De halfbroer
Lars Saabye Christensen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Geus, cop. 2005 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 1570 |
31/12/2005
Een roman moet een geheim hebben." Dat principe drijft Christensen in deze eerste roman na zijn meesterwerk De halfbroer heel ver. De cruciale plotelementen, de geheimen van het hoofdpersonage en zijn familie, blijven vaag. Als lezer kun je via hints en puzzelwerk de waarheid reconstrueren, maar belangrijker lijkt me goed te luisteren naar de stem van de ikverteller, het verdriet en de woede daarin besloten.
Adrian is een lichamelijk getekende jongen die zich een complete buitenstaander voelt, ongewenst en afstotelijk. Hoe erg zijn gebrek is (of liever, wat toentertijd als gebrek werd gezien), is komen we niet te weten, maar de richting waarin we moeten zoeken wordt wel duidelijk. Zijn ouders weigeren zijn gebrek te bespreken of te laten behandelen, en dat is niet het enige geheim dat er rondwaart. Adrian vertelt zijn verhaal alsof hij zijn leven volledig onder controle heeft, en vanuit zijn schaamteloosheid mensen en gebeurtenissen kan manipuleren zoals hij wil. Met deze misleidende voorstelling van zaken probeert hij zich overeind te houden. Zijn andere middel daartoe is uitdagend en grensoverschrijdend gedrag dat gaat van lang haar (we spreken over de jaren '60) tot misdaden (die dus vaag blijven), dat alles in de hoop zich een volwaardig mens te kunnen noemen, door zichzelf en door de anderen, en niet enkel gezien worden als een misbaksel waarvoor men alleen medelijden voelt. Zelfs al luidt hij daarmee zijn eigen ondergang in.
In de drie tot nog toe in het Nederlands vertaalde romans van Christenen tref je steeds hoofdpersonages aan die worstelen met een lichamelijk gebrek, en vanuit hun bijzondere standpunt het verhaal vertellen. De toon wordt wel steeds grimmiger. Het oudere Herman was een ontroerend humoristisch boek, De halfbroer een donkere tragikomedie, en in Maskerade voelt de humor als kiespijn aan. De auteur/Adrian alludeert er zelf op in de laatste twee zinnen van de roman: "En als mijn verhaal je heeft ontroerd, dan was het een tragedie. Heb je gelachen, al is het maar één keer, dan was het niet meer dan een komedie". [Chris Bulcaen]
M. van der Laan
De ik-figuur in dit boek is een intelligente, emotioneel verwaarloosde 17-jarige jongen, die zijn medemensen minacht en die misdaden als gewone handelingen beschouwt. Een thema dat vaker in romans voorkomt (zoals bij Soderberg en Bjornstad); door de ik-vorm wordt het fascinerend. Het is in dit verhaal niet zo dat de jongen zich nooit bewust is van zijn kwetsbare punten. En ondanks zijn aanmatigende gedrag hebben sommige van zijn observaties humor. De geuren die hij regelmatig ruikt, zijn meestal onaangenaam. De Noorse schrijver (1953) neemt vaak eenzame mensen, met een gebrek, als hoofdpersoon; hier is dat een niet-zichtbaar lichamelijk gebrek, waar de flegmatieke ouders niets aan laten doen. De ontwikkeling van de jongen krijgt een steeds spannender verloop: zijn behoefte te manipuleren vraagt veel energie en alertheid van hem, terwijl hij zichzelf niet helemaal in de hand heeft. De schrijver kan in een paar woorden een complexe situatie neerzetten, zodat alle aandacht van de lezer nodig is om te volgen waar het drama heen gaat. Dat wordt aan het eind duidelijk. Heel mooi vertaald. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.