Vaak ben ik gelukkig : roman
Jens Christian Grøndahl
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff, cop. 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 3089 |
31/12/2006
De Deense auteur Jens Christian Grøndahl schrijft mooi, psychologisch diep onder de huid kruipend proza. Vooral de postmoderne westerse lezer zal zich herkennen in zijn literaire verwoording van het existentiële zelfonderzoek. Zeven van zijn romans werden al in het Nederlands vertaald. In deze nieuwe roman, Rode handen, ontmoet een jonge naamloze verteller aan het eind van de jaren '70 op het station van Kopenhagen toevallig de mysterieuze jonge Sonja, die hem een sleutel voor een bagagekluis laat bewaren. Zij rookt een sigaret van het merk Rote-Hände... Even later verdwijnt Sonja weer, terwijl de kluis een groot bedrag in Duitse marken bevat. De verteller kan de jonge vrouw niet vergeten: "Zij moest ongeveer even oud zijn als ik, misschien iets jonger, dun met sprietig haar en een spitsgezicht". Pas een paar decennia later ontmoeten de twee elkaar opnieuw. Zo krijgen we terugblikkend het verhaal van Sonja, die in de jaren '70 als au pair werkte in Frankfurt en door toeval verliefd werd op iemand uit de Rote-Armee-Fraktion. Naïef en onwetend fungeert ze als chauffeur bij een bankoverval, waarbij een dode valt. Vele jaren later wordt haar ex-geliefde in Damascus opgepakt en samen met andere leden van de RAF in een speciale gevangenis berecht. Als de verteller en Sonja samen het proces tegen de daders in Duitsland bijwonen, geraken zij in een soort 'transitruimte' van levensvragen naar de essentie van leven, vrijheid, liefde en de rol van de ethiek in het geleefde leven 'met rode handen'. Sonja besluit de weduwe van de destijds vermoorde politieagent op te zoeken: catharsis of fiasco? Met prachtige en stijlvolle melancholische eenvoud hanteert Grøndahl zijn vergrootglas van de existentiële analyse. Een adembenemend mooie roman. [Günther Brandorff]
G. Brandorff
De bekende Deense auteur (1959) schrijft mooi, psychologisch diep onder de huid gaand proza, vooral voor de postmoderne westerse lezer. Zeven van zijn romans werden al in het Nederlands vertaald, laatstelijk “Piazza Bucarest”. In deze nieuwe roman ontmoet een jonge naamloze verteller in 1977 in Kopenhagen toevallig de geheimenisvolle jonge, een sigaret van het merk Roth-Händle rokende Sonja. Even later verdwijnt Sonja weer. Als zij elkaar vijf jaar opnieuw ontmoeten, ervaren wij Sonja´s historie. In de jaren '70 was zij als au pair in Frankfurt en raakte verliefd op een man uit het milieu van de Rote Armee Fraktion. Sonja fungeert zelfs als chauffeur bij een bankroof, waarbij een dode valt. Als de verteller en Sonja samen het proces tegen de daders in Duitsland bijwonen, raken zij verstrikt in levensvragen naar de essentie van leven, vrijheid, liefde en de rol van de ethiek in het geleefde leven ´met rode handen´. Met prachtige en stijlvolle melancholische eenvoud plaatst de auteur de lezer opnieuw onder zijn vergrootglas van de existentiële analyse. Een adembenemend mooie roman! Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.