Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2006 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : OVER LITERATUUR-SCHRIJVERS : SPAA 851.6 BORG |
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2006 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : SPAA 851.6 BORG |
Besprekingen
31/12/2006
Toen de Argentijnse auteur Jorge Luis Borges (1899-1986) in 1942 zijn verhaal 'De tuin van de paden die zich splitsen' publiceerde, zorgde hij voor een mijlpaal die de Latijns-Amerikaanse literatuur voorgoed op het spoor van het modernisme zette. Stilaan werd het literaire werk opgevat als een autonome wereld waarin zwaar getwijfeld werd aan de kennis van de "werkelijke werkelijkheid" (de uitdrukking is van Mario Vargas Llosa, die daarmee zijn bedoelingen in de historische roman Conversación en la catedral uit 1969 aangaf) en waarin de categorieën van tijd en ruimte zich op volstrekt nieuwe wijze tot elkaar gingen verhouden. De psychologie werd uit de literaire fictie geweerd en de intrige weerspiegelde de complexiteit van de labyrintische wereld en haar weergave.
Het filosofische uitgangspunt van deze 'nieuwe roman' kan ik als volgt samenvatten: als er geen God bestaat die de waarachtigheid van de indrukken die wij via de zintuigen ontvangen, garandeert, en als de rede niet in staat is zowel het mechanisme van het universum als dat van onze geest te verklaren, dan is er geen enkel fundament voor het vertrouwen dat wij zouden kunnen koesteren in onze macht om de "werkelijke werkelijkheid" te herkennen en uit te leggen.
In zijn nieuwe biografie van de Argentijnse bard, schijnt Edwin Williamson zich in een eerste beweging achter deze premissen van het modernisme te scharen. Om Borges' invloed op een opkomende generatie schrijvers te illusteren noteert Williamson in zijn woord vooraf: "door zijn werk werd het terrein van de serieuze fictie op verrassende manieren uitgebreid en werden schrijvers aangemoedigd het op karakters geënte, psychologisch- of sociaal-realisme van de naoorlogse roman los te laten en fictie te verwelkomen als een zelfbewust, retorisch, ambachtelijk product, dat zich leende tot onbeschaamde fantasie en onverhuld intellectuele, ja zelfs filosofische interesses. Daarbij was duidelijk dat in zijn verhalen en essays werd vooruitgelopen op enkele van de voornaamste thema's uit de moderne kritische theorie."
In het voorwoord van de biografie werkt de auteur zich echter al uit de naad om twee onverzoenbare inzichten te verzoenen: de kritische benadering van een literair werk dat als een autonome wereld geschapen en geïnterpreteerd wordt en de opvatting dat alle literatuur autobiografisch is. De verzoening vindt Williamson bij Borges zelf en bij diens "overtuiging dat schrijven uiteindelijk een vorm van autobiografie" is. Maar in de lijn van zijn diepe wantrouwen over de kenbaarheid van de menselijke realiteit, noteerde de blinde Borges in zijn essaybundel Otras inquisiciones uit 1960 een ander inzicht: "De mensen hebben maar weinig informatie over de diepe motieven van hun gedrag." In zijn biografie begaat Edwin Williamson een essentiële fout: het is niet omdat er autobiografische en historisch-politieke fundamenten aan te wijzen zijn in Borges' geschriften dat ze daarom aan de hand van deze essentialia uitputtend kunnen worden beschreven. Toch zal de biograaf 668 bladzijden lang (!) Borges' oeuvre reduceren tot teksten over afwezigheid van liefde en over autoritaire ontsporingen in de Argentijnse politiek. Van het autonome kunstwerk uit het woord vooraf blijft haast niets meer over.
Voor Williamson werd Borges "verscheurd door innerlijke conflicten" en gekweld door de politieke geschiedenis van zijn land, dat maar geen echte natie werd: "Borges' angsten over het lot van zijn land liepen parallel met de zoektocht naar een eigen lotsbestemming, en het is niet zijn geringste prestatie geweest dat zijn lezers zich in die verwarrende situatie konden herkennen -- hij veranderde zijn benarde hoedanigheid als Argentijn als het ware in een symbool voor iets universeels, doordat hij in briljante, lucide, krachtige teksten de ontbinding van het ik verbeeldde en de gruwelen voelbaar maakte die daarmee gepaard kunnen gaan." Borges' literaire wereld lijkt wel uitsluitend te verklaren door zijn amoureuze zielenroerselen en door de politieke inzichten van een overtuigd liberaal (in de Angelsaksische betekenis van het woord) die op een bepaald moment (tot de gruwelijke repressie traag maar zeker tot hem doordringt) het militaire regime in zijn vaderland zal verwelkomen omdat het een dam opwierp tegen de barbarij! Eén verdienste kan Williamson niet ontzegd worden: hij beschrijft met veel kennis van zaken de Argentijnse politieke geschiedenis; over Borges' afkeer van het (naar het fascisme neigende) peronisme las ik hier een overtuigend verslag. Maar dat daardoor afbreuk wordt gedaan aan de precies door het modernisme ingevoerde autonomie van het literaire werk, kan echt niet door de beugel, ondanks alle informatie die Williamson hier bijeengezocht heeft.
Ik vind deze biografie geslaagd wanneer ze Borges' voorgeschiedenis beschrijft, de politieke en filosofische achtergrond van de beginnende Argentijnse natie, Borges' contact met de Spaanse modernisten ('ultraïsten') en zijn eigen versie ervan. Maar vanaf het moment dat 'Georgie' (zoals Borges steevast door zijn moeder genoemd wordt) (on)rijp is voor de liefde, krijgen we haast niets anders meer te lezen dan Williamsons reducerende commentaren op de gedichten, verhalen en essays van de Argentijnse grootmeester. Eén voorbeeld van een gemiste kans: de literaire relatie die Borges had met Adolfo Bioy Casares -- die andere grootmeester van het fantastische verhaal met wie Borges een auteursduo vormde onder de naam van Bustos Domecq -- en hun beider deelname aan het intellectuele avontuur van het tijdschrift 'Sur', de betrokkenheid van Silvina Ocampo daarbij en de contacten die daardoor tussen Latijns-Amerikaanse en Europese kunstenaars (ik denk aan Borges' Franse vertaler Robert Caillois) mogelijk werden, dat alles verzinkt in het niets tussen de verhalen en anekdotes over Borges amoureuze obsessies en nederlagen.
In een eerste deel ('Het zwaard en de dolk') schetst de biograaf Borges' voorouders en de verscheurende tendenzen die de Argentijnse politiek beheersten. Hier wordt meteen ook het autobiografische fundament gelegd dat het boek tot op de laatste bladzijde zal beheersen. Borges' ouders laadden hun zoon op met "hun uiteenlopende aspiraties": de moeder wilde niets minder dan het herstel van het vroegere "maatschappelijke belang" van de familie (gesymboliseerd in het "voorouderlijke zwaard van eer"); de eisen van de vader waren "ingewikkelder en ongrijpbaarder -- de jongen moest vat krijgen op de schim van de held of anders de literaire rol vervullen die hemzelf was ontzegd". Williamson beweert dat Borges altijd gebukt zou gaan onder dat dilemma van het zwaard (de Moeder) of de dolk (de Vader). Deze onmogelijke opgave heeft echter ook een seksuele en amoureuze dimensie. De Moeder was zeer dominant en ontzegde Jorge Luis eigenlijk de liefde met andere vrouwen -- Leonor Acevedo werd 99 jaar oud en de blindgeworden Borges was bijna in alle opzichten geheel van haar afhankelijk; de Vader (die eigenlijk een mislukt schrijver was) stuurde de jongen in Genève naar een hoer om -- vergeefse moeite -- een man van hem te maken en bekwam alleen dat Borges nooit in staat was die eerste traumatiserende seksuele (?) ervaring van zich af te schudden. Alle liefdeservaringen van Borges (en Williamson doet ons daar uitentreuren verslag van!) zouden negatief blijven, tot hij in 1967 (hij is dan al 68 jaar) -- en geïnspireerd door Dantes Beatrice -- de veel jongere Maria Kodama ontmoette, die Borges' "literaire secretaresse" werd en met wie hij kort voor zijn dood ook trouwde. Hoewel dit geen geautoriseerde biografie is, volgt de biograaf uiteindelijk kritiekloos de versie van Borges' weduwe.
Ondanks de reducties waaraan Williamson Borges' werk onderwerpt, kom je als (ongeïnformeerde) lezer heel wat over Borges te weten. Ook dat de thema's in zijn werk allemaal voorkomen uit het onopgeloste conflict met zijn ouders! Het is niet omdat Borges overtuigd was van de reddende kracht van het schrijven, dat deze redding alleen psychoanalytisch geduid kan worden. Seksuele liefde versterkte altijd het conflict uit Borges' kindertijd "tussen het voorouderlijke zwaard, dat samenhing met Moeder en dat eer, onderscheiding en rechtvaardiging met zich meebracht, en de dolk, die samenhing met de Vader en de verboden energie van gefnuikte verlangens symboliseerde".
Wat ben ik blij dat ik Borges niet eerst via Williamson heb leren kennen! Dat ik al die fascinerende verhalen, gedichten en essays had gelezen, dat unieke oeuvre van iemand die overtuigd was van de reddende kracht van het schrijven en precies ook daarom van de autonomie literaire constructies die hun eigen leven gaan leiden en lezers voortdurend door hun intrinsieke dynamiek op sleeptouw blijven nemen, onafgezien van de conflictueuse psyche van de schrijver. [Bart Vonck]
Maarten Steenmeijer
Jorge Luis Borges (1899-1986) is de meest invloedrijke schrijver van Latijns-Amerika. Dat is vooral te danken aan zijn even speelse als complexe verhalen, die een hoog gehalte aan abstracties en theorieën herbergen. Borges zelf verschool zich graag achter het beeld dat zijn verhalen oproepen door te verkondigen dat hij nooit iets interessants had meegemaakt. Biograaf Edwin Williamson nam hier geen genoegen mee en ging op zoek naar de mens achter de schrijver. Dat heeft een vuistdikke, doorwrochte biografie opgeleverd waarin Borges naar voren komt als een door zijn moeder gedomineerde man die voortdurend werd afgewezen door de vrouwen op wie hij verliefd werd. Toch hield hij, in de voetsporen van Dante, niet op te zoeken naar zijn Beatrice. In de laatste fase van zijn leven vond hij haar eindelijk in de persoon van Maria Kodama, een oud-studente van hem. Naast de liefde is de politiek een essentieel onderwerp van deze biografie. Williamson toont aan dat, in tegenstelling tot wat alom wordt beweerd, Borges zijn hele leven lang geëngageerd was. Ondanks de eenzijdige Freudiaanse invalshoek is dit veruit de beste biografie van Borges tot nu toe.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.