Mijn vriend Hitler
Piet De Loof
Piet De Loof (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Veen, 2004 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 780.5 LOOF |
31/12/2004
Een bundel anekdotes die ons kriskras heen en weer door de muziekgeschiedenis voeren, het doet een beetje denken aan de Brouwerijen die Fred Brouwers indertijd schreef en inlas op de radio. Hier worden ze allemaal in een verband geplaatst dat, gezien het cruciale belang in het muziekleven van een componist, zelfs in dat van het maatschappelijk bestel rond hem, het anekdotische ruim overstijgt: ze presenteren telkens een wereldpremière van een groot muziekwerk. Aan het begin staan de stukjes nog een beetje samen rond een vergelijkbaar aspect: scandaleuze heldinnenrollen, ingebouwde raadseltjes, grootschalige uitvoeringen... Langzaam opent zich het complete scala aan menselijke gevoelens en gedragingen. In de eerste plaats zijn er al de erg uiteenlopende situaties of plaatsen waarin de muziek voor het eerst geklonken heeft, of waarvoor ze bedoeld werd: een bekend kerkgebouw, een zelf opgetrokken theatergebouw (tot bankroet leidend), een paar boten op de Thames, vier helikopters met zenders, maar ook het concentratiekamp. Bij premières werd getrouwd, gestorven, gevochten. Veel ijzeren repertoirestukken zijn in hun hele carrière slechts één keer uitgekreten en wél op die eerste uitvoering, niet zelden op aansturen van geïnfiltreerde claqueurs (ingehuurde boe- of hoeraroepers). Maar ook een slechte uitvoering deed menige creatie mislukken. Sommige schandaalpremières zijn verplichte leerstof muziekgeschiedenis, zoals die van Stravinsky's 'Sacre du Printemps' in 1913. Aanvankelijke weerstand is eigenlijk inherent aan een eerste beluistering, zelfs van meer toegankelijke stukken. Pas bij het gedeeltelijk herkennen begint het stuk een (al dan niet vriendelijk) gezicht te krijgen. Onbekend is onbemind. En zelfs een deuntje heeft ooit enkel in het hoofd van de maker geklonken. Stravinsky laat het ook eens van die componistenkant zien, toen hij over het genoemde historische débacle zei: "De muziek was zo vertrouwd voor mij, ik hield ervan, en ik kon niet begrijpen waarom mensen die haar nog nooit gehoord hadden al op voorhand protesteerden".
Piet de Loof maakt er geen moeilijke lectuur van, drukt het vaak gevat uit, waarbij zijn kernachtigheid een enkele keer op schetsmatigheid lijkt: wat helpt een typering van 'Parsifal' als "Wagners bijbel" je verder, of van Brittens 'War requiem' als "een soort 'Negende symfonie' van Beethoven met twee wereldoorlogen in het achterhoofd". Maar in de wereld van beeldspraken kan een symfonie uiteraard best een achterhoofd hebben. Evenzo blijkt 'een eeuwenoud libretto' in de gegeven context geen blunder te zijn, maar het Italiaanse begrip enkel in een minder gebruikelijke betekenis van het woord op te voeren. Maar daar moet je het nog eens goed voor lezen. De verkortingen kunnen dus al eens tot gezichtsbedrog leiden, maar nergens wordt met de feiten een loopje genomen. Dan is een flamboyante, niet-academische schrijfstijl meer dan toegestaan. Het gaat immers om vertellingen, ook al zijn het waargebeurde feiten. Zoals bekend overtreffen die vaak alle denkbare fictie. Dat is hier niet anders. [Gerolf Van de Perre]
Martin Kaaij
Bij een ideale première van een compositie zijn de noten op tijd af, hebben de musici hun partijen gestudeerd en reageert het publiek enthousiast en zonder vooringenomenheid. Zulke premières vol welwillendheid en zonder onverwachte tegenslagen zijn er veel geweest; op het verbazingwekkende af, zou je bijna zeggen na het lezen van dit boekje. Want Piet De Loof heeft honderd premières verzameld die om wat voor reden dan ook legendarisch genoemd kunnen worden. Een enkele keer zijn ze gekoppeld aan een bijzondere gelegenheid (een huwelijk, een protestactie of een politieke rel) of aan een nieuw fenomeen (de eerste uitvoering van Wagners complete Ring in Bayreuth, hetzelfde stuk 839 keer achter elkaar spelen). Maar vaker gaat er gewoon ergens iets mis. De première wordt willens en wetens gesaboteerd, de musici tonen zich onwillig, de zangers zijn niet tegen hun partij opgewassen, of het publiek jouwt een stuk uit dat later een meesterwerk blijkt te zijn. Piet de Loof heeft een vlotte pen, doet niet zwaarwichtig en beschrijft in 200 tot 500 woorden per compositie wat er zo bijzonder was aan de desbetreffende première. De premières worden waar mogelijk en zonder forceren aan elkaar gekoppeld. Een anekdotisch en zo ver na te gaan accuraat boek.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.