Duivelskruid
Marita De Sterck
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2002 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 9583 |
Aimée de Jaeger
em/ov/08 n
Sterk van Marita, dit boek. Het vlees is sterk, en de geest bepaald niet zwak. Die van de auteur niet en van haar jongste boek Wild vlees al evenmin. In sombere herfsttijden een hart onder de riem voor veel jongeren. Want behalve veel gemis, verdriet en boosheid die de plotselinge dood van een geliefd wezen zoal veroorzaakt, zit er veel jong en vitaal leven in dit boek. Een boek over de grote thema's in dit aardse, trouwens: leven, dood en liefde. Als ik nu zou schrijven 'de alles overwinnende liefde', lijkt het zoete stationslectuur en dit boek is wel het tegendeel.
Alles is even fel uitgetekend bij De Sterck: bezorgde, drukke vader, overbezorgde dito moeder. Grootvader groot in wijsheid en speelsheid. Max, de zeventienjarige hoofdpersoon, onverschrokken padvinder, excuseer, scoutsleider. Het is een jongen van stavast, net als de oude appelbomen van zijn opa. Aan het eind van het boek, als Linde, Max' beste vriendin, naar de reinette de Champagne informeert, zegt hij intens proevend: "Stevig en vast, wat grof op de tong. Een beetje zuur, maar zo heb ik ze graag." Ondubbelzinnige samenvatting van leven en liefde? Voor iemand die appels proeft alsof het alvast wijn is, wel.
Maar nu begin ik zowaar bij het eind. Marita de Sterck houdt de chronologie beter in de gaten dan dat, gelukkig. Ze geeft in Wild vlees zo'n beetje een overzicht van liefdes lief en leed in de afgelopen eeuw. Ze beperkt zich godlof tot één familielijn, die van Max' moeder. Af en toe verdwaal je als lezer wel wat tussen opa's vrienden, vader, moeder, grootmoeder, grootvader (opa's naamgenoot nota bene). Maar al dat gespeur in het verleden is noodzaak voor Max. Vóór alles omdat hij van verhalen houdt en stilaan meer wil vernemen over hoe dat nou zit met liefde en huwelijk. Het hoort helemaal bij zijn leeftijd, zeventien. Wat zijn dan de grote vragen? Is het leven om in te happen? Tuurlijk wel. Is de liefde om in te happen? Voorlopig blijft het bij appels - fraai symbool eigenlijk, zij het ietwat nadrukkelijk gepresenteerd. Alles op zijn tijd, schijnt wijze Max te vinden. Zeventien is wijs en overmoedig tegelijk, is vooral over elkaar tuimelende gevoelens. Dat heeft de auteur scherp gezien, en dat geeft ze aardig vorm.
Het is ook niet niks wat Max te behappen krijgt. Als hij terugkomt met een gemengd gezelschapje van de padvinderij, van een trektocht door Zwitserland, verneemt hij dat zijn grootvader verongelukt is. Dat nieuws is voor Max een schok, de eerste zware klap in zijn leven. Hij had een sterke, innige band met opa. Meteen gaat hij op zoek naar de 'schuldigen', ook al is hij met een opengereten handpalm uit Zwitserland teruggekomen en behoeft hij dringend verzorging. Hij vindt zelf kennelijk dat het nog te vroeg is voor een net en verzorgd litteken. Komen er geen tranen, dan komt er wel bloed. En daarna zal hij er 'wild vlees' op krijgen, net als grootvader op zijn oorlogslitteken. Max onderzoekt alles wat met de dood van opa te maken gehad heeft en schuwt de gruwelijke details niet. Dat is zijn bezweringsritueel tegen verdriet en wanhopige boosheid.
Hij beseft niet hoe kwetsend zijn verdachtmakingen zijn voor de jonge truckchauffeur die gewoon niet meer kón remmen omdat opa ineens, op Max' racefiets nota bene, aan kwam slingeren. Ook voor de dienstdoende politieagenten, het ziekenhuispersoneel en de begrafenisondernemer is hij niet mals. Voor zijn ouders en zijn beste vriendin Linde is hij genadeloos. Pas als alle wonden littekens zijn geworden, en alle verhalen zijn verteld, kan Max echt afscheid nemen en weer bij de jonge, volop levenden gaan horen. Hij zal opa's oude verhalen doorvertellen en ervoor zorgen dat diens appelboomgaard weer kan bloeien. Dan pas ziet hij hoeveel Linde wel voor hem betekent.
Begin en einde zijn knap met elkaar verweven. Er is leven na de dood, inderdaad. Dat er ook dood in het leven zit, daar moet Max op zijn zeventiende achter komen. En hoe het blinde lot onze race naar het een of het ander richt. Voorgoed weg is opa. Weg de appels die hij zijn dochter wou brengen. Weg de koffie in de oplegger. Appels met koffie, het was opa's recept. Wat overblijft zijn diens verhalen, knipogen over de grafzerk heen. Tekens van leven toch ook. "The end is where we start from," T.S. Eliot. Niet voor niets het motto boven dit verhaal.
Het is een goed boek, een spannend boek, met scherp psychologisch doorzicht geschreven en sterke dialogen. Maar het is niet omdat je het over wild vlees hebt, in welke betekenis ook, dat er zoveel uitroeptekens bij hoeven. Vooral in het eerste deel van het boek lijkt het wel of iedereen maar wat gilt. Of gilde men vijftig jaar terug veel meer naar elkaar? Je kon toen, met nauwelijks verkeer in de dorpsstraten, nog naar de overkant gillen, en nog begrepen worden ook. Zoiets zal het wel wezen. Ofwel heeft eindredactie niet goed opgelet.
Mooi is toch vooral hoe de auteur het rouw- en groeiproces van een adolescent beschrijft, uniek en universeel. Dit is literatuur. Daarom is het des te hinderlijker dat er door onhandig taalgebruik ook stijlbreuken in slopen. Als je een 'meester' laat vertellen over de jaren vijftig en daarvoor, is er niets op tegen dat je een archaïsch of zelfs dialectisch taalregister opentrekt. Maar laat een meester van 70-plus anno nu na "van de armen begraven zijn" niet meteen vervolgen met: "Je hebt goed gekozen, maar doe nu rustig aan. Meer dan één verliefde vogel knalt tegen een raam of wordt overhoop gereden." Dat zegt een oude(re) man niet, dat is jongerentaal. "De eerste schrijfbeurt is altijd wild. Die ontsnapt aan elke controle. De vorm loopt vanzelf, structuur is wroeten," zegt - samengevat - de auteur op de website van Querido over haar schrijven. Wat meer controle had de vorm van dit boek gaver gemaakt. Nu zit er net ietsje te veel wild vlees op.
Jan van Coillie
te/ep/28 s
,,In veel culturen zijn het de grootouders die als vertellers een belangrijke rol vervullen. Met hun verhalen leggen ze een brug tussen generaties en geven ze cultureel erfgoed door.'' Dit citaat van Marita de Sterck uit Lees je mee? Een gids voor wie boeken en kinderen wil samenbrengen, is heel direct van toepassing in haar nieuwe jeugdroman Wild vlees , een boek over dood en leven, over verdriet en de liefde die zoveel draaglijk maakt en vooral over generaties als schakels in een ketting.
Als Max terugkomt van een trektocht in de bergen, verneemt hij dat zijn grootvader verongelukt is en intussen al begraven. Hij kan het nieuws niet aan. Hij is immers opgegroeid bij zijn grootvader, tussen de appelbomen. Als bezeten probeert hij de laatste momenten van zijn grootvader terug tot leven te brengen. Hij ondervraagt de jonge vrachtwagenchauffeur, de dienstdoende politieagent, het ziekenhuispersoneel en de begrafenisondernemer. Zijn zoektocht naar het hoe is er ook een naar het waarom, hij gaat op zoek naar schuldigen en beseft daarbij niet hoe kwetsend zijn ,,verhoren'' soms zijn. Thuis sluit hij zich af en ook met Linde, zijn ,,maatje'' vermijdt hij elk contact. Pas als hij voor zichzelf alles heeft opgehelderd, als alle wonden littekens zijn geworden, ziet Max hoeveel Linde voor hem betekent. Hij is nu in staat zijn grootvaders verhalen verder te vertellen en zijn appelbomen te verzorgen.
Max vertelt dit verhaal in de ik-vorm en de tegenwoordige tijd. Hierdoor voel je je heel direct betrokken. De auteur versterkt de herkenbaarheid door neventhema's waar elke adolescent mee te maken heeft. Ze tekent scherp de gespannen relatie tussen Max en zijn moeder. Het is alsof ze erom strijden wie het meest mag rouwen. Allebei worstelen ze met schuldgevoelens. Max heeft niet gereageerd op de boodschap in de berghut dat hij dringend naar huis moest bellen. Hij zag er niets meer achter dan een overbezorgde moeder. Zijn moeder voelt schuld omdat ze de konijnen niet zelf gehaald heeft, zodat haar vader ze met de fiets moest brengen. Ook herkenbaar is Max' egocentrisme. In zijn woede denkt hij het beste te weten wat er met zijn grootvader had moeten gebeuren. Daarbij vertekent hij zelfs de waarheid. Hij verzint dat zijn grootvader gecremeerd wilde worden.
Het verhaal van Max wordt afgewisseld met drie andere verhalen uit de familiegeschiedenis: dat van Julie en Marie, zijn grootouders, van Konstant en Anne, zijn ouders en van Schele Julie en Pitta, zijn overgrootouders. De tijdslijnen worden duidelijk gemaakt in de namen en data boven de hoofdstukken. De vier verhalen en dus ook de levens van de personages zijn door tal van lijnen met elkaar verbonden. Zo blijkt in elk verhaal het belang van de liefde als levenskracht of, zoals zijn grootvader het zegde: ,,Wie nooit van de liefde genoot, is al bij leven dood.'' Zelf begeleidde hij zijn Marie op haar doodsbed met al de liefde die hij had. De eerste liefdesnacht tussen de ouders van Max is een voorafspiegeling van wat hij later met Linde zal beleven.
Het voordeel van de opbouw met verschillende tijdslagen is dat de afwisseling verveling tegengaat. Nadeel is dat de spanningsboog van het basisverhaal doorbroken wordt. Die spanningsboog is overigens niet de sterkste kant van dit boek. Natuurlijk is Max' onderzoek een ritueel om zijn verdriet te bezweren, maar de obsessionele ijver waarmee hij alle gruwelijke details uitspit, roept vragen op over diepere motieven of geheimen waar de lezer geen antwoord op krijgt. Uiteindelijk staat of valt zo'n verhaal met de geloofwaardigheid van de hoofdfiguur. Precies daar wankelt het. De motivatie voor Max' verbeten zwerftocht is psychologisch te weinig uitgediept, waardoor zijn gedrag soms onwaarachtig overkomt. De opbouw van de roman wordt ook sterk bepaald door een web van motieven, een techniek die Marita de Sterck ook in haar vorige romans toepaste.
Zo zijn er de dromen waar Max telkens het gebeuren verwerkt en vanaf Max' val in de bergen blijft het motief aanwezig van zijn opengereten hand. Voortdurend krabt hij de wonde open. Het lijkt een middel om aandacht te trekken, maar het is ook een symbool voor het verdriet dat hij nog niet verwerkt heeft. Pas op het einde van het verhaal, als hij bij het graf staat, is de wonde genezen, als alle herinneringen zijn opgeborgen en Max het leven weer aankan. Er blijft alleen het litteken met wild vlees, een ander leidmotief in het boek. Dat wilde vlees blijkt een familietrek, ook zijn grootvader had het bij verschillende littekens.
Maar het duikt ook in andere contexten op, onder meer bij de konijnen die zijn grootvader vilde en als Max en Linde voor het eerst seks hebben, al lijkt het me in dat laatste geval nogal gezocht. Het beklijvendste motief is dat van de appelbomen. Het is ook het best uitgewerkt, in een erg zintuiglijke taal. Net als zijn moeder en zijn zus heeft Max zijn eigen appelboom in de boomgaard van zijn grootvader. Die heeft Max leren luisteren naar de bomen, voor hem waren ze levende wezens. Zijn aanvankelijk norse houding tegenover Max als schriele kleuter veranderde toen zijn boom voor het eerst bloeide. Vooral tegen het einde worden de appels een sterk symbool.
Het mag duidelijk zijn dat Wild vlees erg zorgvuldig is opgebouwd, zo zorgvuldig dat het soms wat knelt. Op het einde, waar net iets te veel motieven samenkomen, dringt de constructie zich op. Het bevrijdende gesprek met Linde is te duidelijk een catharsis. En zoals te verwachten valt, wordt dat gesprek gevolgd door het openmaken van de doos met grootvaders bezittingen.
Ik twijfel er niet aan dat veel lezers in de ban zullen raken van Max' zoektocht. De opbouw met de duidelijk aangegeven tijdslijnen maakt het ook lezers met minder leeservaring gemakkelijk. De eenvoudige, sobere verwoording bedwingt zorgvuldig te sterke emoties. De aandachtige lezer ervaart geregeld hoe zorgvuldig de woorden gekozen zijn, van de smaak van de appels tot de geur van de liefde. De auteur slaagt erin om moeilijke momenten te vangen in woorden en sterke gevoelens in beelden, ook al knarsen soms de schakels die ze verbinden.
Marita de Sterck slaagt erin om een moeilijk thema als het verwerken van de dood van een geliefde grootouder te verwoorden, zodanig dat de cyclus van leven en dood aanvaardbaar wordt. Dat het doorgeven van verhalen hierbij een cruciale rol speelt, illustreert de kracht van de literatuur.
Annelies De Waele
ob/kt/28 o
Wild vlees balanceert op de grens tussen jeugd- en volwassenliteratuur. Dat merk je al aan de cover: een gewonde hand met een oud kompas. Het is de hand van de 18-jarige Max, die na een bergtocht verneemt dat zijn grootvader en goeie vriend is verongelukt. Zijn wereld stort in, alles komt op het tweede plan. Zelfs het meisje van wie hij al zijn hele jonge leven houdt, Linde, moet wachten tot hij een verwerkingsparcours via politie, ziekenhuis, begrafenisondernemer en de appelgaard van zijn opa heeft afgelegd.
Een jeugdboek ook voor volwassenen dus, maar omgekeerd natuurlijk meteen een boek waarmee je jongeren moeilijk kan straffen. Wild vlees surft van jonge naar oude mensen, van nu naar toen, van realiteit naar fantasie, van heel ontroerend naar speels en grappig.
Marita De Sterck: ,,De personages verschillen niet zo veel van die in mijn andere boeken. Het zijn opnieuw zoekende figuren, in een scharnierfase van hun leven. Na Splinters (een boek over een jonge passionele relatie, goed voor de prijs van de Kinder- en Jongerenjury, red.) had ik als thematiek al de relatie kleinkind-grootouder en de verbintenis van liefde en dood voor ogen. Het is boeiend om te zien hoe verschillend drie generaties daarmee omgaan. Omstreeks 1900 leerde je je lief echt vaak op een begrafenis kennen en moest je bijvoorbeeld als paar zoveel keer naar de kermis en op familiebezoek voor de eerste echte kus.''
,,Toch had ik niet gedacht dat uit die aanzet zo'n complex verhaal met een historische lijn zou groeien. Dat was een nieuwe weg. Bij die passages over ouders en grootouders kwamen dan de Kempense verhalen die ik als kind meekreeg, zoals dat van die 'floddermadammekes' op de heide. Die vertelsels zochten zich een weg in het boek.''
,,Het was leuk om die verhalen voor jonge mensen op te schrijven, al zijn ze wellicht wat bijgekleurd. Ook die hele appelhistorie, over al die soorten en hoe ze elkaar zoeken en bevruchten als mensen, heb ik uit mijn jeugd. Ze ligt me na aan het hart en ik wil zoiets graag onverkort doorgeven. Ook al zitten jongeren van vandaag misschien toevallig meer op internet dan in een tuin. Als iemand nu een stuk grond koopt, wordt er al snel een dure tuinarchitect bijgehaald om die appelbomen te kappen. Dingen dreigen verloren te gaan.''
Rituelen
Behalve Germaanse talen studeerde Marita De Sterck ook antropologie. Ze reisde langs talrijke landen en continenten, woonde bij indianen en Papoea's en specialiseerde zich in inwijdingsrituelen, waarbij jonge mensen in andere culturen leren omgaan met hun lichaam en met de dood.
In Wild vlees hebben dochter en kleinkinderen in de gaard van de overleden grootvader een eigen appelboom en worden in zijn kist geliefde kleren en spullen meegegeven. Vooral met de passage waarin Max op bezoek gaat bij de begrafenisondernemer die hem van naaldje tot draadje uitlegt wat er met een overledene gebeurt voor die de grond ingaat, lijkt de auteur te willen zeggen: kijk eens, wij hebben hier ook onze rituelen.
Marita De Sterck: ,,De klemtoon op het lichamelijke, de eerlijkheid in verhalen, het confronterende, het laten zien waar de grenzen van het leven liggen, het niet verbloemen, dat zijn dingen uit Wild vlees die aanleunen bij waar ik als antropologe graag mee bezig ben. Wat ik vooral heb geleerd uit andere culturen, is dat je beter open met jonge mensen praat over de dood. Er zijn zelfs volkeren die hun jongeren op de drempel van volwassenheid uitdossen als waren ze op dat moment dood.''
,,Dat ik vrijmoedig met die thematiek kon omgaan, heeft te maken met hoe ik zelf als puber was: ik stelde vragen over de dood waar ik nooit een duidelijk antwoord op kreeg. Sommige antwoorden werkten bevrijdend. Bijvoorbeeld de confrontatie met die knowhow van zo'n begrafenisondernemer. Achteraf denk je: dit is goed om weten. Of je lezers dat delen, blijft nog de vraag. Maar ik wou zoiets vertellen. In die zin is dit het boek dat het dichtst bij mij ligt en het meest over mij vertelt.''
Doordat Wild vlees zowel verhaalt over treurende als verliefde jongeren en hun (groot)ouders, verzeilt De Sterck met dit boek ook in verschillende taalregisters. Dat levert soms sappige uitdrukkingen op, zoals ,,wie niet van de liefde genoot, is bij leven al dood''.
Marita De Sterck: ,,Mijn eigen grootouders heb ik niet gekend, maar met de Julien en Marie uit Wild vlees heb ik mezelf een paar grootouders geschonken. Meer dan in Splinters hoedde ik me er wel voor, ze niet te perfect te maken. Ook in taalopzicht ben ik teruggekeerd. Om bijvoorbeeld gefascineerd op te gaan in de taal die oudere mensen uit mijn kindertijd gebruikten. Die taal is gekruid met heel wat zegswijzen en gij-vormen. Ik vond het mooi, dat zoiets kon voor een Nederlandse uitgeverij. Voor Nederlandse jongeren zullen sommige woorden tamelijk exotisch klinken.''
31/12/2001
Max (17) heeft conflicten met zijn ouders, vooral met zijn moeder omdat haar bezorgdheid hem in zijn vrijheid beknot. Daarom reageert hij niet op het briefje dat hij tijdens een trektocht in een afgelegen blokhut vindt: "Max Vereken. Wordt dringend verzocht naar huis te bellen!!!" Bij zijn thuiskomst wacht hem slecht nieuws: grootvader is overleden en begraven. Netjes doorloopt Max alle stadia van het verwer-kingsproces. Eerst is er de ontkenning "Ik schud mijn hoofd. Ik geloof er geen letter van. Het kan niet. Het mag niet. Niet hij", dan volgt de agressie "Razend ben ik, op alles en iedereen. Mijn woede groeit met de minuut. Ik been de keuken uit en sla de deur met een knal achter me dicht" enz. In zijn agressie zet hij stappen die geforceerd en onecht overkomen. Dan volgen afwisselend scènes uit het verleden van grootvader, van zijn ouders, van Max en zijn grootvader... Hoewel die scènes niet altijd relevant zijn binnen de lijn van dit verhaal behoren een aantal ervan tot de sterkste passages uit het boek. De beschrijvingen zijn soms kleurrijk en bevatten ook oprechte emotie; de angst om levend begraven te worden is wreed en aangrijpend.
Een aantal flashbacks bevatten de ontmoetingen tussen grootvader en grootmoeder, tussen vader en moeder. De beschrijvingen van die ontluikende liefdes moeten allicht een band creëren tussen de verschillende personages. Zo kan de lezer niet ontgaan dat wat echt belangrijk is in het leven niet aan mode onderhevig is. De liefde wordt meteen herkend en gevonden. De liefdesscènes zijn zeer expliciet en tegelijkertijd opvallend on-erotisch. Veel vlees, weinig gevoel. De beschrijving is heel nauwgezet, maar het lijkt alsof de auteur de weg naar binnen niet vindt. Je ziet hoe ze haar personages dwingt en manipuleert, hoe ze hun handelingen en emoties met elkaar wil laten kloppen. Theoretisch klopt het ook allemaal, maar er klopt geen hart in de personages. Vanaf 14 jaar. [Marita Vermeulen]
Fred Koekoek
Dit boek beschrijft de manier waarop de 17-jarige Max de dood van zijn opa verwerkt. Opa was belangrijk in zijn leven en omdat Max pas na de begrafenis terugkomt van een trektocht heeft hij veel verhalen van anderen nodig om tot rust te komen over dit gemis. Daarnaast speelt de jarenlange vriendschap met Linde, van wie duidelijk wordt dat zij meer voor elkaar betekenen, wat opa al heeft voorspeld. De schrijfster gebruikt vooral korte zinnen waardoor het verhaal veel snelheid heeft. Het taalgebruik sluit aan bij het dagelijkse taalgebruik en zorgt voor een goede leesbaarheid. Er zijn geen illustraties buiten een in groentinten uitgevoerd voorplat met een afbeelding van een hand met kompas. Naast het verhaal van Max zijn er ook verhalen uit de jeugd van opa en anderen. Ieder hoofdstuk wordt aangegeven met de datum waarin het speelt. Door de opbouw en de thema's, met daarnaast uitweidingen over de teelt van appels, is het een aansprekend verhaal dat jongeren vanaf ca. 14 jaar en volwassenen zal aantrekken. Het boek is goed te gebruiken bij het verwerken van de dood, waarbij enige begeleiding door ouders/verzorgers nodig kan zijn. Gedrukt in een tamelijk kleine letter. Winnaar van de Gouden Zoen 2001.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.