Piet en Riet hebben een geheim
Martine Letterie
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Leopold, © 2005 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : LETT |
31/12/2005
In het nawoord geeft de auteur aan dat de Romeinse keizer Marcus Aurelius waarschijnlijk nooit de noordelijke grenzen van zijn rijk heeft bezocht. Ze laat hem echter wel, incognito aanvankelijk, een inspectiereis houden. Hoever mag een schrijver gaan in het aanpassen van de historische werkelijkheid aan de behoeften van het verhaal? In het geval van dit boek is deze historische vrijheid in ieder geval zorgvuldig in de verhaalopbouw ingepast.
De gebeurtenissen spelen zich af in 174. De Rijn vormt in wat nu Nederland heet de noordelijke grens van het Romeinse Rijk. De Pax Remana heerst maar wordt in de grensgebieden voortdurend bedreigd door invallen van de Chauken die bliksemaanvallen op dorpen en forten uitvoeren. Niet altijd zijn de Romeinse militairen in staat om de bevolking afdoende te beschermen. De hoofdpersonen van het verhaal wonen in zo'n onveilig grensgebied, daar waar de Rijn uitmondt in de Noordzee. Marcus, zoon van een soldaat in het Romeinse leger, maar zijn vader is nog geen Romeins staatsburger, en Freija, een Cananefaats meisje wier vader bij het vissen op zee verdronken is. Ze hebben elkaar bij toeval ontmoet op het strand toen daar een "monster uit de spelonken van de zee" was aangespoeld. Dat kan niet veel goeds voorspellen, beweert de priester van de tempel van Mars en ook de wijze vrouw van de Cananefaten ziet het somber in. Al spoedig worden die verwachtingen werkelijkheid. De Chauken varen met hun schepen vanuit zee de rivier op en plunderen de dorpen die ze onderweg tegenkomen. De Romeinse grensbewakers zijn niet te bekennen om de bevolking te beschermen, ze alten zich zelfs in hun eigen fort door de Chauken verrassen en vernederen. Als dan ook nog blijkt dat de Romeinse commandant de gebeurtenissen niet aan zijn superieuren meldt, uit eigenbelang, en ook andere volwassenen het laten afweten, nemen Marcus en Freija, die intussen goed bevriend zijn geraakt, het heft in handen. Jong als ze zijn onderkennen ze toch al het belang van de Pax Romana en ze trekken naar Forum Hadriani, de hoofdstad van het gebied, om de autoriteiten te waarschuwen. Die hebben geen oor voor de woorden van een paar kinderen. Maar ze hebben het geluk dat ze de keizer, die incognito rondreist, op de hoogte kunnen stellen. En niet tevergeefs. Een nieuwe aanval van de Chauken wordt onder leiding van de keizer afgeslagen. De beloning voor Marcus en Freija blijft niet uit: beiden wordt het Romeinse burgerschap toegekend.
Twee kinderen die, hoewel geen Romeinen, zich toch onvoorwaardelijk inzetten voor een veilige samenleving, een mooi gegeven. Alsof Letterie tussen de regels door een boodschap wil meegeven, te weten: voor een vreedzame samenleving moeten we ons gezamenlijk inzetten, zonder onderscheid naar afkomst, landsaard en burgerschap. De wens is de vader, niet alleen van de gedachte maar ook van het verhaal. [Herman Kakebeeke]
Nelleke Hulscher-Meihuizen
In 174 na Christus, als de uiterste noordelijke grens van het Romeinse Rijk bij de Rijn in Nederland ligt, sluiten een Romeinse jongen en een meisje, dat tot de Cananefaten behoort, vriendschap. Als zij beiden ondervinden hoe de Pax Romana met voeten wordt getreden door een plunderende Germaanse stam, besluiten zij, bij gebrek aan volwassen initiatief, dit te gaan melden bij het bestuur in Forum Hadrianum, het tegenwoordige Voorburg. Na aanvankelijk weggehoond te zijn ontmoeten ze keizer Marcus Aurelius, die in cognito in het forum is en wel luistert naar het verhaal van de kinderen. Een vrij onbekend stuk vaderlandse geschiedenis komt in dit boek tot leven: de zware dagelijkse omstandigheden, het (bij)geloof, de macht en corruptie komen allemaal aan bod. Behalve dat de lezer wat leert, is het ook nog een spannend verhaal dat vlot wordt verteld in eenvoudig Nederlands. Moeilijke (Latijnse) woorden worden achterin verklaard. Het nawoord geeft extra geschiedkundige uitleg en verwijst naar het Archeon. Het boek is voorzien van een tijdbalk en een eenvoudig kaartje; verder alleen bij elk hoofdstuk een klein vignetje met een zwartwitafbeelding van de hoofdpersoon. Vanaf ca. 10 jaar.
Gonda Lesaffer
ua/an/22 j
Tweede eeuw na Christus. Freija woont met haar familie in een dorp - in het huidige Nederland - aan de Rijn, die de grens vormt van het Romeinse Rijk. Op het strand ontmoet ze Marcus, zoon van een Romeinse soldaat. De Chauken, een Germaanse stam, overvallen op een nacht het dorp van de Cananefaten. De commandant van het nabije fort is niet bij machte de dorpelingen te beschermen. Wanneer keizer Marcus Aurelius incognito in de streek rondreist, vragen Freija en Marcus hem om hulp. Een nogal ongeloofwaardig verhaal. De schrijfster lijkt me niet erg op de hoogte van deze periode. In het tiende hoofdstuk heeft ze het bijvoorbeeld over de tempel van Sarapsis (in plaats van Sarapis). Wellicht wil ze met dit verhaal reclame maken voor een bezoek aan het Archeon in Alphen aan de Rijn?
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.