Meisjes van Atatürk, zonen van de sultan
Betsy Udink
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Augustus, 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : UDIN |
31/12/2006
Betsy Udink gaat in het eerste hoofdstuk van Allah & Eva op zoek naar het kantoor van Idara, de Commissie voor Vrede en Gerechtigheid, een christelijke organisatie in Karachi die zich inzet voor paria's. Er zijn zeven mannen koelbloedig vermoord. Udinks onderzoek levert weinig meer op dan sympathie en begrip, maar ook schouderophalen, tegenstrijdige theorieën en de bevestiging van de corruptie van het politiekorps in Karachi. Enkele mannen zetten zich in om in te gaan tegen de onrechtvaardige wetten en volksgebruiken, die met elkaar hun wreedheid gemeen hebben. Familieclans steken elkaar letterlijk de ogen uit, meisjes worden verkracht en rechteloos verklaard, blasfemiewetten eisen geregeld de doodstraf. Udink trekt enkele dagen op met bisschop Francis, die de meisjes opvangt, de slachtoffers van de familieconflicten in het ziekenhuis bezoekt en de afschaffing vraagt van de blasfemiewetten. De wetten verklaren de christenen in Pakistan in feite vogelvrij. Maar ook de hindoes en de moslims kunnen absurde veroordelingen oplopen. De auteur neemt het op voor de verworpenen in Pakistan. Ze noemt namen, feiten en plaatsen. Vrouwen worden getiranniseerd en vernederd, ze zijn eigendom van hun vader en later van hun echtgenoot. Feodalisme, fundamentalisme en corruptie gaan hand in hand. Udink ziet godsdienst en bezitsdrang als de voornaamste oorzaken van het kwaad. President Musharraf draait het Westen een rad voor de ogen met zijn conferenties en schijnwetten. En toch, in een kleine stad voert men met succes strijd tegen kinderarbeid en analfabetisme. In de bergen van de Himalaya ontmoet de auteur vele gelukkige Pakistani, die ondanks hun primitieve bestaan in vrede leven met elkaar.
Betsy Udinks getuigenis is geschreven vanuit verontwaardiging, met een ondertoon die woede en frustratie mengt met medeleven en strijdvaardigheid. De schrijnende vaststelling dat er voor elke nieuwe generatie weinig hoop is om het lot van de vorige te ontlopen, wordt slechts af en toe getemperd door wat humor. Een zwartboek, eerlijk, ontluisterend en pakkend. [Dirk Magerman]
Redactie
De Nederlandse journaliste/ambassadeursvrouw woonde van 2002 tot 2005 in Pakistan. In deze journalistieke impressies schildert zij een portret van het leven in dit streng islamitische land 'waar je geen enkele kans hebt als je van lage afkomst bent, niet-moslim of vrouw', aldus Udink in een interview. Ze schrijft over de corrupte politiebendes in Karachi, de honderden vaak gruwelijke eremoorden die jaarlijks in Pakistan plaatsvinden, dagelijks breed uitgemeten in de pers, over het leven van haar chauffeur die al werkt sinds hij zes is, over barbaarse vergeldingsgebruiken, de strenge blasfemiewetten die onder andere leiden tot de zelfmoord van een katholieke bisschop, en over het schoolleven van haar eigen dochter daar. Ze bezoekt een dorp waar de meeste volwassen bewoners een nier verkochten om schulden of bruidsschat mee te betalen, een congres waar zwaargesluierde fundamentalistische vrouwen de ideale moslimvrouw bejubelen en de vrouwengevangenis vol 'overspelige' jonge vrouwen. Udink schrijft in een mengeling van woede, humor en cynisme en neemt geen blad voor de mond in dit pessimistisch stemmende, indringende en fascinerende portret van een fundamentalistische samenleving vol geweld. Zij schreef ook 'Achter Mekka'* over haar ervaringen als diplomatenvrouw in Saudi-Arabië.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.