Een zeemeermin aan de monding van het Zwin
Hendrik Carette
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Poëziecentrum, 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : CARE |
31/12/2008
Hendrik Carette is een bijzonder intrigerende persoonlijkheid. Aan de ene kant is hij intimistisch, aan de andere kant hondsbrutaal en ontluisterend; tegelijk een romanticus en een cynicus, bescheiden en bijzonder zelfingenomen. Al die dubbelheden komen opnieuw aan bod in zijn jongste bundel, Gestolen lucht.
De bundel eindigt met 'De navolging van Charles Baudelaire', een lijst met 222 nog te schrijven essays, analoog aan de lijstjes van nog te schrijven gedichten die Baudelaire meermaals samenstelde. Dat lijstje reveleert, ook al is het gedeeltelijk ironisch opgevat, meteen de belangrijkste aandachtspunten van dichter-essayist Carette. Heel wat suggesties handelen over de Vlaamse (vooral dan West-Vlaamse) geschiedenis en cultuur, andere titels behandelen onterecht verwaarloosde collega's of zijn uitgesproken polemische kanttekeningen. Dat grillige is ook in de gedichten zelf permanent aanwezig. Carette houdt van pathos en retoriek. Daardoor wordt zijn poëzie als het ware vanzelf hyperbolisch, vol overdrijvingen. Tegelijk echter krijgt ze daardoor ook iets heldhaftigs, als een overblijfsel van vroeger. Niet toevallig identificeert de dichter zich reeds in het eerste vers van zijn bundel als 'De laatste romanticus'. De drang naar mythevorming en mystificatie is doorlopend merkbaar in de vele uitweidingen, de opgeschroefde anekdotes en de theatrale beelden. Dat Carette vaak geen maat weet te houden, kan hem niet eens kwalijk genomen worden; het is immers de kern van zijn schrijverschap. Toch kan ik mij voorstellen dat veel lezers dit van het goede te veel vinden. Carettefans zullen hun vingers juist aflikken bij deze nieuwe sprongen van hun idool. [Dirk De Geest]
Redactie Vlabin-VBC
De Vlaamse dichter en essayist Hendrik Carette is een intrigerende persoonlijkheid: intimistisch zowel als hondsbrutaal en ontluisterend, tegelijk een romanticus en een cynicus. Dat blijkt opnieuw in zijn zesde bundel, die dertig gedichten presenteert, alsook de reeks 'De navolging van Charles Baudelaire', een lijst met 222 nog te schrijven essays, analoog aan de lijstjes die Baudelaire samenstelde. Een heel verscheiden, zowel ironische als ernstige lijst, met veel historische onderwerpen, onterecht verwaarloosde collega's en uitgesproken polemische kanttekeningen. Dat grillige zit ook in de gedichten zelf. Carette houdt van pathos en retoriek, en zijn poëzie zit vol overdrijvingen. Tegelijk krijgt ze daardoor ook iets heldhaftigs, als een overblijfsel van vroeger. De drang naar mythevorming is doorlopend merkbaar in de vele uitweidingen, de opgeschroefde anekdotes en de theatrale beelden. Carette weet vaak geen maat te houden, maar dat is dan ook de kern van zijn schrijverschap. Toch zal dit voor veel lezers te veel van het goede zijn, en zal deze bundel vooral Carette-fans aanspreken.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.