Mag je zeggen wat je vindt? en andere belangrijke vragen over normen en waarden
Aby Hartog
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Zirkoon, cop. 2005 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : KLEUTER : SPROOKJES, VOORLEESVERHALEN EN GEDICHTEN HART XXL |
31/12/2005
Dit nieuwe boek met voorleesverhalen over de vrienden ezel en beer bevat iets langere verhalen dan het eerste boek, maar de simpele plots en stijl kunnen die lengte niet altijd dragen. Onder de dertig verhalen zitten een aantal flauwe waarin de auteur een eigenaardige situatie neerzet en die verder laat kabbelen zonder ons verder te verrassen met onverwachte wendingen of bijzondere taal. Een inktvis die zit te zonnen, een stekelvarken wiens stekels als barbecueprikkers dienen, een flamingo die voor een lolly wordt aangezien, het zijn telkens absurde, lollige uitgangsposities die niet verder ontwikkeld worden. Als je de vergelijking wil maken met de dierenverhalen van Toon Tellegen, valt op dat wat Aby Hartog over een heel verhaal spreidt bij Tellegen in enkele regels plaatsvindt, waarna zijn verhalen nog een aantal andere wendingen nemen of betekenissen inhouden. Qua taal vallen de twee helemaal niet te vergelijken. Hartog houdt het kort, droog en eenduidig. Een uitzondering is het verhaal 'mijn nacht', waarin de vleermuis protesteert tegen het nachtelijke uitstapje van de ezel met de wonderlijke zin: "Jij komt zomaar binnen in de nacht!" Het is een verhaal dat qua toon en afwikkeling doet denken aan Tellegens recente bundel Middenin de nacht.
Naast de flauwe absurditeiten wendt Hartog ook iets teveel vertrouwde en voor de hand liggende ideeën aan, zoals het stinkdier dat in bad moet of ezel en beer die elkaar bont en blauw slaan omdat ze een mug willen raken. Op zijn best is Hartog wanneer hij, zoals in het eerste boek Pas op voor de ezel en de beer, de fantasie aan bod laat komen in het spel van ezel en beer zelf: als ze willen testen wie de snelste is en zich daarbij op gekke wijze voorthaasten, of zich uitrekken tot slangen om te zien wie de langste is. [Chris Bulcaen]
Herman Kakebeeke
In het eerder verschenen 'Pas op voor de ezel en de beer'* kon de lezer al kennismaken met het onafscheidelijke tweetal en hun belevenissen. In dit boek gaat de auteur in dertig verhaaltjes op de ingeslagen weg voort. Het eerste verhaaltje 'In de kuil' zet meteen al de toon voor het doen en denken van de ezel en de beer. Waar een handreiking voldoende zou zijn om de beer uit de kuil te halen, bedenkt de ezel dat hij een hijskraan moet maken. Dat neemt een paar dagen in beslag. Inmiddels is de beer er op eigen gelegenheid uitgeklommen en kijkt belangstellend toe. Als de hijskraan klaar is, laat de beer zich weer in de kuil vallen en wordt dan met de hijskraan gered. Soms gaat het goed mis, zoals in 'De regen' en in 'Doen alsof' heerst een eigen logica. Een andere keer, bijv. in 'Een tv in het bos' heeft het verhaaltje een filosofische inslag. Wat meteen opvalt is de atypische manier waarop de ezel en de beer getekend zijn. Ze hebben niets knuffeligs. Integendeel, je moet wennen aan de hoekige lijven die uit strakke lijnen bestaan met grijs respectievelijk bruin ertussen. Maar na een paar bladzijden ben je er al helemaal mee vertrouwd. Eenvoudig en helder van taal, plezierig om voor te lezen. Vierkant boek, gedrukt in twee kolommen. Vanaf ca. 3 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.