Duivelskruid
Marita De Sterck
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2007 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD : VERHALEN : DEST |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2007 |
YOUNG ADULT : DEST |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2007 |
YOUNG ADULT : DEST |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2007 |
YOUNG ADULT : DEST |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : STER |
Koen Driessens
us/ug/19 a
Marita de Sterck beschrijft ontluikende seksualiteit
"Het fenomeen nonnen is intrigerend", zegt Marita de Sterck. "Zoveel opgroeiende meisjes werden toevertrouwd aan vrouwen die zelf iets misten in hun vrouw-zijn, en die uit frustratie hard uit de hoek konden komen. Het mag een wonder heten dat vele meisjes toch nog evenwichtig uit die periode zijn geraakt."
Na vier jeugdromans met hedendaagse hoofdpersonages kiest de antropologe en literatuurdocente in Kwaad bloed voor een historische setting. "Ik wou al lang iets maken over de tijd waarin de grootouders van mijn jonge lezers volwassen werden. Omdat die verhalen jongeren boeien. Geen vaderlandse geschiedenis, maar eerder een historische evocatie van het dagelijkse leven. Waarin lezers van vandaag toch heel wat gelijkenissen vinden met het heden. Zo is het van alle tijden dat meisjes hun pas verworven vruchtbaarheid moeten aanvaarden en psychologisch moeten verwerken dat ze vrouw worden."
Overigens verwijst de titel rechtstreeks naar hoe de nonnen menstruatiebloed noemen.
"Bovendien zijn we schatplichtig aan die tijd: alle generaties nadien zijn een reactie op die strenge, verkrampte opvoeding. Toch merk ik dat de conservatieve reflex vandaag weer opduikt. Ouders stoppen hun kinderen weer op kostschool, al is het strikt genomen niet nodig. Vaak vanuit een schrikreactie: bang voor de wereld die hun kinderen bedreigt, sturen ouders hen naar zo streng mogelijke scholen, die structuur en discipline moeten bijbrengen. Mijn kinderen zeggen zelf dat zij hun kinderen toch strenger zouden opvoeden dan mijn man en ik deden (lacht)."
Dankbaar
"Misschien moeten we de nonnen en paters ook wel dankbaar zijn: niet alleen omdat we onze morele vrijheid te danken hebben aan het zich afzetten tegen dat reactionaire wereldbeeld, maar ook omdat sommigen weerbaarder uit die periode zijn gekomen. Ik wil met dit boek echter niet afrekenen met de kloosterscholen: ik voer ook een zuster op die heel wat realistischer in de wereld staat en de meisjes echt helpt. De tegenstelling nonnen-jonge meisjes leek me wel boeiend: de maagdelijkheid van de bruiden van God versus die van de ontluikende meisjes."
Verboden
In het verhaal wordt Emma plots op een nonneninternaat geplaatst, omdat haar zus ziek is. Gaandeweg wordt het de lezer duidelijk dat haar zus ongewenst zwanger is en haar ouders dit voor de buitenwereld verborgen willen houden. "Onvoorstelbaar dat zulke dingen amper veertig, vijftig jaar geleden nog gebeurden."
Ook de auteur gebruikt heel wat bedekte stijlfiguren en metaforen, "zodat de lezer er zelf kan uithalen waar zij/hij aan toe is." De onschuldige Emma rebeleert tegen het strenge regime en doet er uiteindelijk alles aan om weer naar huis gestuurd te worden. Of hoe dit verhaal het falen van een verbodsopvoeding bewijst: "Ja, alles wat je een kind verbiedt, dàt wil het juist doen natuurlijk. Ik kende in mijn tijd ook zo'n verboden boekenkast met daarin, achter slot en grendel, de boeken die we daarom juist per se wilden lezen."
Veel research moest Marita de Sterck niet doen als het om het internaatsleven ging. "Over hoe chambrettes eruitzagen, of nonnen in slaapkleed, of nachtelijke sluiptochten. Het kostschoolgegeven was verteltechnisch interessant omdat Emma zo in een zeer besloten universum belandde en heel vindingrijk moest zijn om eruit te raken." Zelf zat Marita de Sterck een halve generatie later (ze was dertien in '68), op kostschool in O.-L.-V.-Waver, bij Mechelen. "Dat was anders. In mijn tijd was het voor conservatieven al vechten tegen de bierkaai. Bovendien had ik, in tegenstelling tot Emma, meer vluchtwegen: in het weekend ging ik met een libertijnse milieubeweging op stap."
Stoute versjesTypisch voor kostscholen en vandaag nog steeds in jeugdbewegingen zijn de verboden liedjes die er veelvuldig de ronde doen. De Sterck had het goede idee het hele boek te larderen met - in dit geval vooral seksueel getinte - stoute versjes en liedjes.
"Stuk voor stuk authentiek", zegt de auteur. "Ik heb ze uit mijn jeugd of vond ze bij verzamelaar Roger Hessel of bij Wim Bosmans van het Muziekinstrumentenmuseum in Brussel. Die liedjes zijn van alle tijden. Ze gaan van mars- en plaagliedjes tot waarschuwende liedjes met een moraal. Dubbele bodems zijn ook heel geliefd, vooral in erotische sfeer. Ik heb dan ook met nog meer vertelplezier aan dit boek gewerkt."
Annemie Leysen
us/ug/16 a
Jeugdschrijfster Marita de Sterck over haar nieuwe boek 'Kwaad bloed'
Vandaag verschijnt een nieuwe jongerenroman van Marita de Sterck. Kwaad bloed is helemaal een vrouwenboek geworden, over de ontwikkeling van een onnozele bakvis tot jonge vrouw, met als achtergrond een katholieke Vlaamse kostschool in de jaren vijftig. Een boek over angst en schaamte, over de kracht van de verbeelding en over het verlangen naar verboden vruchten.
"Die scharnierperiode, die overgang van meisje naar vrouw, met de bijbehorende rituelen en verhalen, dat is echt wel mijn thema. Een fascinerend verschijnsel is het, van alle tijden en plaatsen, dat ook narratief interessante stof biedt. Ik speelde al langer met de gedachte om een verhaal te schrijven over hoe het was om vrouw te worden in de jaren vijftig, bestemd voor de internetgeneratie van vandaag. Op het eerste gezicht ligt alles open en bloot voor meisjes van nu. Wat ze kunnen zien, lijkt grenzeloos en toch zijn ze, net als die meisjes van toen, selectief doof en blind. Ze pakken op waar ze aan toe zijn en duwen weg wat te overrompelend is. Mijn personage, Emma, is niet anders. Ze voelt dat er wat broeit thuis, dat er wat schuilt achter die zogenaamde 'ziekte' van haar oudere zus, waardoor haar ouders haar op een strenge kostschool droppen. Emma kan de ware toedracht niet vatten. Geregeld schuift er een gordijn voor haar al te onrustwekkende gedachten. Dat beschermingsmechanisme tegen de dingen die je nog niet aankunt, is trouwens een boeiend gegeven uit de ontwikkelingspsychologie."
Emma's groei verloopt wel erg bruusk. In zes maanden tijd krijgt ze alles in de gaten en wordt ze vrouw.
"Ik heb inderdaad voor een steile groeispurt gekozen. Emma arriveert als naïeve seut en ook nog uit een goddeloos nest op die streng katholieke kostschool. Ze wordt meteen geïnitieerd door de oudere meisjes, en meegetroond naar de nachtelijke bijeenkomsten in de bezemkast. Daar hoort ze verhalen en liedjes vol pikante beeldspraak en dubbelzinnige toespelingen, waar ze eerst niks van snapt. Dat in groep bezig zijn, die intieme lichamelijke nabijheid, die rollenspelletjes, al dat dubbele... dat hoort echt wel bij de groei van meisjes. Langzaam maar zeker ontwaakt Emma uit haar slapende toestand en dringt tot haar door wat er precies aan de hand is."
Verwijst de titel, Kwaad bloed, ook naar menstruatie?
"Als antropoloog ben ik altijd al met de menarche (eerste menstruatie, A.L.) bezig geweest. Dat scharniermoment verwijst tegelijk naar dood en geboorte. Er vindt een rituele dood en tweede geboorte plaats. Meisjes zetten de lijn van de generatie voort. Grootmoeders spelen daarbij een centrale rol; denk maar aan het doorgeven van belangrijke verhalen. Krachtige rituelen ontbreken bij ons vandaag. Veel meer dan een cadeautje of soms een klein vrouwenfeestje is er niet bij. In het Navahoreservaat krijgen meisjes nog een ritueel waarbij vrouwelijke verhalen en kennis worden doorgegeven en sterke metaforen opduiken, zoals het bakken van een reusachtige cake voor alle aanwezigen. Bij Griekwameisjes, die leven op de grens tussen Zuid-Afrika en Botswana, gaat het er nog anders toe. Hun eerste menstruatie brengen ze door in een afzonderlijke ruimte. Daarom worden ze ook 'hokmeisjes' genoemd. Daarna worden ze naar de rivier gebracht waar de 'grootwaterslang' huist. Het motief van de slang als bruidegom duikt in alle continenten op. Claude Lévi-Strauss stelde het al: bepaalde dieren zijn zeer geschikt voor narratieve en rituele consumptie, om rond te associëren en te verzinnen. Ik wil een tachtigtal krachtige initiatieverhalen uit de hele wereld die vrouwelijke groei verbeelden, bundelen in een bloemlezing. Daar zal ik drie jaar aan werken. Ik denk dat ze literair én emotioneel heel wat te bieden hebben.
"De eerste menstruatie komt er in onze cultuur steeds eerder aan. Ze overvalt kinderen van tien, elf, veel sneller dan vroeger, en dat selectief doof en blind zijn speelt dan zeker mee. Verhalen kunnen met hun beelden en metaforen groeibevorderend werken, precies door de impliciete lading, het suggestieve, wat elke lezer individueel kan oppakken en invullen of laten liggen.
"Kwaad bloed verwijst naar de oude betekenis van menstruatie, geeft weer hoe negatief dit fenomeen werd ervaren, hoe het vruchtbare lichaam als vies werd bestempeld. Ga de woordenschat maar eens na die eromheen hangt, en de volkswijsheden die ermee te maken hadden. Heel boeiend materiaal! Je mayonaise ging gegarandeerd mislukken, je haar zou ros worden als je het waste tijdens de menstruatie, een bad nemen kon dan niet... Ongelooflijk, toch? Het vrouwelijk lichaam werd als vreemd, haast vijandig, ervaren. Ook vandaag vind je daar nog sporen van terug in reclame voor hygiënische producten: bescherming is de breed uitgesmeerde boodschap, tegen de blik van anderen, maar evengoed impliciet tegen het eigen onbetrouwbare lijf."
Met de titel refereert u allicht ook aan Emma's boosheid en ongenoegen over de gang van zaken?
"Spreekwoordelijk verwijst kwaad bloed zetten ook naar wrevel, misnoegdheid en boosheid. Met haar lichamelijke ontwaken wordt Emma ook geestelijk wakker. Kwaad is ze, op de nonnen die haar een hoop onzin wijsmaakten, op haar ouders die de waarheid over haar zus verzwegen, op iedereen die niet vertelde wat ze weten wou. En dan stelt ze het ultieme offer: door de nonnen te laten geloven dat ze over de schreef ging met de tuinjongen, verbant ze zichzelf uit haar nieuwe, intussen geliefde schoolmilieu, om het voor haar zus op te nemen. Ze gaat tot het uiterste. Hoe het uiteindelijk afloopt, mag de lezer zelf invullen."
Is dit boek ook een afrekening met een katholieke jeugd?
"Ik hoop maar dat het niet zo overkomt. Als een bittere reflex was het zeker niet bedoeld. Ik wilde wel een statement maken over de manier waarop er toen werd omgegaan met 'gevallen vrouwen' die niet aan de heersende normen beantwoordden. Ik vermoed dat bijna elke Vlaamse familie wel zo iemand had. Daar zijn verschrikkelijke accidenten uit voortgekomen. Het onverbiddelijke, verwerpende tegenover ongewenste zwangerschappen, echtscheidingen of niet-acceptabele huwelijkspartners, daar wilde ik wat over kwijt. Er zijn nu trouwens best nog gezinnen te vinden met fossiele relicten van die verkrampte instelling. Veel vrouwen van vijftig en ouder zijn toch wel met angst en schaamte opgevoed. Het mag een wonder heten dat er nog zo velen gezond en evenwichtig uit zijn gekomen.
"Maar er waren toen ook heel zachte, zorgzame en lieve nonnen te vinden, die de christelijke naastenliefde in de praktijk omzetten. En het Rijke Roomse leven heeft ook heel wat boeiende narrativiteit en oraliteit gebracht. Denk maar aan de heiligenverhalen over de maagden en martelaressen, onvoorstelbaar sterk en erotisch geladen zijn die, met stevige scenario's. Hoe de borsten van de heilige Agatha werden afgehakt, bijvoorbeeld, wat een gruwel! Prachtig verteld ook, hoe Petrus de zaak oploste: 'Hij heelde de beide bloedige wonden met tedere aanraking.' Dat kun je als auteur niet zo bont verzinnen. In dat opzicht had het Vlaamse katholicisme haast iets subversiefs. Net als de meisjes in mijn boek, die ademloos naar de 'informatieve' donderpreken van de pater over verboden lectuur luisterden, kwam ik via die verhalen te weten wat een bordeel was, of waar incest op sloeg! Dat Vlaamse katholicisme had iets aards, zintuiglijks en lijfelijks, anders dan het fundamentalistische protestantisme dat opduikt bij Nederlandse auteurs als Jan Siebelink, Guus Kuijer en Rita Verschuur. Ik heb dit boek echt met plezier geschreven, weet je. Er werd toen, ondanks alle gestrengheid, ook veel gelachen."
Wilde u met Kwaad bloed bewust een vrouwenboek schrijven?
"Mijn vorige roman, Met huid en haar, was meer een vaderboek, waarin ik een stem probeerde te geven aan de verhalen die mijn zeer oude vader op het eind van zijn leven vertelde, over zijn eigen jeugd, over de Eerste Wereldoorlog, of over het volkse geloof in de pekduivels... Oraliteit kan als een soort baarmoeder fungeren voor pijnlijke ervaringen die geen andere plaats vinden. Kwaad bloed is anders, meer een Maritaboek, vind ik. Dat lichamelijke ontwaken blijft een thematiek die me sterk bezighoudt. En ook vrouwennetwerken vind ik interessant. Solidariteit kan ver gaan in extreme omstandigheden. De kostschoolmeisjes vinden mekaar op de 'bloedzolder' (waar de maandverbanden werden bewaard, A.L.), omdat ze op de duur simultaan, synchroon menstrueren. Hechter kan haast niet. Ik wou ook het rebelse en subversieve van die meisjes weergeven. Ze hadden behoorlijk wat slagkracht, net als de 'madammen' die de Vlaamse goegemeente in de jaren zestig met hun revolutionaire seksuele opvattingen op stelten zetten. Die generatie mag je niet onderschatten! Kwaad bloed is ook een ode aan de vrouwelijke kracht en verbeelding."
'Het Vlaamse katholicisme had iets aards, zintuiglijks en lijfelijks, anders dan het fundamentalistische protestantisme dat opduikt bij Nederlandse auteurs'
> Schrijft jongerenromans, verhalen voor kleuters en voor beginnende lezers.
> Doceert literatuur en antropologie aan de bibliotheekschool van Gent.
> Geeft workshops verhalen schrijven aan jongeren in Vlaanderen en Zuid-Afrika.
> In haar jeugdromans vind je sporen van de groeirituelen en initiatieverhalen die ze als antropoloog bestudeert.
> Kreeg voor haar roman Wild vlees de Gouden Zoen 2001 en voor Met huid en haar een Zilveren Zoen in 2005.
> Bereidt een bundel voor met orale verhalen uit de hele wereld over de groei van meisje naar vrouw.
Emma wordt in een strenge kostschool opgesloten wegens een vreemde ziekte van haar oudere zus. De spannende verhalen en de pikante liedjes die ze er hoort laten haar langzaam maar zeker uit haar sluimerende kindertijd ontwaken.Ed Franck
ua/an/26 j
De overgang van prepuberteit naar puberteit bij meisjes, met alle fysieke en emotionele turbulenties van dien, is een interessant thema. In Kwaad bloed komt dat thema des te sterker uit de verf doordat Marita de Sterck haar verhaal situeert in grootmoeders tijd, rond 1960, toen de seksuele revolutie nog niet was losgebarsten en er niet eens aan voorlichting werd gedaan. De twaalfjarige, seksueel ontwakende Emma zit bovendien op een nonnenkostschool, een omgeving die bij uitstek vijandig staat tegenover lichamelijkheid en seks. De onbedorven Emma wordt er geconfronteerd met een groep oudere en rijpere meisjes. Dat ze uit een ongelovig gezin komt, maakt haar ook ietwat anders dan de anderen. Spanningsvelden genoeg, dus, waarbinnen het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Emma wordt naar de kostschool gestuurd omdat haar oudere zus opeens aan een geheimzinnige ziekte' lijdt, die iets te maken heeft met haar verboden lief (later blijkt dat ze ongewenst zwanger is). Op school wordt Emma meteen op sleeptouw genomen door de oudere Bie, die haar introduceert bij een groepje van zes: allemaal meisjes die een stille guerrilla-oorlog voeren tegen de nonnen. Symbool hiervoor staan de ,,vuile liedjes'' die ze zingen en de geheime spelletjes die ze in de bezemkast spelen.
Het ontgroeningsproces van Emma wordt raak getekend. De auteur trapt niet in de melige val er een hecht vriendenclubje van te maken. Het is veeleer een negatieve solidariteit die hen bindt, wij tegen de nonnen. De ontgroening van Emma is voor hen een manier om wraak te nemen op de verstikkende sfeer van hun omgeving. Bie wil zich vooral amuseren met de onwetende Emma. De anderen lachen vaak samenzweerderig en gedragen zich soms venijnig. Alleen de intrieste Julia doet niet echt mee. Maar ondanks alles trekt Emma zich niet terug uit het groepje, het is haar enige kans om meer te weten te komen.
Emma's gedachten en gevoelens komen overvloedig aan bod. Ze denkt voortdurend na over wat haar overkomt, stelt zich vragen over haar lichaam en over de liefde. Verwarring, onzekerheid, zinderende verwachting, fantasieën, verlangen én angst om te weten, heimwee naar huis... het is een broeierig kluwen. Misschien hamert Marita De Sterck iets te veel op één nagel om voortdurend te blijven boeien, waardoor het verhaal soms aan spankracht verliest. Maar naar het einde toe wordt de draad weer strak aangespannen: in een mooi crescendo leidt de onderhuidse guerrilla bij Emma tot openlijk verzet. Haar doel is weggestuurd te worden om haar zus te kunnen bijstaan. Ze trotseert de nonnen en haar vader. De revolutie in haar lichaam heeft geleid tot een revolutie in haar geest. In één krampachtige sprong is ze uitgegroeid van meisje tot vrouw.
Door de sterke focus op de lichamelijkheid en de bijbehorende emoties krijg je een tamelijk eenzijdig beeld van de leefwereld van de meisjes van toen. Maar het lijkt me een bewuste beperking, met als voordeel dat dit aspect dan grondig kon worden uitgespit.
De nonnen worden indringend geportretteerd, zij het behoorlijk wit-zwart. Er is maar één uitzondering op de groep van hautaine, strenge en benepen wezens: de ziekenzuster Maria - een lieve, wijze en open vrouw.
Enkele fraaie motieven duiken geregeld op: de vuile volksliedjes (als daad van verzet), de verwijzingen naar sprookjes (een symbool voor het afscheid van de kinderwereld), de tuinjongen (als concreet verzamelpunt van vage verlangens). Ze zijn functioneel ingewerkt, alleen de liedjes komen op de duur als een schrijverstrucje over.
Marita De Sterck heeft altijd heel zintuiglijk geschreven, en met dit thema kon ze zich duidelijk helemaal uitleven. De tekst zit vol sensuele, fysieke details. Ze schrijft ook suggestiever dan in haar vorige boeken. Alleen jammer dat het laatste hoofdstuk - na het sfeervolle voorlaatste - opeens zo nuchter aanvat. Het gesprek tussen de directrice en de vader van Emma lijkt me overbodig en uitleggerig. Alleen in de twee korte slotpassages wordt de tekst weer op het niveau van de rest getild.
Kwaad bloed is een geslaagde historische schets van wat het betekende puber te zijn in een tijd die seksualiteit als een poel van verderf beschouwde. De vraag is wel hoeveel meisjes van nu nog kunnen meeleven met Emma.
Kwaad bloed is hoe dan ook geen doorsnee boek en Marita de Sterck bewijst nog maar eens dat ze een vaste waarde is in onze jeugdliteratuur. Ze schrijft degelijke boeken, al is er nog altijd geen bij waarvan je mond openvalt. Maar zo eentje ligt misschien in het verschiet.
Dirk Martens
te/ep/08 s
Marita de Sterck (1955) geeft literatuur en antropologie aan de bibliotheekschool in Gent. Als jeugdschrijfster is ze herhaaldelijk gelauwerd, vooral door de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen. Met Kwaad bloed richt ze zich tot kinderen vanaf 12 jaar, maar ze spreekt wellicht ook zeer veel oudere volwassenen aan met herinneringen aan het pensionaat. Haar uitgangspunt: Hoe anders was het om vrouw te worden in grootmoeders tijd?
Wat is het essentiële verschil tussen toen en nu?
Marita de Sterck: ,,De wereld van de meisjes was toen veel beslotener. De impact van de volwassen opvoeders was veel groter. De opvoeders van nu zijn veeleer helpers. Internaten zijn nu kleinschalige leefgroepen die de gezinsstructuur proberen na te bootsen in een totaal andere sfeer. En er is de impact van de nieuwe media, die nieuwe dimensies openen met een klik op een knop, zoals het chatten op internet of de gsm-cultuur.''
Ja, in plaats van de schunnige volksliedjes van toen uit uw boek zijn kleine meisjes nu een paar muisklikken verwijderd van een lawine porno.
, ,Ja, maar zouden meisjes van dertien nu in principe alles al weten? Een boeiende vraag, maar ik heb het gevoel dat het niet zo is. Meisjes beschermen zich tegen datgene waar ze nog niet aan toe zijn. Een mechanisme van zelfbescherming, dat maakt dat ze volgens hun eigen tempo kunnen groeien. Ik heb Kwaad bloed laten lezen aan vijf, zes meisjes van dertien, niet te katholiek opgevoed. Op hun aanwijzen heb ik links en rechts wat gecorrigeerd. Qua taal is het per slot van rekening een heel vreemde wereld voor hen. Maar het was boeiend om zien dat ze bij voorbeeld niet doorhadden dat de zieke' zus van Emma eigenlijk gewoon zwanger is. Sterker nog, er waren een paar die dat pas helemaal op het einde begrepen. En ze vonden het allemaal toch zo erg.''
Uw boek is een blik in de achteruitkijkspiegel. Wie heeft er wat aan? ,,Familieverhalen draaien vrij vlug in die richting. Dan reageren jongelui met o nee, hoe lang gaat dat nog duren? Maar ook met verbazing: hoe kan dat nu, zulke middeleeuwse toestanden, nog maar vijftig jaar geleden? Wat mocht en niet mocht, heeft toch maar onze grootouders en ouders gevormd. Het zijn per slot van rekening de muren waartegen ze zijn aangelopen, die aan de basis liggen van de meer libertijnse opvoeding na de jaren 60.''
,,Ik heb lang getwijfeld of ik het boek in 1968 zou laten spelen. Ik was toen dertien en zat op internaat in Onze-Lieve-Vrouw-Waver. Niet zo streng als dat in het boek - Kwaad bloed is niet míjn verhaal - maar het heeft mij een fond gegeven. Ik heb ook veel research gedaan. Er gonsden toen een hoop verhalen waarvan ik dacht: dat kan niet, dat verzinnen ze . Maar er is zeer veel interessant materiaal over meisjesinternaten gepubliceerd, zoals preken en dergelijke.''
,,Eigenlijk was het een waanzinnige wereld. Ik voelde een soort fascinatie bij mijn jonge proeflezeressen. Ze vonden het soms ook heel vermakelijk: die taboes! Wat maakten ze die meisjes toch wijs! Het was echt stof waar een verhaal met een spanningsboog in zat. Wat ik ook wilde weergeven, is het belang van de meisjesnetwerken. Die hebben af en toe scherpe randjes, maar het zijn wel netwerken.''
Ik dacht dat alleen mannen netwerken uitbouwden. Dat beweren toch de feministes? ,,Vrouwen hebben ook netwerken, maar die zijn minder publiek. Mijn boek is ook een verkenning van wat wezenlijk vrouwelijk is, van het - mooi woord - geheimenisvolle van een vrouw. Een vrouw heeft altijd meer geheimen dan een man.''
Gruwelen
U blijft een antropologe: in uw jeugdromans duiken altijd groeirituelen en inwijdingsverhalen op. ,,Ik kan het niet verstoppen. Ik ben heel erg begeesterd door rituelen en initiatieverhalen, vooral van meisjes. Ik werk nu aan een bloemlezing van zestig verhalen uit alle werelddelen, over de groei van meisje tot vrouw. Ik trek daar drie jaar voor uit, met research ter plekke. Ik ga die verhalen uit de orale cultuur uitkiezen die ik literair sterk vind. Eind september vertrek ik daarvoor naar de grens van Botswana met Zuid-Afrika.''
Toch geen vrouwelijke besnijdenisrituelen? ,,Neen, géén verminkende verhalen of rituelen. Dat neemt niet weg dat het harde verhalen kunnen zijn. Ik heb geleerd hoe belangrijk confrontatiekracht is. Wij hebben te lang alle hoekjes afgerond. In wezen is Kwaad bloed spijkerhard. De beschreven gruwelen gebeurden vroeger ook echt.''
,,Menstruatie overvalt hoe langer hoe meer spelende meisjes van tien - bàf - die in hun hoofd nog niet bezig zijn met groot worden. Menstruatie is voor elk meisje een heel bepalend proces, dat elk meisje apart en anders meemaakt. Het is een kantelmoment in haar leven, dat vroegere angsten en vragen weerspiegelt. De manier waarop ze ermee omgaat, kleurt mee haar verdere levensgeschiedenis. Op het einde van het boek is Emma een sterk meisje.''
Leve het middeleeuwse leven in een fundamentalistisch internaat! (lacht) ,,Leve de gelegenheden tot vrouwelijke netwerken! Voor hetzelfde geld had ik als personage een jonge vrouw kunnen kiezen die door die situatie is kapotgegaan. De literatuur stikt ervan.''
Kan dit boek ook over jongens worden geschreven? ,,Uiteraard. Roald Dahl heeft het gedaan met Boy . Over de groei van een jongen, hijzelf, in extreme kostschoolsituaties. Ik ben een heel grote Dahl-fan. Ik voer hem altijd op als mijn grote voorbeeld als ik workshops of lezingen houd.''
31/12/2006
Kwaad Bloed heeft een goede cover, met een foto die de aandacht trekt en verwachtingen over inhoud en sfeer schept. Twee samengedrukte -- maar niet krampachtig -- meisjesdijen en twee losjes gevouwen handen voor een lief meisjesbroekje. Neem daarbij de nostalgische blauwe en grijze tinten, agressief onderbroken door twee helrode woorden en de toon is gezet: hier schermt een onschuldig meisje zich af tegen haar 'kwade' regels.
Maar zo simpel is de jongste roman van Marita de Sterck natuurlijk niet. Achter het verhaal van de tiener Emma die de fysieke overgang van meisje naar vrouw meemaakt, ligt een netwerk van geheimen, rituelen, heiligen, pikante zonde, cultustaal en overlevering. En dit netwerk is verbonden door een stevig snoer van andere 'kwade' regels. De fascinerende flash-back naar een voorbije, gesloten wereld, die voor grootmoeders en moeders zeer herkenbaar is, zal voor jonge lezers naar de middeleeuwen ruiken. Een concrete, situering krijgen ze niet, enkel de terloopse vermelding van Emma's geboortejaar: 15 mei 1946. Een bijkomend expliciet steuntje ergens onderweg was welkom geweest.
Het verhaal speelt dus af in de jaren tussen '50. De tiener Emma wordt van de ene op de andere dag ondergebracht in een streng pensionaat, geregeerd door nonnen. Emma werd tot dan toe opgevoed in een 'goddeloos' nest, met een duidelijke stelling over alles wat naar 'geloof' ruikt: "Vader had gelijk als hij zei dat geloof een gevaar was voor het verstand"; " Vader zei dat geloof besmettelijk was..."; "Vader zei dat de verhalen die de gelovigen vertelden slaapverwekkend waren...". Maar de verandering past in de tijdsgeest: een strenge opvoeding binnen de veilige muren van een katholiek bolwerk moest meisjes in die tijd beschermen tegen de gevaarlijke wereld. Daarenboven moet Emma thuis weg vanwege de vreemde ziekte van grote zus. Wat er precies aan de hand is, wil Emma, hoe nieuwsgierig ook, eigenlijk niet weten. Het ruikt te veel naar de grote mensenwereld en daar is ze nog niet aan toe. Het zijn haar nieuwe vriendinnen, ouder, rijper en wijzer die haar over de streep dwingen en gaandeweg lost haar onderbewuste de waarheid: niet zij, maar zwangere zus moet verstopt worden. Wanneer Emma zich daarvan bewust wordt, zint ze op wraak en die is niet mals voor haar 'schijnheilige' ouders: ze bakt hen een koekje van eigen deeg.
De roman telt vele interessante invalshoeken. Vooreerst is er de figuur van Emma.
Haar grote onwetendheid intrigeert omdat ze dubbel is. Enerzijds weet zij niets af van 'vrouwenzaken' en heeft ze zelfs een jongens- of meisjeslichaam nog nooit aan de voorkant gezien: "Ergens halverwege de onderkant moest er een lijn lopen vanaf waar het verschillend werd. Zoiets als de evenaar die de aarde in tweeën verdeelde." In de krappe tijd van zes maanden leiden haar zes vriendinnen, waaronder de vuilgebekte Bie en de boerendochter Karlien haar 's nachts, in een bezemkast, binnen in het 'echte' leven. Daartoe gebruiken ze verhalen, liedjes en rollenspel. Hedendaagse adolescenten kunnen zich over Emma's grote naïviteit verwonderen, maar ook zij zullen de nieuwsgierigheid en de spanning tussen weten en niet weten herkennen. Het is mooi hoe Marita de Sterck door te focussen op de kinderlijke ervaringen de roman een universeel karakter geeft.
Anderzijds voelt Emma zich dommer dan dom als het over geloofszaken gaat: "Niets wist ik over doodzonden en duivels en heiligen. Hier zaten ze overal, maar thuis of op mijn oude school had ik er niets over geleerd." Dus stelt ze zich de meest basic, maar opnieuw universeel kinderlijke vragen: "Zou ze (zuster Josepha) kaal zijn?", "droegen zusters geen onderbroek?", "Wat is doodzonde?" Haar onwetendheid leidt tot permanente verwondering en tot bijkomende exploratie van taal. In een prachtige scène in het park verkent ze de Lourdesgrot en bezint ze zich over de tekst op de houten bordjes: "Het volgende bordje was al even vreemd: "O Moeder Maagd, o wellust van ons leven." Dat klonk meer als een van de vuile liedjes van Bie dan als een gebed. Zuster Rigoberta had in de les gezegd dat we te alle tijde de wellust moesten ontlopen. Maar wat een vreselijke zonde was voor gewone mensen, was misschien geen zonde voor een heilige." Een volgend bordje brengt haar op ideeën: "Maria Eeuwigdurende Bijstand." Dat kon ik wel gebruiken: eeuwigdurende bijstand. Hoe moest ik bij zo'n bordje bidden? Herhalen wat erop stond? Mocht ik ze samenvoegen? Kon ik vragen: geef me eeuwigdurende bijstand en wellust in het leven?" Dat Emma's initiatieproces volledig uit haar standpunt en in de ik- persoon geschreven is, maakt het nog intenser en geloofwaardiger én houdt de nostalgie ver weg.
De nieuwe vriendinnen kruisen en bepalen Emma's verhaallijn, maar brengen ook een nieuwe draad aan. Zij larderen vrolijk de roman met (schunnige) liedjes, die telkens de titel en het thema van een hoofdstuk leveren, en met gezegden en levenswijsheid. Hun rollenspel in de bezemkast wakkert de verbeelding aan, waardoor Emma kan overleven. En omdat die vriendinnen uit verschillende gezinsituaties en milieus komen, die wat mij betreft gerust nog wat meer nadruk mochten krijgen, wordt Emma overstelpt met levenswijsheid. Treffend is ook de solidariteit onder de meisjes. Zij zijn 'venijnig en schijnheilig', ze kunnen Emma jennen en plagen, maar tegenover het gezag vormen zij een niet inneembare blok: "Als ze dat deurtje zou opentrekken, zou zuster Josepha één klomp meisjesvlees vinden, samengesmolten, niet meer te ontwarren. Als ze één meisje uit de bezemkast zou trekken, zouden we alle zeven opveren. Als ze er één zou knijpen, zouden we allemaal onder de blauwe plekken zitten. Wat er ook zou gebeuren, we waren samen en bleven samen."
De tegenspelers van de meisjes zijn de 'nonnen'. De strenge, die in al hun venijnige trekjes, woorden en geëxalteerde of pesterige handelingen prachtig neergezet zijn, maar ook de 'lieve' in persoon van zuster Maria, die Emma in de ziekenboeg moederlijk verwent. Ook zij vertellen verhalen, zeer zinnelijke heiligenverhalen waar de meisjes ademloos naar luisteren en achteraf in een eigen interpretatie naspelen. En op hun beurt worden de nonnen in de meisjesfantasieën zelf een verhaal. Hier is een auteur aan het woord die niet alleen op research, maar ook op voorkennis terugvalt.
Hoewel sterk verweven in de roman vormen de liedjes en (heiligen-)verhalen een aparte lijn. Zelfs voor de internetgeneratie lijkt het me leuk om de dubbele bodem ervan te doorgronden. En indien niet, dan moet je in ieder geval erkennen dat ze in de roman zeer functioneel zijn. Zij bevorderen uitdagend Emma's bewustzijnsproces en vormen een antwoord op haar enige bron van kennis tot dan toe: de sprookjes. De verweving van de twee, sprookjes en grote mensenverhalen symboliseert kundig het loslaten van haar kindertijd. Maar de liedjes en verhalen hebben ook een bewarende functie die me aan de orale verhalen van Henri Van Daele terug doet denken. Ook Marita de Sterck levert met Kwaad Bloed een leuke bijdrage aan het collectieve geheugen.
Wat mij naast de liedjes en verhalen vooral trof en voor een groot deel de sfeer bepaalt, is Emma's verrukking over woorden en begrippen en de onmiddellijke toepassing op haar situatie. Het woord 'begeren' bv.: "Ik vond het een prachtig woord: begeren. Hoe lang zou het nog duren voor ik begeerd zou worden? Zus wist hoe het voelde...". Of "Als je een mirakel wilt, fluister dan je wens in een spleet." (...) Wat had ik te verliezen? En wat vader ook zei, het was wel een prachtig woord: mirakel." En "keuzekes...dat vond ik een zacht en warm woord, bijna gezellig klonk het (...)." En wanneer pater Ezechiël donderpreekt over de 'perverse beweging' die de tango is: "Dat woord kende ik nog niet. Het klonk als het tegenovergestelde van vers en gezond."
In de verhaallijn van 'het duivenjong', te werk gesteld in het park en de enige jongen binnen het oogbereik van de meisjes, komen vele draden samen. Van bij het begin is het duivenjong aanwezig, als symbool voor het verlangen en de verpersoonlijking van de ultieme zonde. Gaandeweg krijgt hij meer gestalte, maar dat hij uiteindelijk zo direct door Emma in haar wraakactie betrokken wordt, komt toch nog onverwacht. Hij is te lang een abstract gegeven gebleven. Overigens is het niet echt geloofwaardig dat de oorspronkelijk zo naïeve Emma in zes maanden tijd zo'n geslepen plan ten uitvoer brengt. Toch had Marita de Sterck het wel voorspeld: wanneer Emma voor het eerst de duivenjongen gadeslaat, vraagt ze zich al af wie zal winnen: "Kibbelden ze over wie het dichtst bij hem mocht komen? Ik hield mijn adem in. Wie zou winnen? De kleinste duif landde op zijn hand. De kleinste en de mooiste." In de vraag zit het antwoord. Zij was nummer zeven, de kleinste en de mooiste.
Kwaad Bloed is leuk om in te duiken en je te verliezen in de spannende rituelen die bij het volwassen worden horen. Het laat je gniffelen om de geest van vervlogen tijden, terwijl vele gevoelens nog altijd herkenbaar zijn. Daardoor voelt het ook niet rancuneus aan. Wat geweest is, is geweest, nu zijn er andere bastions om te bestormen. Door de rechttoe rechtaan structuur lijkt de roman minder gelaagd en daardoor lichter dan bv. Met huid en haar, maar er blijven genoeg lagen om uit te spitten. Dat het in de eerste plaats een meidenboek is, dat staat buiten twijfel. Maar waarom niet? Trouwens, ook jongens mogen best wel eens nieuwsgierig zijn.
[Jet Marchau]
Inger Bos
Ik-figuur Emma (ca. 12) wordt eind jaren vijftig van de 20e eeuw naar een kostschool gestuurd, omdat haar oudere zus ernstig ziek schijnt te zijn. Het credo van de nonnen - 'Al wat onrein en onveilig is, houden we buiten' - geldt op alle mogelijke terreinen: er mag nog geen streepje bloot te zien zijn en slechte gedachten worden bij de biecht afgestraft. De nonnen weten precies wat goed en slecht is, maar ze vertellen niets over het echte leven, b.v. over menstruatie ('kwaad bloed') en seksuele ontwikkelingen. Emma leert des te meer van de andere meisjes. Ze zingen vieze liedjes en vertellen haar over de ontwikkelingen van haar lichaam. Emma droomt niet langer over sprookjes, maar over de tuinjongen. Op indringende wijze weet de auteur, bekend van 'Op kot' en 'Met huid en haar' (Zilveren Zoen 2005)*, een beeld te schetsen van de taboes die halverwege de 20e eeuw nog zo overheersend in de maatschappij aanwezig waren. De lezer beleeft, mede door het beeldende taalgebruik, hoe al Emma’s zintuigen geprikkeld worden. Emma stelt zichzelf voortdurend vragen en ontwikkelt zich van naïef en preuts meisje tot een jonge vrouw die weet wat ze wil. Subtiel, maar ook zeer krachtig verhaal over verdringing en ontkenning. Vanaf ca. 12 jaar.
Gert Broeckx
ua/an/22 j
Emma komt als naïef meisje van een dorpschool in een ijselijk strenge kostschool terecht. Haar ouders wilden haar thuis weg omdat haar oudste zus opeens ziek was ( maar eigenlijk zwanger). In het internaat valt Emma van de ene verrassing in de andere. Haar onschuld en onwetendheid verdwijnen vlug want de rijpere meisjes leren haar de betekenis kennen van alle volksliedjes die pikant en aangebrand zijn. Emma snapt nu dat ze door haar ouders steeds dom werd gehouden. Van de meisjes komt ze te weten waarvoor die verbanden dienen die in haar koffer zitten. Haar moeder heeft er nooit een woord over gezegd. Emma komt meer en meer in opstand tegen het gezag van de nonnen en de huichelarij van de priester. De lichamen van de meisjes groeien en bloeien. Emma sluit vriendschap met de tuinjongen, met opzet, want nu moeten ze haar wel wegsturen. Nu weet ze wat ze moet weten en wil ze zelf de confrontatie aangaan met haar ouders en alle dingen eens bij de naam noemen. Dit verhaal zal oudere lezers wel bekend in de oren klinken. De taboesfeer van de jaren '60, waar zovelen daarna tegen rebelleerden, wordt uitstekend geschetst. Het lijkt een levensecht verhaal want over maandstonden, seks, zwanger zijn werd zeker niet openlijk gesproken, laat staan voorlichting gegeven. De kerk en het kloosterleven speelden hierin een grote rol. Hoe anders het was om vrouw te worden in grootmoeders tijd, dat kunnen jonge meisjes van nu lezen in dit verhaal.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.