De vorm van vrijheid
Paul Scheffer
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2007 |
VOLW. : NON FICTIE : 313 SCHE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2007 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 311 SCHE |
31/12/2007
In een vorig leven was ik eens getuige van een merkwaardig, maar veelbetekend voorval in een integratiecentrum. Op 11 juli diende de Vlaamse leeuwenvlag uitgehangen te worden, maar dat zinde enkele autochtone medewerkers niet. Ze smeten de vlag op de grond en trapten er demonstratief op. Aan de kant stonden enkele medewerkers van Turkse afkomst ontzet te staren, geschandaliseerd door het gebrek aan respect voor vlag en gemeenschap van hun collega's. Dat zouden zij nooit doen, niet met de Vlaamse, de Belgische of de Turkse vlag!
Zo'n voorval illustreert wat Paul Scheffer indertijd heeft willen aankaarten met zijn beruchte artikel 'Het multiculturele drama' ('NRC Handelsblad', 29.01.2000). Het failliet van de integratie weet hij deels aan de onverschilligheid van elite en politiek tegenover de gemeenschap(pen) van eigen land. Onder het mom van een multicultureel ideaal negeerden ze zowel de angst van de ingezetenen voor immigratie, als de ernstige problemen waarmee nieuwkomers te kampen hebben. Bovenal vermeden zij een duidelijk idee van integratie en burgerschap uit te dragen. Hoewel niet nieuw in het desavoueren van het multiculturalisme, had Scheffers artikel het effect van een knuppel in een hoenderhok. Zoals uit bovenstaande anekdote blijkt, wees hij echter op een heikel probleem dat niet enkel op beleidsniveau, maar ook op de dagelijkse werkvloer leefde.
Na de hetze over 'Het multiculturele drama' nam Scheffer de wijze beslissing zich dieper in de zaak in te werken. Niet de egelstelling van de publicist, maar opgaan in het publieke debat, een grondige literatuurstudie en een vergelijkend onderzoek van migratie in alle tijden en landen. Het resultaat daarvan, het dikke boek Het land van aankomst, wordt lovend onthaald. Yves Desmet noemde het zelfs het beste boek over integratie, maar daarvoor kent het toch een wat te selectieve kijk op de geschiedenis van de integratie en ontbreekt het aan concrete voorstellen en adviezen. Wat het boek wel uitstekend doet, is de positie van Scheffer uitklaren tegenover alle verdachtmakingen die aan zijn adres werden gemaakt. Vergeleken met de sombere boodschap van zijn artikel uit 2000, is dit een hoopvol boek. Hij neemt geen enkel woord terug, maar situeert zijn visie nu in een ruimere, historische context en een ruimhartig ideaal voor de toekomst.
'Vervreemding en verlies' zijn de sleutelbegrippen ? ontleend aan de Amerikaanse migratiehistoricus Oscar Handlin ? van Scheffers beschouwing over de na-oorlogse migratie in Europa. Duidelijk heel andere woorden dan de slogans over verrijking en diversiteit waarmee het multiculturalisme uitpakte, maar dichter bij de realiteit van het alledaagse samenleven van de meeste mensen. Bij nieuwkomers leidt de schok van een andere samenleving tot behoudzucht, vooral op het vlak van religie en gezinsmoraal. Bij de ingezetenen leidt het tot afwijzing en vermijding. De hogere klassen trekken weg uit buurten waar veel migranten zich vestigen, de lagere klassen nemen een xenofobe houding aan. Maar na die vermijding komt er een duidelijke botsing, en in zo'n fase van rauwe meningen en gewelddadige conflicten zitten we nu volop. Scheffer onderstreept, met verwijzing naar de Amerikaanse ervaring en literatuur, dat dit een normale en zelfs wenselijke evolutie is die toelaat om interculturele problemen te bespreken en op te lossen. Na de botsing, met allerlei restrictieve overheidsmaatregelen op het vlak van immigratie en inburgering, zal een nieuw evenwicht ontstaan, met assimilatie aan beide kanten. Alleen wil Scheffer die 'natuurlijke' evolutie versnellen en sturen. Enerzijds uit "democratisch ongeduld", anderzijds omdat er specifieke kenmerken zijn aan de na-oorlogse migratie die de 'natuurlijke' evolutie vertragen: de islam, een religie die het moeilijk heeft met secularisme en individualisme; de afhankelijkheid als gevolg van de verzorgingsstaat; de transnationaliteit van migranten, die dankzij de moderne communicatiemiddelen te veel contact blijven houden met het land van herkomst. Ook zit Nederland geplaagd met een geschiedenis van tolerantie, die enerzijds wel de specifieke identiteit van het land uitmaakt en dus een cruciaal onderdeel blijft van de hernieuwde gemeenschapszin die Scheffer nastreeft, maar anderzijds sinds de jaren '60 tot een gedoogcultuur is geëvolueerd die problemen te veel negeert. Eigenlijk, oordeelt Scheffer, zit het hele Westen op het ogenblik met een gebrek aan zelfvertrouwen tegenover de eigen geschiedenis, identiteit en het integratiemodel dat tot nog toe werd gehanteerd.
De confrontatie wil Scheffer sturen in de richting van een debat over burgerschap, over wat het inhoudt, aan rechten en plichten, om burger te zijn van een open samenleving. Scheffer stelt die vraag aan iedereen: "Het is tijd voor groot onderhoud en dat betekent in ons geval een grondige verbouwing. [...] We moeten de afstand die ons scheidt van onze idealen in alle scherpte aanschouwen. Een open samenleving leeft namelijk van zelfkritiek. We moeten willen worden wat we zeggen te zijn". De idealen van het land van aankomst moeten vooropstaan. Scheffer ziet een samenleving als een intergenerationeel contract, waarbij het erfgoed gekoesterd dient te worden, maar dan in kritische zin. Nieuwkomers moeten hun groepsmoraal loslaten en individualisme, secularisme en godsdienstkritiek aanvaarden. Ingezetenen dienen een ferme maar duidelijke hand uit te steken naar migranten en hun kinderen. Iedereen staat in deze moeilijke tijd van globalisering voor de opdracht een nieuw evenwicht te zoeken tussen ? in de woorden van Alain Finkielkraut ? onthechting en verband, openheid en erfgoed, tolerantie en trouw. Een natie is als imagined community eigenlijk voortdurend haar identiteit en verhaal aan het herzien, en tegenwoordig is de na-oorlogse migratie daar een onmiskenbaar onderdeel van. In deze open, kritische visie op gemeenschapsvorming onderscheidt Scheffer zich duidelijk van rechtse denkers en politici die willen dat de westerse identiteit volledig vastligt en aanvaard dient te worden door nieuwkomers.
Hoewel Scheffer bemoedigende ontwikkelingen ziet in het publieke debat, ontbreekt het voorlopig aan voldoende wil bij alle partijen om zo'n gezamenlijk verhaal aan te gaan. De vraag is ook of zo'n project nog wel kan slagen in onze versplinterde wereld, waar velen gemeenschapszin als oubollig zullen afdoen, waar consumptiedrift onze levens beheerst en een geglobaliseerde economie voortdurend buurten en andere (sub)nationale niveaus van identiteit aan diggelen slaat. Scheffer wil alvast nog geloven in het vermogen van natiestaten en steden om zinvolle verbanden te smeden binnen de eigen grenzen. Hij doet enkele voorstellen om de gemeenschapszin te stimuleren, zoals het opnieuw inrichten van tuinsteden, het stimuleren van stadsburgerschap (gemeenschapszin op lokaal niveau), een meer verplichtende verzorgingsstaat, een algemeen Europees burgerschap en integratiebeleid, een strengere selectie van nieuwe immigranten, maar anderzijds wel meer immigratie vanuit het Verre Oosten omwille van economische ontwikkelingen en om de diversiteit in migrantengemeenschappen te bevorderen.
Erg concreet wordt dat allemaal echter niet. Meer concrete invulling zouden we ook mogen verwachten waar Scheffer pleit voor meer restrictie (bv. op het vlak van immigratie en sociale uitkeringen) en disciplinering (bv. stimuleren van verantwoordelijkheidsbesef in gezin en onderwijs): hoe denkt hij die te realiseren en hoe kan dat bereikt worden binnen zijn uitnodiging voor een nieuw 'wij-gevoel'? Het zou een belangrijk verschil maken als we zouden lezen dat Scheffer zich ook op het concrete beleidsvlak duidelijk weet te onderscheiden van het rechts-populisme van een Fortuyn of Wilders. Over vooroordelen aan de kant van de ingezetenen stapt hij nogal snel heen. De klacht over discriminatie op de arbeidsmarkt aanvaardt hij wel, maar countert hij met de opmerking dat het vooroordeel van ondernemers gerechtvaardigd is, gezien de hoge criminaliteit van migrantenjongeren.
Het valt op hoezeer Scheffer negatieve autochtone reacties in bescherming wil nemen. Hij heeft gelijk dat deze rauwe, xenofobe reacties niet verdoezeld mogen worden, maar als hij zijn eigen ideaal wil verwezenlijken, zal hij die negatieve reacties toch ook moeten durven aanpakken. Zeker wat de politieke recuperatie daarvan betreft. In die zin verwondert de passage over het Vlaams Belang. Terwijl hij de veroordeling van de VB-vzw's lapidair afdoet als een politiek gemotiveerd proces, schrijft hij vrij positief over het boek Baas in eigen land (2000) van Filip Dewinter: "een nuchtere beschouwing over de kosten en baten van de recente immigratie". Ziet Scheffer, die toch een kritische herwaardering van de Europese geschiedenis voorstaat, dan niet de xenofobe generalisaties en het culturele racisme van een Dewinter? Ook Dick Pels merkt in het 'NRC Handelsblad' (3.11.2007) op dat Scheffer te weinig zelfkritiek verwacht van de autochtone Nederlanders en een knieval doet voor het fortuynistisch populisme. Vanuit het "democratisch ongeduld" waarmee Scheffer zo vaak schermt, mag toch verwacht worden dat de voortdurende wrok van de autochtone bevolking al evenmin verontschuldigd moet worden als de slachtoffercultuur van migranten en hun kinderen? Opmerkelijk is ook hoe Scheffer uithaalt naar de rechterlijke macht wanneer die restrictieve overheidsmaatregelen i.v.m. migratiestop als discriminatoir tenietdoet. Is de scheiding der machten dan geen wezenlijk onderdeel van onze open samenleving?
Aan de kant van de nieuwkomers focust Scheffer te eenzijdig op problemen. Er zijn toch bemoedigende ontwikkelingen op het vlak van secularisering, gezinsmoraal, onderwijsparticipatie, de ontwikkeling van een Europese islam, het etnisch ondernemerschap, de groeiende middenklasse en activistische zelf-organisaties en hooggeschoolden, die alles tezamen uitwijzen dat er toch meer is dan een onderklasse die zich nestelt in de verzorgingsstaat. Wellicht is onze tijd toch niet zo uitzonderlijk als Scheffer laat uitschijnen en wijken de moslimmigranten toch niet zo erg af van de gekende evolutie in drie generaties van vervreemding tot integratie. Scheffer noteert wel zo'n positieve ontwikkelingen, maar plaatst er eerder kritische kanttekeningen bij dan dat hij er betekenis en hoop uit put voor de toekomst. De uitingen van deze geslaagde migranten(kinderen) mogen dan niet altijd even positief tegenover het land van aankomst zijn, maar moet de 'andere' dan nobeler zijn dan de ingezetenen?
Je kan nog tal van bedenkingen maken bij de wetenschappelijke rigiditeit van Scheffers analyse. Hij houdt er een nogal selectieve (i.e. negatieve) lezing van de literatuur op na, alsook een selectieve geschiedenis van de na-oorlogse immigratie (de vermijdingsfase bv. hield toch een actief integratiebeleid in). Al deze kritische punten nemen niet weg dat Scheffer een belangrijke tekst heeft geschreven. Voor iemand die het multiculturalisme zo aangevallen heeft, en als gevolg daarvan in het kamp van de 'nieuwe, rechtse politieke correctheid' wordt geplaatst, is het een ruimhartig boek, dat uiteindelijk het positieve van de na-oorlogse immigratie overhoudt: hoe deze migranten en hun kinderen welkom zijn in onze samenleving en hoe hun aanwezigheid de specifieke identiteit en idealen van deze samenleving naar voren kunnen halen en versterken. Bovendien is dit boek helder en vaak opmerkelijk fraai geschreven. Scherp is Scheffer waar hij de boodschap van het multicultarisme aan migranten terecht samenvat als "Blijf zitten waar je zit en koester vooral je eigen identiteit". Aan de moslims, die zullen moeten leren leven met kritiek op hun religie, zegt hij duidelijk: "De vrijheid van de moslims kan alleen maar worden verdedigd wanneer moslims de vrijheid van de critici van hun geloof willen verdedigen". Fraai en wervend is dan weer de uitspraak over de noodzaak aan verzoening in onze samenleving van historisch erfgoed en kosmopolitische onthechting: "Het gaat om een erfgoed niet als voorschrift maar als voorwaarde om onafhankelijk te kunnen handelen".
[Chris Bulcaen]
Trix Westeneng
Paul Scheffer publiceerde in 2000 het geruchtmakende artikel 'Het multiculturele drama'. De heftige reacties daarop waren voor hem het begin van een grondig en langdurig onderzoek naar de factoren en effecten van migratie en integratie. Deze sociologische, economische en historische studie resulteerde zeven jaar later in dit boek. Scheffer analyseert en beschrijft wat migratie met mensen en hun samenleving doet. Zowel de migratiebewegingen in Europa als in Amerika worden onder de loep genomen. Migratie en natievorming, de verzuiling van de islam, migratie en ontwikkelingshulp, postkoloniale lessen, de kunst van het kosmopolitisme, de waarde van culturen, Nederland vermijdingsland, segregatie en ongelijkheid, zijn enkele van de vele onderwerpen die behandeld worden. Scheffer stelt dat de aanwezigheid van immigranten een voortdurende uitnodiging is tot zelfonderzoek. Voor zelfonderzoek is achtergrondinformatie nodig. Hierin voorziet het boek ruimschoots. Scheffers analyses zijn een belangrijke bijdrage aan het integratiedebat en in de discussies over het te voeren integratiebeleid. Het boek is toegankelijk geschreven. Met uitgebreide bibliografie. Paul Scheffer (1954) is publicist en sinds 2003 bijzonder hoogleraar Grootstedelijke problematiek aan de Universiteit van Amsterdam.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.