Ik was twaalf en ik fietste naar school
Sabine Dardenne (Auteur), Marie-Thérèse Cuny (Medewerker)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - afdeling Rumbeke
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Pimento, 2006 |
VOLW. : NON FICTIE : 395.69 DARD |
Aanwezig |
Pimento, 2006 |
VOLWASSENEN : ROMANS : DARD |
ARhus - afdeling Gitsestraat
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Pimento, 2006 |
VOLWASSENEN : ROMANS : DARD |
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Pimento, 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : DARD |
Besprekingen
31/12/2005
Op 28 oktober 2004 is Sabine Dardenne eenentwintig geworden. Als twaalfjarige werd ze op 28 mei 1996, op weg naar school door Marc Dutroux en zijn handlanger ontvoerd. Tachtig dagen bracht het kind door in een cel, leefde in mensonwaardige omstandigheden, werd het geïntimideerd, geterroriseerd en misbruikt. Het mag een wonder heten dat een jong meisje een dergelijke ervaring heeft kunnen doorstaan, zonder er zichtbare fysieke of mentale littekens aan over te houden. Dat het haar gelukt is, dankt ze ontegensprekelijk aan haar weerbaarheid en wilskrachtig karakter, of zoals ze het zelf stelt in haar relaas: "Ik was een vrij opstandig -- en in ieder geval behoorlijk eigenwijs -- meisje dat zich niet snel de kaas van het brood liet eten" en verder: "Bang als ik was bleef ik hem met vragen bestoken. 'Wanneer ga ik hier weg?' 'Wanneer zie ik mijn ouders terug?' En met eisen: 'Ik wil een kussen om te slapen, ik wil een wekker, wil iets anders eten, ik wil papier om te kunnen tekenen'..."
Als twaalfjarige had ze evenwel geen verweer tegen de fysieke dominantie van haar belager wanneer die "zijn ding" met haar wilde doen, evenmin tegen diens sadistische mentale manipulaties. Dutroux maakt haar wijs dat een losgeld werd geëist van drie miljoen, wat later werd gereduceerd tot één miljoen, maar dat haar ouders blijkbaar niet bereid zijn het geld te betalen. Wat Sabine aanzet tot een angstig zelfonderzoek, waarbij ze zich afvraagt of ze zo'n een lastpak voor haar ouders was dat ze haar niet terug willen.
Anderzijds laat haar tormentor uitschijnen dat hij slechts uitvoerder is van haar ontvoering, en dat het hele opzet in handen berust van een geheimzinnige 'chef', maar dat hij alles in het werk zal stellen om haar van diens wraaklust te behoeden, op voorwaarde dat ze zich naar zijn wensen schikt. Dutroux laat haar meerdere brieven schrijven naar haar ouders, die hij zogezegd door tussenpersonen laat bezorgen. Hij leest haar ontboezemingen en smeekbrieven en brengt haar mondeling op de hoogte van de fictieve respons. De door Sabine geschreven brieven aan haar vader, moeder en oma, die de bestemmelingen nooit te lezen kregen, vormen een schrijnend en onthutsend onderdeel van dit boek. Nochtans komt Sabine ook in deze eenzijdige correspondentie uit de hoek als een moedig meisje dat ondanks honderd en één angsten en onzekerheden blijft hopen op een terugkeer. Wat zij niet wist was dat Julie Lejeune en Mélissa Russo, beiden acht jaar oud, die verdwenen in juni 1995 en An Marchal en Eefje Lambrecks, 17 en 19 jaar oud, ontvoerd in mei 1996, haar in deze ellende waren voorafgegaan en dat zij het met hun leven hadden moeten bekopen. Na 77 dagen gevangenschap krijgt zij gezelschap van een nieuw slachtoffer: Laetitia Delhez, 14 jaar oud en ontvoerd op 9 augustus 1996.
Hun bevrijding door de politie laat nu niet lang meer op zich wachten, maar daarna breken maanden en jaren aan van een langzame en moeizame herintegratie in een wereld die lang niet meer zoveel zekerheden en vertrouwen biedt. De puberteit wordt overschaduwd door de herinnering aan iets monsterlijk onwezenlijks en vervolgens komt in 2004 het lang verwachte proces, waar de overlevenden voor het eerst geconfronteerd worden met "het monster", "die klootzak", een confrontatie die alvast in het geval van Sabine Dardenne, leidt tot een moment van bevrijding waarna ze weer vat krijgt op haar eigen leven.
Een eerlijk en ontluisterend relaas, wars van sensatie, sentimentaliteit en holle rethoriek. [Staf Schoeters]
Redactie
Dit boek is een verslag van de ervaringen van Sabine Dardenne, een van de slachtoffers van Marc Dutroux, door haarzelf opgetekend. Ze beschrijft hoe ze is ontvoerd, opgesloten, en - in vage termen - het seksueel misbruik door Dutroux en wat voor effect dit alles op haar had. Opvallend is hoe haar ontvoerder het vertrouwen in haar omgeving (ouders) ondermijnde en zorgde voor een ambivalente relatie met hem. Ze wordt gered als hij een ander meisje (Leatitia) ontvoert en in hetzelfde huis opsluit. Na haar bevrijding beschrijft ze in globale termen wat er verder gebeurde (rechtszaak) en welke gevolgen de ontvoering en het misbruik voor haar hebben gehad. Hoewel het een huiveringwekkende ervaring is geweest en de poging van de schrijfster om dit te verwoorden op zichzelf bewonderenswaardig is, blijft de beschrijving oppervlakkig. Veel herhalingen in de inhoud; de stijl en het taalgebruik zijn zwak en dat geldt ook voor de analyse van de gevolgen. Daardoor draagt het boek (te) weinig bij aan een algemeen begrip over de schadelijke gevolgen van een dergelijk trauma. Toegankelijk voor een breed publiek.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.