De kapperszoon : roman
Gerbrand Bakker
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Cossee, cop. 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 487 |
31/12/2006
Met Boven is het stil won de Nederlander Gerbrand Bakker (1962) dit jaar het Gouden Ezelsoor voor het best verkochte literaire debuut. Intussen is het boek al aan zijn vijfde druk toe, en het zou verbazen mochten er niet meer prijzen volgen.
De 55-jarige Helmer leeft met zijn vader in een boerderij in Noord-Holland. Zijn moeder is al tien jaar dood, zijn tweelingbroer Henk verdronk toen ze 19 jaar oud waren. De dood van Henk heeft het leven van Helmer bepaald. Niet alleen omdat hij het verlies van zijn tweelingbroer moeilijk kan verwerken, ook omdat hij daarna Henks plaats moest innemen op de boerderij. Het was nl. Henk die voorbestemd was om de boerderij verder te zetten, Helmer was net aan literatuurstudies begonnen in Amsterdam. Op gezag van zijn vader zette hij daar een punt achter en werd hij boer. Nu wil Helmer het heft zelf in handen nemen, en daarom moet zijn hulpbehoevende vader plaats ruimen, hij verhuist hem naar de eerste verdieping. Terzelfder tijd ontvangt hij een brief van Riet, de toenmalige verloofde van Henk, die de wagen bestuurde waarin hij verdronk. Ze heeft intussen drie kinderen en is onlangs weduwe geworden. Omdat ze zich zorgen maakt over haar jongste zoon, vraagt ze of die niet een tijdje op de boerderij mag komen werken. Helmer stemt toe, en door de komst van de 19-jarige Henk (zo heet Riets zoon) wordt hij weer geconfronteerd met zijn eigen onverwerkte verleden.
Van meet af aan is duidelijk dat er iets scheef zit in de relatie tussen vader en zoon. Ze zijn door het lot, de dood van Henk, bij elkaar gebracht, en geen van beiden is daar gelukkig mee. Voor Helmer staat zijn vader dan ook symbool voor zijn gefnuikte ambitie, door hem "naar boven te doen" wil hij dat juk van zich afwerpen. Hij wil niet langer de overgebleven helft van een tweeling zijn. In een droomsequentie ziet hij zichzelf door de ogen van een voorbijvarende jongen in een kano: "Een tamelijk oude boer in een verschoten blauwe overall met de bovenste knopen open omdat het die dag erg warm was. Die aan de zijkant van een boerderij stond, in de schaduw, en die daar niets te zoeken had, behalve roerloos toekijken, met ingehouden adem. Die vanaf 1967 elke dag ouder is geworden zonder dat er verder iets veranderde". Helmer is een passieve man, die bijna in ascese leeft en weinig contacten heeft. Door de komst van Riets zoon wordt hij geconfronteerd met zijn eigen frustraties, en gaat hij op zoek naar zichzelf. Voor het eerst gunt hij zich wat luxe. Ze drinken een glas, roken en kijken tv. Omdat op korte tijd een aantal ankerpunten in zijn bestaan wegvallen en dankzij een onverwachte ontmoeting kan Helmer zich aan zijn geleende bestaan onttrekken.
Gerbrand Bakker komt zelf uit een landbouwersgezin en schetst het boerenleven nuchter en zonder valse romantiek. De natuur en het Noord-Hollandse landschap vormen het bijna tastbare decor waartegen Helmers leven zich afspeelt. Het sterke aan Boven is het stil is dat Bakker de eenzaamheid en twijfels van Helmer tussen de lijnen laat doorsijpelen, zonder ze te benoemen. Erg knap is bijvoorbeeld de latente homo-erotische spanning in het boek. Het resultaat is een oerhollands boek, geschreven in een sobere stijl, waarin vooral het verzwegene van belang is. Een ijzersterk debuut dus. [Johan Paulussen]
Drs. P. van der Haar
Literaire streekroman over boerenzoon Helmer van Wonderen, een vijftiger die op een afgelegen boerderij zijn doodzieke vader verzorgt. Het verhaal, in de ik-stijl, speelt zich af tegen het decor van Waterland, het veenweidegebied ten noordoosten van Amsterdam. De combinatie van het boerenleven temidden van dit natuurschoon is subtiel en voelbaar van binnenuit beschreven. Met veel herkenning voor lezers van het platteland of kenners van natuur en boerenleven. Binnen deze wondermooie omlijsting ontwikkelt zich een streekromanachtig plot in vier delen, waarbij het laatste deel slechts achttien pagina’s telt. De ontwikkelingen in de eerste drie delen zijn boeiend en met oog voor detail, bijna filmisch beschreven. Maar het venijn zit bij deze debuutroman voor volwassenen niet in de staart. De auteur (1962) is er niet in geslaagd het zorgvuldig opgebouwde huis in het slotdeeltje van een dak te voorzien. Een anticlimax resteert helaas. Van de auteur verscheen in 1999 de jeugdroman 'Perenbomen bloeien wit'. Paperback, vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.