Willem Elsschot : mythes bij het leven : een biografie
Jan Van Hattem (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Houtekiet, 2004 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : OVER LITERATUUR-SCHRIJVERS : NEDERLANDS 851.6 ELSS |
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Houtekiet, 2004 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : * 851.6 ELSS |
Besprekingen
31/12/2004
Met zijn bijna 600 bladzijden maakt Willem Elsschot, mythes bij het leven van Jan van Hattem natuurlijk indruk. De inleiding is veelbelovend, maar eens de biografie op gang komt, begint het al snel op een scheldpartij te lijken. Een groot gedeelte van wat tot nu toe over Elsschot geschreven werd, raakt, aldus Van Hattem, blijkbaar "kant noch wal".
Van Hattem dook drie jaar in de archieven en kwam tot "onthutsende resultaten", vertelt de flaptekst. Als we weten dat het Elsschotarchief nog altijd bij de familie zit, moet de informatie uit die archieven dus zeer onvolledig zijn. Daarbij komt dat het zoeken in archieven geen sinecure is, en dat je soms wat geluk moet hebben. Zo is Van Hattem in het Rijksarchief in Beveren op zoek gegaan naar materiaal rond Elsschots functie als secretaris van het Provinciaal Oogstbureel tijdens de Eerste Wereldoorlog, maar hij heeft er niets gevonden. Ook Martine Cuyt is daar geweest en heeft diverse stukken gevonden -- er staat er een in haar boek afgebeeld --, hoewel zij het zeer omvangrijke archief slechts gedeeltelijk heeft nagekeken.
Spijtig is dat zowat alle Elsschotspecialisten het in deze biografie moeten ontgelden. Van Hattem speurt in hun werk naar elke mogelijke onnauwkeurigheid -- relevant of niet --, legt op elke slak zout en etaleert zichzelf op die manier als een uitgesproken betweter. Hoe lachwekkend het soms is, blijkt bv. uit zijn commentaar op het feit dat Ary Delen (in een artikel in 'De Gids', 1957) en Frans Smits (in: Willem Elsschot: zijn leven, zijn werk en zijn betekenis als prozaschrijver en dichter, HES, 1976) en met hen vele anderen aanhalen dat Elsschot op school bij elke les buiten vloog, behalve bij Nederlands en turnen. Van Hattem onderzoekt dat en stelt vast dat hij in de lessen Frans, tekenen, geschiedenis en aardrijkskunde niet meer binnen mocht, gemiddeld eens per maand retenu had, en ook wel eens de klas uitgestuurd werd, maar daarvan werden geen cijfers bijgehouden. Dus klopt de stelling van Delen en Smits niet. En dat voor de biograaf van een auteur die bekendstaat voor zijn ironie en sarcasme! En verder: van Villa des Roses heeft Elsschot gezegd dat het "spontaan geschreven [is], zonder erbij te denken noch iets te compliceren". Dat wordt tegengesproken, zegt Van Hattem, door het feit dat Jan van Nijlen hem zeventien wijzigingsvoorstellen gestuurd heeft, waarvan Elsschot er dertien heeft overgenomen.
In een biografie over Elsschot zijn we natuurlijk ook benieuwd naar de autobiografische waarde van Elsschots boeken. Het is toch interessant om te zien hoe een schrijver zijn eigen leven naar de literatuur transponeert. Van Hattem heeft daar zo zijn eigen visie op. Als Elsschot beweert dat hij een grote voorliefde voor Een ontgoocheling heeft omdat het "een stuk uit mijn leven is", is dat voor Van Hattem een bewijs dat het geen autobiografische elementen bevat, "hooguit gebeurtenissen en observaties uit Alfons' 'slenterperiode'". Maar kort daarop is De verlossing dan weer 'wél autobiografisch' omdat het "een indruk van en inzicht in de gemoedstoestand van de schrijver" geeft in een bepaalde fase van zijn leven. En wanneer wat verder Lijmen ter sprake komt, lezen we: "Deze Laarmans is niet het alter ego van Willem Elsschot. Laarmans is hooguit, althans in de 'zakenromans', een gedeeltelijke afsplitsing van Alfons De Ridder, niet van Elsschot." Dit is toch gewoon maar wat spielerei? Volgens mij vindt Van Hattem het werk van Elsschot 'autobiografisch' wanneer het hem past.
Een van de zgn. 'vondsten' van Van Hattem is dat Boorman niet gemodelleerd zou zijn naar Jules Valenpint, maar naar Léonce Leclercq, Elsschots associé. Maar wat wil dat zeggen, 'gemodelleerd naar'? Van Hattem gaat op zoek naar de exacte kopie van Boorman, terwijl Boorman nog altijd een aspect van Elsschot is dat in de roman een uiterlijk moet krijgen.
Van Hattem is ervan overtuigd dat hij allerlei mythes heeft ontkracht in zijn boek: "de Fransonkundige scholier, de flamingant, de directeur van een reclame-bureau, de reclamevernieuwer, de harde zakenman, de communist en de Vlaams-nationalist in of achter Willem Elsschot hebben nooit bestaan. Het zijn allemaal camouflages geweest die de mythe Elsschot dienden in stand te houden." Mij heeft hij in ieder geval niet overtuigd.
Hoewel het verhaal chronologisch verteld wordt, is de structuur van deze biografie toch een beetje zoek. Redeneringen zijn soms moeilijk te volgen, er wordt wat van de hak op de tak gesprongen en geen onderscheid gemaakt tussen hoofd- en bijzaken. En heel wat hoofdstukjes eindigen op onbeantwoorde vragen. Om eerlijk te zijn: meer dan de helft van de biografie is gewoon overgenomen uit Brieven (Querido, 1993) van Vic van de Reijt of uit de herinneringen van Ida de Ridder in Willem Elsschot, mijn vader (Nijgh en Van Ditmar, 1994). Voor de rest heeft Van Hattem zijn steentje bijgedragen aan het creëren van nieuwe mythes. Hij heeft wel veel onderzoek verricht en zowat al het bekende materiaal over Elsschot bij mekaar gebracht, maar wat hij vertelt, is niet steeds even betrouwbaar. Voor de echte biografie van Elsschot wordt het wachten tot 2006, wanneer Vic van de Reijt zijn werkstuk, dat dan zo'n 25 jaar zal hebben liggen pruttelen en wel gebruik maakt van het Elsschot-archief, aan het publiek toevertrouwt. [Johan Vanhecke]
Dick Welsink
De doelstelling van de schrijver van deze vuistdikke biografie van Willem Elsschot is om, na het kritisch tegen het licht houden van allerlei verhalen die door Elsschot zelf en door anderen (familieleden, vrienden, onderzoekers) als waarheid over zijn doen en laten verteld zijn, een beschrijving van het leven te geven die ontdaan is van allerlei mythes die er in de loop der jaren aan vastgekoekt zijn. Om dat doel te bereiken baseert hij zijn uitspraken zo veel mogelijk op contemporaine schriftelijke bronnen. Heel wat zogenaamde harde feiten worden via deze methode in de prullenbak gedeponeerd, maar er komen ook tal van interessante nieuwe aan het licht. Het boek heeft een enigszins polemisch karakter, omdat Van Hattem het niet kan nalaten van tijd tot tijd personen terecht te wijzen die eerder stellige beweringen hebben gedaan die niet blijken te kloppen. Dat draagt in niet geringe mate bij tot de leesbaarheid. Tussen de tekst staan afbeeldingen in zwart-wit, waarvan een aantal niet eerder gepubliceerd werd.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.