Oliver
Edward van de Vendel
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2006 |
VERDIEPING 3 : STAMPKOT : POËZIE YOUNG ADULT : VAND |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2006 |
Woord Jeugd Gedichten :
|
31/12/2006
Tycho Zeling is terug. Na de onvergetelijke zomer in Knoxville, USA en Noorwegen in De dagen van de bluegrassliefde komt hij in Rotterdam terecht. Zijn eerste studiejaar stevent af op een al even onvergetelijke lente. Maar de Noorse vriend Oliver blijft in Ons derde lichaam heel nabij in een knap vervolgdeel van Edward Van de Vendel. Het verscheen samen met Tycho's gedichten in Chatbox.
Tycho, 19, studeert aan de schrijfacademie in Rotterdam en zit op kot met Vonda en Moritz. Vonda ambieert een zangcarrière, Moritz wil danser worden. Vonda krijgt de beide jongens zo gek om haar backing voices te zijn bij de voorrondes van Eurosong. Zij worden geselecteerd voor het internationale festival in Riga en hun leven komt in een stroomversnelling terecht.
Dit soapscenario boog Van de Vendel om tot een lijvige roman die je niet gauw meer loslaat. In vier delen groeit Tycho uit van een onzekere jongen die zich laat leiden en meeslepen tot een bewuste jonge man die zichzelf heeft aanvaard. Anders dan in De dagen van de bluegrassliefde (Querido, 1999) doet hij zelf zijn verhaal. Logisch, want Tycho leert schrijven en krijgt opdrachten van zijn academie. De lezer mag zonder reserves over zijn schouder zijn verslagen en mailtjes lezen en dat verzekert een maximale betrokkenheid.
In het eerste deel brengt Tycho een getrouw en schools verslag uit van de periode van augustus tot februari. We lezen hoe hij overdonderd wordt door Vonda, hoe hij meegaat in haar openheid en eerlijkheid. Vonda voelt zich veilig bij Tycho en Moritz, "haar homootjes", en vooral Tycho werpt zich bijna slaafs aan haar voeten. Hij heeft er geen probleem mee om een deel van 'Vonda's Voice' te worden, een eigen stem heeft hij nog niet. Zij is de "glansvrouw met heldinnenlach [...] je zou zweren dat ze in een winkeletalage is opgegroeid." Na Oliver schiet zijn leven met haar door "een tweede geluidsbarrière". Dankzij haar ervaart hij dat "voor alles wat ingewikkeld was, even zoveel plezier bestond". De lezer geniet mee van de originele, verrassende beeldspraak en meeslepende beschrijvingen.
Maar de nachtelijke, niet verstuurde mailtjes naar Oliver laten een andere Tycho zien. Zij zijn een intieme aanvulling, die de lezer exclusief mag inkijken. Met schroom lees je mee over schaamte en angst en hoor je vele onbeantwoorde vragen over de voorbije zomer. Mooi, die tegenstelling tussen de euforie in het verslag en de kwetsbaarheid in de mailtjes, maar ook structureel een goede zet. Zo geeft Van de Vendel vanuit twee invalshoeken precies voldoende informatie over het vorige boek. Hij wijdt niet uit, maar maakt wel nieuwsgierig.
Glen, Tycho's begeleider, maant hem aan om het tweede deel van zijn verslag persoonlijker te maken, om zijn grenzen te verleggen. Dit gebeurt niet enkel op studiegebied, waar hij de poëzie ontdekt, maar ook op psychologisch vlak. Tycho gaat graven, zowel in zijn persoonlijkheid als in die van Vonda. Hij krijgt een eigen stem, waarmee hij zich losweekt van 'Vonda's Voice'. Symbool daarvoor staan de Nederlandse teksten die hij gaat schrijven.
Dit gegraaf veroorzaakt felle vonken, die eindigen in ongeloof: "Heb ik haar ooit de zon genoemd? Nu is ze een verfrommelde zon", en in de vaststelling: "Ik ben geen Vondajongen". Dit is een outing die als conclusie van een harde psychologische strijd kan tellen.
Hoewel het hele festivalgebeuren op de achtergrond voor kleur zorgt, is de roman in het derde deel allang het oppervlakkige soapgehalte voorbij. Ons derde lichaam straalt het karakter van een klassiek drama uit: de proloog met voorstelling van de situatie en de tegenstrijdige karakters, het groeiende conflict tussen Tycho en Vonda in het tweede deel, de crisis in het derde deel en de ontknoping in het vierde en laatste deel.
Tycho's woedende, maar blijvend gevoelige notities in het derde deel drijven hem nog meer naar de poëzie. Hij verzamelt de tien eerste gedichten van Chatbox, een bundel die gelijktijdig met de roman verscheen. Tedere poëzie die vaak aanleunt bij poëtisch proza. Erotisch en gevoelvol,
"...we leggen hier onszelf
als twee cadeautjes bij elkaar"
maar ook glasscherp en meedogenloos, zoals volgende regels uit 'Mierenkluit':
"Jij bent de laars die
daarop rond
begon te stampen.
De mierendood ben jij.
De killerhak."
De poëzie legt zijn reële en zijn cyberwereld weer op een andere manier bloot en vult zo de roman mooi aan. Het gedicht waar het allemaal om te doen is, staat in de roman zelf. Het ultieme liefdesgedicht, het gedicht waarin Tycho zichzelf erkent en waarin Vonda haar aanvaarding legt. In het vierde deel, de katharsis, laten Tycho en Vonda elkaar los. De titelsong is alleen nog bedoeld voor de weer opgedoken Oliver:
"We liggen hier,
mijn vel vloeit over in het jouwe,
één groot papier wordt het,
een derde lichaam?"
Ons derde lichaam is een prachtige roman, met wat kanttekeningen. Tycho is eerlijk, lief en spontaan. Een 'cutie' noemen ze hem op zijn weblog. Van de Vendel onderstreept zijn zachte karakter met stijlingrepen, zoals het herhalen van uitspraken. "Geeft toch niet, zeiden wij lachend, geeft toch niet?" Maar Tycho lijkt ook in een ultravriendelijke wereld te leven. De school lijkt wel een idylle, alle homojongens zijn even vriendelijk en zo'n begripvolle ouders wenst iedereen zich wel. Hun gelijkaardige, weinig confronterende reacties op Tycho's gepieker zijn aanleiding tot nog meer getob en dat vraagt uithoudingsvermogen van de lezer. Tobben ligt in het eerste en tweede deel soms gevaarlijk dicht bij zeuren. De humor die in vele situaties verborgen ligt, is een verademing en redding. Voor de volhouder is de beloning groot. De taal van Van de Vendel is een hoogtepunt in de hedendaagse jongerenliteratuur. De beeldspraak is uit de biotoop van de adolescent geplukt, heel spontaan, zonder choquerend of brutaal te worden. Met de kracht van de suggestie mijdt hij de valkuilen van te expliciete beschrijvingen. Daarenboven zijn de beelden vaak zo origineel dat je voortdurend naar je pen wil grijpen.
Is dit nu een cross-overroman? Ongetwijfeld. Niet de voorstelling van Tycho's wereld, die nog buiten het bereik van de middelbare scholier ligt, is het probleem voor te jonge lezers, maar wel Tycho's psychologische ontwikkeling. De lezer moet rijp genoeg zijn om mee te gaan in Tycho's mentale strijd en open staan voor Van de Vendels prachtige taal. Dan zal hij ten volle van de dramatische kracht van de roman genieten. [Jet Marchau]
Th. Herrman
In deze bundel zijn de gedichten verzameld die Tycho Zeling, de hoofdpersoon uit 'De dagen van de bluegrassliefde' (Gouden Zoen 2000) en 'Ons derde lichaam'*, heeft geschreven. De verzen zijn grillig, vurig en zeer expressief. Van de Vendel, zelf dichter, weet zijn vormbeheersing, zijn ritmisch gevoel en zijn beeldend vermogen uitstekend op zijn personage over te planten. Eerder schreef hij gedichten voor jonge kinderen: 'Superguppie'** (in 2004 bekroond met de Woutertje Pieterse Prijs, een Zilveren Griffel en een Vlag & Wimpel van de Penseeljury) en 'Superguppie krijgt kleintjes'***. Nu zijn de overvloedige beelden ontleend aan de wereld van games, gsm en internet. Ze zijn echter even vaak zo lichamelijk dat ook een erotische laag zichtbaar wordt. Pure liefdeslyriek in de taal van hedendaagse jongeren: interessant als extra kijkje in het hart van een romanpersonage, maar als moderne poëzie op zichzelf minstens zo belangwekkend. Vanaf ca. 14 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.