Wie was ik : strafregels
Alfred Schaffer
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : SCHA |
31/12/2007
Alfred Schaffer is de jongste jaren bijzonder actief en productief als dichter. Schuim is een bundel van ruim honderd bladzijden. Die gedrevenheid tast echter geenszins de kwaliteit van deze poëzie aan. Integendeel, Schuim is misschien wel de sterkste bundel die Schaffer tot dusver liet verschijnen. De dichter toont zich opnieuw van zijn geweldige verbale kant. Van bij de eerste regels weet Schaffer een heel universum neer te zetten. Hij brengt beelden bij elkaar, poneert enkele korte uitspraken, slaat een heel eigen toon aan. Het zal allicht nogal wat lezers imponeren, want Schaffer kiest niet voor een traditionele, romantische of anekdotische zegging. Hij schrijft integendeel doelbewust erg theatraal. In heel wat teksten wordt trouwens een gesprekssituatie gesimuleerd, waardoor de lezer als het ware rechtstreeks wordt aangesproken. Dat past ook in de expliciete maatschappelijke en sociale dimensie van deze lyriek. Heel wat gedichten gaan over de problemen en de denkwijzen van deze 'postmoderne' tijd; vooral de vrijblijvendheid moet het daarbij vaak ontgelden, al staat ook het naïef doorgeven van 'eeuwige idealen' evenzeer ter discussie. Indrukwekkend zijn vooral de gedichtenreeksen waar motieven en de geheel eigen toon des te indringender worden uitgewerkt. Het zou mij in dat verband niet verbazen mocht Schaffer binnenkort ook als prozaschrijver van zich laten horen. In ieder geval is Schuim een indrukwekkende bundel. [Dirk De Geest]
Hans Groenewegen
Met zijn vijfde, omvangrijke bundel in zes jaar toont Alfred Schaffer (1973) zich een productief dichter. Twee dingen maken hem daarboven tot een van de interessantste dichters van dit moment. Hij durft wat hij beheerst los te laten. Na zijn succesvolle en geslaagde eerste twee bundels, sloeg hij een nieuwe weg in om andere, nog adequatere middelen uit te proberen. Dat resulteert na de kleine stap terug van 'Geen hand voor ogen' (2004) in twee grote stappen voorwaarts met 'Schuim'. Daarbij verkent Schaffer met beelden, (spreek)taalritmes, thema's, personages en anonieme anekdotiek de condities en effecten van onze globale samenleving. In het hart van onze cultuur articuleert hij de ervaringen van de uitgestotenen. In zijn poëzie heeft Schaffer de durf zijn illusies te verliezen: ''Op alles ben ik voorbereid: deze vrede is schokkend genoeg.'' Zo leert hij de lezer zijn eigen illusies kennen. Deze poëzie is niet alleen voor de dichter van levensbelang.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.