Hij moet zijn verhaallijnen logischer, met meer eenheid en zonder abrupte breuken opbouwen. Dan zullen personages die in het eerste deel de hoofdrol kregen, niet ineens in de weg lopen omdat de plot een heel ander pad is ingeslagen.
Die manke plotontwikkeling zal wel een uitvloeisel zijn van te veel enthousiasme, en daarbij past dus enige mildheid. Want je komt het iets te weinig tegen in deze Lage Landen: de durf en de souplesse om dit soort, op Amerikaans-realistische leest geschoeide verhalen te vertellen. Op geen enkel moment zijn deze teksten vernuftig gecomponeerd - af en toe zijn ze zelfs ronduit zwak - maar de strakke journalistieke verteltoon is een verademing.
Wat vooral goed werkt in dit boek is de combinatie van verbeelding en historische werkelijkheid. Alfa Amerika compenseert op die manier met leesplezier wat het aan intellect te kort komt. In de twee beste verhalen begin je op den duur zelfs te twijfelen: ze zijn zo levendig gedocumenteerd, zou het allemaal wel zo verzonnen zijn als je eerst dacht? Of heeft Van Loy authentieke documenten gevonden en de werkelijkheid gewoon bewerkt? Het antwoord is niet relevant voor je leesplezier. Alfa Amerika zal niet de geschiedenis ingaan als een baken van diepzinnigheid, maar het is op zijn beste momenten bijzonder sympathiek entertainment.
DE AUTEUR Jan Van Loy (1964) kreeg voor zijn roman Banklvlees' de Debuutprijs 2005. Eerder publiceerde hij verhalen in Dietsche Warande & Belfort en Bunker Hill.
Jos Damen
Dit tweede boek van Jan van Loy (*1964) na de goed ontvangen roman 'Bankvlees' bevat vier zeer beeldende verhalen. Het eerste verhaal is de zogenaamde biografie van Peter O'Neill, in 1899 in Antwerpen als Pierre Verbeeck geboren. Hij vertrekt op 16-jarige leeftijd naar Manhattan en wordt daar van ober snel tot miljonair. Tussen 1935 en 1943 probeert hij in Antwerpen een Manhattan aan de linkeroever van de grond te krijgen. Dat lukt. Of toch niet? Van Loy beschrijft het zo beeldend, dat zijn fictie de werkelijkheid inhaalt. Dat is ook zo in de andere drie verhalen. 'De trein der tranen' is een zogenaamd interview met de tragische Belgische rockster Eddie Eijkelboom over zijn Jet-Cats: levensecht. In het verhaal 'Bodega Vespucci' schrijft een undercover politieagent, een script over zijn infiltratie in de mafia. Een vriendin laat dat lezen aan filmer Ruud Rensma, een soort Paul Verhoeven, die enthousiast wordt. Het laatste verhaal, 'Pornologie', bevat zowel een verhaallijn over een softpornozender als over een keiharde pornovideo. Met twee maagkerende scènes bewijst Van Loy ook in dit verhaal zijn jonge meesterschap. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.