De opstanding van de lariks
Varlam T. Sjalamov
Varlam T. Sjalamov (Auteur), Marja Wiebes (Vertaler), Jacq Firmin Vogelaar (Nawoord)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : SJAL |
31/12/2007
Met de uitgave van deze 'nagekomen berichten uit Kolyma' beschikt de Nederlandstalige lezer over alle verhalen die Varlam Sjalamov over de strafkampen van Stalin geschreven heeft. Dat is een heuglijk en belangwekkend feit, waarover het in de Vlaamse boekenpers ? met uitzondering van een korte bespreking in 'De Morgen' ? niettemin erg stil bleef. En dat is jammer, want als er één schrijver op een adequate manier de werkelijkheid van de Goelag beschreven heeft, dan is het Sjalamov.
In 1929 werd Varlam Sjalamov tot drie jaar strafkamp veroordeeld omdat hij het aandurfde om het zgn. testament van Lenin, waarin deze zijn bedenkingen uitte over Stalin als opvolger, te verspreiden. Bij de grootschalige zuiveringsactie in 1937 werd hij opnieuw gearresteerd en kreeg hij vijf jaar dwangarbeid aan zijn broek. Een straf die om luttele redenen nog eens met jaren werd verlengd, tot hij in 1951 eindelijk vrijgelaten werd. Pas vijf jaar later mocht hij terugkeren naar Moskou, maar ook daar is aan zijn miserie geen einde meer gekomen. Zijn dochter weigerde samen te leven met een "vijand van het volk", zijn gezondheid was erg wankel geworden en het proza dat hij schreef geraakte in de Sovjet-Unie niet gepubliceerd. En ook zijn morele weerstand moet het uiteindelijk begeven hebben, want de verhalen die ondertussen mondjesmaat in het buitenland verschenen waren heeft hij publiekelijk als onbelangrijk afgedaan, waarschijnlijk onder druk van het regime.
Juist tegen de onderdrukkende mechanismen van dat staatsapparaat had Sjalamov zich in de strafkampen van Kolyma met elke vezel van zijn lijf verzet. In een kort stukje dat aan deze 'nagekomen berichten' voorafgaat, stelt hij expliciet de vraag die in zowat al zijn verhalen doorklinkt: "In hoeverre is het mogelijk in te grijpen in het verloop van een leven dat vermorzeld wordt tussen de kaken van de staatsmachinerie, tussen de kaken van het kwaad?" De Kolyma-gevangene was onafgebroken onderworpen aan de willekeur van de staat, aan hem onbekende "hogere maatschappelijke wetten" die beslisten of en hoelang hij nog te leven had. Kafka inderdaad, maar dan in de concreet-historische werkelijkheid van Kolyma.
Sjalamov onderzoekt in elk van deze verhalen wat er overblijft van de waardigheid en mogelijkheden van een mensenleven als dat voortdurend toegetakeld wordt door "het wrede zwaard van de staat". De permanente honger, kou, ziekte en vernedering in de Siberische strafkampen zorgden niet alleen voor "vereelte harten", ook de hersenen van de gevangenen verdroogden en werden tot hun primitiefste functies gereduceerd. Een brein dat enkel op de volgende 'maaltijd' is gericht, verliest zijn beste kwaliteiten, zoals zijn vermogen tot herinnering. Een schrijnend voorbeeld hiervan is dat van de lotgenoot van Sjalamov die hem wanhopig komt vertellen dat hij de naam van zijn vrouw vergeten is. En niet alleen het bewuste denken, zelfs de dromen van de kampgevangene staan onder het dictaat van de werkelijkheid van het kamp: "De gastronomische dromen van gevangenen van Kolyma gaan over brood, niet over pasteitjes, ze gaan over griesmeel, boekweit, haver, gort, gierst en tarwe, maar niet over aardappels."
Het is niet verwonderlijk dat Sjalamov zijn verhalen niet in de kampen zelf geschreven heeft. In een wereld waarin een portie gierst of tarwe de kern uitmaakt van alle denk- en droomactiviteit, is literatuur een compleet overbodig luxeproduct geworden. Pas wanneer hij tegen het einde van zijn straftijd in een wat beter regime terechtkomt, voelt Sjalamov weer andere dan louter primaire levensbehoeften aan de oppervlakte komen, en zet hij zich aan het schrijven van gedichten. Gedichten, geen proza, want dat was op het terrein van Kolyma een te gevaarlijk goed.
De verhalen van Sjalamov zijn dus allemaal na zijn vrijlating geschreven. Maar al in Kolyma zijn ze ontstaan, want enkel het uitzonderlijke waarnemingsvermogen dat hij in de extreme omstandigheden van zijn gevangenschap heeft weten te behouden kan ervoor gezorgd hebben dat hij de werkelijkheid van de kampen zo accuraat beschreven heeft. En natuurlijk de taal waarin hij erover heeft 'bericht' ? een laconieke, kale en ijzige taal die past bij de ervaring van het kamp. Wat hij schrijft over zijn 'handschoen' (de huid van zijn hand die in Kolyma in zijn geheel was losgekomen) zegt veel over wat hij met zijn verhalen wil bereiken: "de handschoen ging verloren in Kolyma, daarom schrijf ik dit verhaal. De auteur garandeert dat het dactyloscopische patroon op beide handschoenen identiek is." De hand waarmee hij als overlevende verhalen schrijft, moet recht doen aan zijn dode hand van Kolyma; zijn verhalen moeten dezelfde overtuigingskracht en authenticiteit hebben als de handschoen die daar als een tastbaar document verloren is gegaan.
Door zijn grote bekommernis om de authenticiteit van zijn verhalen zijn deze 'berichten uit Kolyma' geen 'meeslepende' literatuur. Omdat Sjalamov ten allen prijze wil vertellen 'hoe het precies is geweest', beschrijft hij sommige situaties tot in de details, wat het lezen van deze verhalen tot een lastig karwei kan maken. Maar al dat op het eerste gezicht overbodige blijkt bij nader inzien veelal onontbeerlijk om tot een goed begrip van de kampwereld te kunnen komen. Zo geeft Sjalamov ons ergens een hele les kruiwagenkunde, die in zijn technische nauwkeurigheid akelig goed leert hoe het leven van een gevangene van Kolyma kan afhangen van het feit of hij al dan niet behendig met een kruiwagen om kan gaan. Juist zulke 'details' maken de groteske willekeur van het kampsysteem pijnlijk duidelijk.
Ook de vele herhalingen wijzen niet op onkunde of nonchalance van de schrijver. Doordat Sjalamov zijn verhalen voortdurend vanuit een andere perspectief vertelt of in een andere context zet, vullen ze elkaar aan en geven zo tezamen een caleidoscopisch beeld van Kolyma. Ook al zijn sommige van deze verhalen vanuit compositorisch en/of inhoudelijk oogpunt niet sterk genoeg om op zichzelf te staan, binnen Sjalamovs grootse project om alle facetten van het kampleven te laten zien hebben ze allemaal hun plaats. Moesten er bv. zoveel portretten van lotgenoten opgenomen worden, portretten waarin dezelfde scènes dikwijls worden herverteld? Ja, dat moest, want precies hierdoor wordt duidelijk wat de verschillen of overeenkomsten zijn in het gedrag van mensen als ze vermorzeld worden "tussen de kaken van het kwaad". Juist hierdoor kan bv. aangetoond worden hoe de ene in dit amoreel systeem al zijn waardigheid verliest en de andere een minimum aan morele standvastigheid behoudt. Tezamen laten al die unieke lotgevallen zien hoe complex de leefwereld in Kolyma, ondanks alle onderdrukking en gelijkschakeling van boven af, geweest moet zijn. Bovendien voorkomen deze nauwkeurige psychologische studies van medegevangenen dat Sjalamov vervalt in veralgemenende, moraliserende, al te gemakkelijke oordelen over de mens. Die afkeer van moralisering, waarin Sjalamov zich in positieve zin van die andere Goelag-schrijver Solzjenitsyn onderscheidt, is voor Sjalamov niet minder dan een gebod: "Sinds ik volwassen ben [...] leef ik volgens het belangrijke gebod: "Gij zult uw naaste niet beleren." In de stijl van het evangelie. Elk lot is uniek. Elke leidraad is vals." Doordat Sjalamov trouw is gebleven aan dit gebod, heeft hij het kampleven in Kolyma zo onbevooroordeeld en nauwkeurig kunnen waarnemen, en heeft hij zo'n waarachtig oeuvre bij elkaar kunnen schrijven.
Deze nagekomen berichten sluiten mooi aan bij het in 2000 verschenen eerste deel van de berichten uit Kolyma, zowel inhoudelijk als wat de uiterlijke kenmerken van het boek betreft. Beide boeken zijn op dezelfde zorgvuldige manier uitgegeven, met keurige aantekeningen die de historische en plaatselijke context in kort bestek duidelijker maken. Bovendien zijn Sjalamovs berichten door vertaalster Marja Wiebes omgezet in een trefzeker, gepast koelbloedig Nederlands. [Koen Van Baelen]
Willem G. Weststeijn
De Russische schrijver Varlam Sjalamov (1907-1982) heeft een groot deel van zijn leven, bijna twintig jaar, doorgebracht in de kampen van Stalin. Hij overleefde de zwaarste kampen, in het mijngebied van Kolyma in het noordoosten van Siberië, waar miljoenen mensen zijn omgekomen. Na zijn vrijlating in 1953 heeft Sjalamov wat hij meemaakte in de kampen op papier gezet. Hij deed dit in de vorm van korte verhalen, geschreven in een uiterst geserreerde, "droge" stijl. Juist door het ontbreken van emotie wordt de gruwelijkheid van de door hem beschreven gebeurtenissen geaccentueerd. Samen met Solzjenitsyn ("Een dag van Ivan Denisovitsj") behoort hij, literair gezien, tot de beste schrijvers van kampliteratuur. In 2000 verscheen onder de titel "Berichten uit Kolyma" een volumineus deel met zijn verhalen. Samen met "De handschoen", dat als ondertitel "Nagekomen berichten uit Kolyma" heeft, beschikken we nu over de volledige uitgave van Sjalamovs verhalen in het Nederlands. De uitstekend vertaalde uitgave is voorzien van een nawoord, aantekeningen en een personenregister. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.