1493 : hoe de wereld zich ontwikkelde na de ontdekking van Amerika
Charles C. Mann
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nieuw Amsterdam, cop. 2006 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : AMERIKA 944.2 |
31/12/2006
Dit jaar, 515 jaar nadat Columbus de Nieuwe Wereld voor de Spaanse kroon claimde, kan voor velen onder ons de (her)ontdekking van precolumbiaans Amerika betekenen. Enerzijds dankzij de vertaling van Charles C. Manns 1491, waarin hij een nieuw licht werpt op het Amerika van voor (en na) Columbus. Anderzijds dankzij de tentoonstelling 'Meesters van de precolumbiaanse kunst' in het Jubelparkmuseum te Brussel, waar voor het eerst de precolumbiaanse meesterwerken uit de beroemde collectie van Dora Janssen aan het publiek worden getoond.
Precolumbiaans Amerika (her)ontdekt
De culturele ondergang
Een twintigtal jaar geleden groeide bij wetenschapsjournalist Charles C. Mann de belangstelling voor precolumbiaans Amerika. Gaandeweg ontdekte hij dat heel wat van de nieuwste wetenschappelijke inzichten over de Amerikaanse beschaving van voor Columbus onbekend waren bij het brede publiek. Na lang wachten op een boek om al die nieuwe inzichten op een rijtje te zetten, besloot Mann het zelf te schrijven. Het vorig jaar verschenen 1491 werd een blockbuster, die dit jaar in Nederlandse vertaling verscheen. Het werd "geen volledige intellectuele geschiedenis van de meest recente veranderingen" maar een uitgebreid gedocumenteerde studie (de appendices, noten, bibliografie en register beslaan meer dan een vierde van de ruim 600 bladzijden tellende turf) waarin hij zich toespitste op demografie, oorsprong en ecologie. Deze drie terreinen, waarop de belangrijkste nieuwe vondsten werden gedaan, vormen ook de drie delen van het boek. In 'Aantallen uit het niets?' gaat Mann in op het inzicht dat het bevolkingsaantal van precolumbiaans Amerika sterk onderschat werd. De snelle verspreiding van Europese ziekten, waartegen de indianen genetisch minder bestand waren, maakte dat de oorspronkelijke bevolking op relatief korte termijn van 90 à 110 miljoen mensen (meer dan er rond 1491 in Europa leefden) tot een fractie daarvan herleid werden. Vandaar de lang aangenomen misvatting dat slechts een miljoen mensen in Noord-Amerika en een paar miljoen in Zuid-Amerika woonden. De oorspronkelijke hoogtechnologische cultuur (kunst, architectuur, ruimtelijke ordening e.d.) werd "niet door staal en paarden veroverd, maar door ziekte en verdeeldheid." Die grotere bevolkingsaantallen die door de Midden- en Zuid-Amerikaanse stedenculturen gevoed werden ? de hoofdplaats van de Azteken gaf onderdak aan een kwart miljoen stedelingen ? maakt dat precolumbiaans Amerika niet zo onontgonnen was als men lang dacht. Uitgebreide wegennetwerken verbonden steden van de verschillende Amerikaanse rijken langs kusten en rivieren tot diep in Amazonia. Grote oppervlakten land rond de steden werden ontgonnen voor het verbouwen van levensnoodzakelijke gewassen als maïs. Mann spreekt dan ook van een 'Bewoond landschap' dat ? na de ondergang van de stadsculturen door ziekte, oorlog en ontbering ? door de natuur opnieuw werd omgezet in schijnbaar maagdelijk oerwoud. Een interessant voorbeeld hiervan is de schijnbaar onontgonnen Boliviaanse provincie Beni waar vanuit de lucht onmiskenbare sporen van grootschalige (78.000 vierkante kilometer of meer) menselijke bewoning en landbouw zijn terug te vinden. Zo kan de mythe van de indiaan die in harmonie met de natuur leefde en nauwelijks een spoor naliet, moeilijk gehandhaafd worden. Ook de klassieke these dat Amerika vrij laat door mensen bevolkt werd via de Beringstraat (ca. 12.000 v.C.) wordt in vraag gesteld. In het deel 'Heel oude botten' wordt gesuggereeerd dat Amerika veel vroeger (15.000 tot 20.000 v.C) bevolkt werd. Bovendien gebeurde de inwijking van nieuwe bewoners in verschillende golven. Mann laat in zijn boek voor- en tegenstanders over alle nieuwe inzichten aan het woord en weidt uit met illustratieve voorbeelden uit Noord-, Midden- of Zuid-Amerika. Meteen wordt ook duidelijk dat niet alle inzichten zonder slag of stoot algemeen aanvaard zullen worden. Maar één ding staat vast: het vrijwel identieke, gedateerde geschiedenisonderricht dat Mann en zijn zoon (een generatie later) over precolumbiaans Amerika gekregen hebben, is dringend aan herziening toe. Net zoals het beeld van Colombus zelf dient te worden bijgesteld. Als gouverneur en onderkoning van de Cariben ontpopte hij zich volgens een recent herontdekt document als een hebzuchtige en wreedaardige tiran die uiteindelijk geketend terug naar Spanje gedeporteerd werd. Zelfs naar Spaanse maatstaven maakte hij het te bont: als vorm van bestraffing werden oren en neuzen afgesneden, terwijl vrouwen naakt door de straten werden gevoerd en verkocht als slaven. De vraag is of een volgende verjaardag van Columbus' ontdekking van Amerika nog aanleiding zal geven tot festiviteiten?
Precolumbiaanse kunst
Nog tot 29 april 2007 kun je je hart ophalen aan de prestigieuze tentoonstelling 'Meesters van de precolumbiaanse kunst' in het Jubelparkmuseum. Traditioneel wordt deze wereldberoemde collectie voorgesteld als 'De verzameling Dora en Paul Janssen' (intussen eigendom van de Vlaamse Gemeenschap in ruil voor de verschuldigde erfenisrechten), maar het is Dora die vanuit een passie voor precolumbiaanse kunst en cultuur de verzameling vorm gaf. Op de stelling dat onvermijdelijk bepaalde voorwerpen via minder kosjere weg in de verzameling terecht kwamen, werd bij de persopening handig gerepliceerd door te stellen dat de verantwoordelijke kunsthandelaars niet veel werk zouden hebben, mochten ze het vertrouwen van hun klanten beschamen. Voor de tentoonstelling zelf werd de verzameling Janssen aangevuld met objecten uit de eigen collectie. Structureel werd de expositie opgedeeld in geografische entiteiten, van Noord- naar Zuid-Amerika, waarbinnen de kunstwerken telkens chronologisch werden gerangschikt. De catalogus, uitgegeven bij het Mercatorfonds, spiegelt in de eerste plaats de hieraan voorafgaande tentoonstelling 'Precolumbiaanse meesterwerken' in Genève, waarvoor het gros van de (vooral Amerikaanse) wetenschappelijke achtergrondstukken geschreven werden. Vandaar de twee verschillende boektitels bij het Mercatorfonds die op een aantal uiterlijke verschillen na, vrijwel identiek zijn. Wie de tentoonstelling bezoekt en de catalogus doorneemt, zal versteld staan van de grote variatie aan precolumbiaanse culturen die over het hele continent verspreid waren. Het zijn de Olmeken (1200-400 v.C.) en hun raadselachtige herkomst die misschien nog het meest tot de verbeelding spreken. Denken we maar aan de imposante hoofdstenen of de aardewerken 'holle baby's' met ingesnoerde hoofden. Hieruit ontwikkelde zich later de Meso-Amerikaanse klassieke periode (200-900 n.C.) met een grote verscheidenheid aan culturen, waaronder de aan de Azteken voorafgaande Veracruz-cultuur met de indrukwekkende zittende krijger met twee honden. Vooral de Maya-cultuur, die zich van Mexico uitstrekte over Belize en Guatemala tot het westen van El Salvador en Honduras krijgt uitgebreid aandacht. Meteen een springplank om de culturen van 'Costa Rica, Panama en de Taino van het Caribisch gebied' onder de loep te nemen, om daarna het 'Andes-Amerika' van o.m. de Inca's te exploreren. De kleurige verenkunst van de indianen is een minder bekend gegeven, mede omdat slechts in uiterst droge gebieden sporen daarvan werden gevonden. Het Eldorado van de precolumbiaanse beschavingen vormt het slotdeel van de catalogus. Het blijft verbazingwekkend hoe volkeren die met goud de meest ingewikkelde sieraden maakten, weinig kaas gegeten hadden van het smeden van harde metalen voor wapens of gebruiksvoorwerpen. Aan de hand van deze indrukwekkende kunstcollectie van stenen beelden, aardewerk, terracotta, maskers, weefsels, sieraden e.d., kunnen we enkel raden naar de massa's kunstwerken die door de plunderende conquistadores vernietigd werden.
De Lacandon
Om aan de Spaanse koloniale expansie te ontsnappen, vluchtten de Lacandon diep het regenwoud van het Mexicaanse Chiapas in. Daar konden ze, gespaard van westerse invloeden, hun traditionele levenswijze handhaven tot het begin van de 20e eeuw. In de jaren '30 bezocht de Belgische Germaine Wenziner een aantal Maya-ruïnes op het schiereiland Yucatan. Zo kwam ze in contact met de Lacandon, met hun typische lange haren en katoenen jurken, die rechtstreeks zouden afstammen van de Maya's. Haar innemende foto's van vaak lachende mensen en de lokale ruïnes, gebundeld in Lacandon, zijn stille getuigen van een verdwijnende leefwereld. Door de druk van de overheid, houtkap en de invasie van andere etnische groepen (Chol en Tzeltal) die vnl. aan veeteelt doen, is hun leefgebied sterk ingekrompen. De Lacandon-gemeenschap zou intussen minder dan 2000 personen tellen. Dit fotoboek vormt een uitstekende aanvulling op het diepgravende Schaduwen van Bonampak, waarin Sebastiaan Roeling het leven van de Lacandon Maya's beschrijft als een "introductie in de culturele antropologie". Met zijn website www.mayaweb.nl tracht Roeling al sinds jaar en dag de Maya-cultuur te belichten voor een breed publiek. Roeling deelt duidelijk de scepsis van sommigen over de afstamming van de Lacandon niet en beschrijft de sites van Palenque, Yaxchilán en Bonampak als de "ruïnes van de voorvaderen". Hij neemt de tijd om uitgebreid in te gaan op de Lacandon-gemeenschappen, hun taal en huishouden, de verwantschap en omgangsvormen, de voeding en geneeskunde, economie en religie, de rituelen en offers, en de mythen en legenden. Het boek heeft de verdienste dit onderwerp voor een breed publiek te ontsluiten. Hoewel sommige passages vooral antropologen zullen aanspreken, zijn de teksten doorgaans helder en informatief. Schaduwen van Bonampak licht een sluier op van een overgeleverd stukje levende precolumbiaanse cultuur. [Kris van Zeghbroeck]
Drs. H.H. Puite
In dit boek is veel recente kennis over culturen op het Amerikaanse continent op een toegankelijke manier bij elkaar gebracht. De schrijver begon aan het verzamelen daarvan nadat hij onder de indruk was geraakt van de vondsten van vroege stedelijke culturen in ver uit elkaar gelegen gebieden als Oost-Bolivia en Yucatan. Hij geeft een kleurrijk beeld van de veelheid aan rijke, oude culturen die op het Amerikaanse continent tot ontwikkeling waren gekomen voor de ontmoeting met de Europese ontdekkingsreizigers. Het leidt tot een volledige bijstelling van het beeld van een dun bevolkt en overwegend primitief continent met enkele verspreide cultuurgebieden. De enorme sterfte onder de oorspronkelijke bewoners door een opeenvolging van pandemieën heeft dit verdoezeld. In de moderne Amerikaanse samenleving die gedomineerd wordt door immigranten en hun afstammelingen, is dit boek ingeslagen als een bom* omdat het de mythe van het "lege en maagdelijke" continent dat door de immigranten ontwikkeld is, volledig onderuit haalt. De schrijver is wetenschapsjournalist voor het blad Science. Verzorgde gebonden uitgave met een aantal zwart-witillustraties. Met register.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.