Misschien het tedere begrijpen : dichter bij kunst
Jos Smeyers
Jos Smeyers (Samensteller), Ingrid Godon (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2006 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : THEMABUNDEL : FAMILIE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2006 |
VOLWASSENEN : POEZIE : THEMABUNDEL : FAMILIE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2006 |
VOLWASSENEN : POEZIE : * 878 SMEY |
31/12/2006
Na de cross-over bloemlezing Waar ik naar verlang vandaag is Het liefste wat ik heb het tweede deel in een nieuwe reeks stijlvol uitgegeven bloemlezingen van uitgeverij Davidsfonds. Jos Smeyers selecteerde 80 gedichten over ouders en kinderen.
Hij is niet de eerste die rond dit thema bloemleest. In 2004 verscheen Kinderen, verzameld en toegelicht door Willem Wilmink en in 1995 Hand in hand in hand. Gedichten over relaties tussen generaties, bijeengebracht door Ernst van Altena. Ook Jozef Deleu wijdde in zijn Groot verzenboek afdelingen aan ouders en kind.
Ook al staat in de ondertitel "gedichten over ouders en kinderen", toch ligt de focus duidelijk op het kind. Omdat de gedichten op één uitzondering na door volwassenen geschreven zijn, komt het standpunt van de ouder er meestal wel bij kijken. Nu eens figureert de ouder in het gedicht en dan weer wordt het kind door de ouderlijke blik bekeken. De bundel is ingedeeld in een tiental afdelingen die de groei volgen van het kind in de moederschoot tot het moment dat ouders het kind moeten loslaten en het op eigen benen gaat staan. Daartussen komen thema's aan bod als de relatie met ouders en grootouders, het spel, de dood, de confrontatie tussen kinderlijke onschuld en oorlog en de groei (in de puberteit). Deze indeling wringt soms wel, wat o.m. blijkt uit enkele magere afdelingen met slechts vier gedichten.
De keuze van Jos Smeyers is overwegend traditioneel, met ruime aandacht voor klassieke dichters als Joost van den Vondel, H.K. Poot, Guido Gezelle, Virginie Loveling, M. Vasalis, Leonard Nolens etc. Evergreens in het genre ontbreken niet zoals 'Berceuse nr. 2' van Van Ostaijen, 'Het liefste wat ik heb' van Herman de Coninck, 'Ik ben lekker stout' van Annie M.G. Schmidt, 'Wieg' van I. Gerhardt of 'Kinder-lyck' van Joost van den Vondel. Recentere dichters zijn duidelijk in de minderheid: Ingmar Heytze, Koen Stassijns, Anna Enqvist, Jo Gisekin, Erik Menkveld en Mark Naessens. In de verzameling zijn ook zes gedichten opgenomen die oorspronkelijk voor jongeren en vier die voor kinderen verschenen, van o.a. E. van de Vendel, A.M.G. Schmidt en W. Wilmink. In verband met dit thema is dit wel een beperkte keuze. Het ene gedicht van de elfjarige Sofie Verdoodt staat in dit geheel echt verloren, zeker naast het mooie 'zes jaar heeft ze' van Herman de Coninck.
Een dergelijke thematische bloemlezing heeft voor- en nadelen. Een voordeel is dat je kunt ontdekken hoe verschillende dichters elk vanuit hun eigenheid het thema benaderen, wat soms interessante confrontaties oplevert. Het grootste nadeel is dat het alles samen wel veel van hetzelfde is. Daarnaast worden in een dergelijke bloemlezing kwaliteitsverschillen erg duidelijk. Enkele gedichten zijn te vertederend (zoals het vers van Bertien Buyl), een risico dat gezien het thema steeds op de loer ligt. Andere verzen zijn te beschrijvend, te nostalgisch of gewoon te weinigzeggend.
Boeiend zijn de illustraties van Ingrid Godon, één bij elke afdeling. Ze zijn uitgevoerd in haar nieuwe stijl die ze o.m. voor prentenboeken van André Sollie ontwikkelde. Opvallend zijn de grote gezichten, de vervreemdende composities en het onrealistische, expressionistische kleurengebruik. Gezichten kleurt ze soms groen en bomen blauw. Soms tekent ze enkel een arm uit een deur of benen onder een kader. Veel prenten ogen surrealistisch, zoals de vier figuren met hun eendenmasker op een soort viaduct in een gelig licht bij de afdeling 'Wat spreken wij nog van wordende vrijheid?' of de slotprent met een mannetje op de punt van de maan die zich door een berg heen boorde. Ze bieden de lezers telkens weer een uitdaging om ze in verband te brengen met het thema of de gedichten uit de betreffende afdeling. Het enige minpuntje is dat ik sommige tekeningen iets te kinderlijk vind, bijvoorbeeld bij 'Ik ben ook somtijds wel eens stout.' Alles samen is dit echter een verzorgde en rijke bloemlezing voor wie in het thema geïnteresseerd is. [Jan Van Coillie]
Redactie Vlabin-VBC
Na 'Waar ik naar verlang vandaag'* is dit het tweede deel in een nieuwe reeks stijlvol uitgegeven bloemlezingen van uitgeverij Davidsfonds op de grens tussen jeugd- en volwassenenliteratuur. Jos Smeyers selecteerde 80 gedichten over ouders en kinderen, waarbij de focus duidelijk op het kind ligt. De bundel is ingedeeld in een tiental afdelingen die de groei volgen van het kind. Er komen thema's aan bod als de relatie met ouders en grootouders, het spel, de dood, de confrontatie tussen kinderlijke onschuld en oorlog. De selectie is overwegend traditioneel, met ruime aandacht voor klassieke dichters (bv. Vondel, Gezelle, Vasalis) en evergreens in het genre (bv. 'Wieg' van Ida Gerhardt). Recentere namen zijn bv. Ingmar Heytze en Koen Stassijns. Er werden ook zes gedichten opgenomen die oorspronkelijk voor jongeren werden geschreven. Bij elke afdeling maakte Ingrid Godon een boeiende prent, met grote gezichten, vervreemdende composities en expressionistisch kleurengebruik. Hoewel de kwaliteit van de gedichten durft te verschillen, is dit een, ook qua vormgeving, verzorgde en rijke bloemlezing. Vanaf ca. 14 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.