De huilende molenaar
Arto Paasilinna
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Wereldbibliotheek, cop. 2004 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : PAAS |
31/12/2005
Met vijf vertaalde werken begint de Finse auteur Arto Paasilinna in Vlaanderen en Nederland vaste voet aan de grond te krijgen als de meester van de 'literaire slapstick'. In april 2005 bezocht hij de Lage Landen naar aanleiding van het verschijnen van Wees genadig (1989). Klein van postuur, rustig en buitengewoon beleefd, zo komt Arto Paasilinna over (zelf noemt hij zich een ongeduldig en licht aangebrand mens). Maar in Wees genadig deinst hij er niet voor terug de Amerikanen door hun eigen beschermheer ("God bless America") op de korrel te laten nemen: "God vond de Amerikanen een stel oppervlakkige bezige baasjes, onverbeterlijke verkwisters die de hele tijd achter geld aanrenden en zich met iedere mogelijke crisis waar ook op de aarde bemoeiden. Waren Duitsers in de jaren '30 van de 20e eeuw het herrenvolk geweest, hetzelfde kon je in de naoorlogse periode van de Amerikanen zeggen."
Naar het hart van de lezer
Arto Paasilinna werd op 20 april 1942 in Fins Lapland in het plaatsje Kittilä geboren. Op jonge leeftijd verloor hij zijn vader, zodat zijn moeder met acht kinderen (een stierf drie dagen later) in een bouwvallige boerderij achterbleef. Zijn jeugd heeft hem geleerd dat menselijke ellende en treurnis net zo tot het leven behoren als vreugde en blijdschap. Dat heeft er zeker toe bijgedragen dat Paasilinna de bijzonderheden en zwaktes van zijn land- en wereldgenoten zo scherp weet te observeren, en zijn lezers ertoe aan weet te zetten over hun gevoelens en problemen te reflecteren: "Mijn schrijfstijl is een bewust gekozen middel om het hart van de lezer te bereiken. Ik wil mensen laten nadenken over zichzelf, over de grote en de kleine maatschappelijke scheefgroei en de systemen waarin de mens regelmatig dreigt vast te lopen. Ik wil de mensen een weg wijzen: niet rechtstreeks maar via het onderbewustzijn. En, het werkt! Mijn boeken spreken nogal aan, toch?" Inmiddels is Paasilinna dan ook een van de populairste schrijvers van Finland.
Na zijn journalistieke opleiding bij een krant werkte hij meer dan tien jaar als redacteur. In 1972 debuteerde hij als romanschrijver met het nog niet vertaalde Operaatio Finlandian; sindsdien publiceert hij vrijwel elk jaar een boek. In Scandinavië brak hij door in 1975 met de inmiddels verfilmde roman Haas (Arena, 2003). Paasilinna beschrijft op groteske wijze hoe de ontmoeting met een jonge sneeuwhaas het geordende leven van de gedesillusioneerde journalist Vatanen een totaal nieuwe en verrassende wending geeft. Paasilinna's boeken kunnen worden omschreven als een soort komische legendes voor volwassenen. Voor Haas kreeg hij in 1994 de Italiaanse Giuseppe Acerbi Premio Litterario-prijs en de Franse Air Inter Literatuurprijs.
Sindsdien is Paasilinna fulltime schrijver. Zijn werk is vertaald in het Duits, Frans, Italiaans, Portugees, Japans en een twaalftal andere talen. In 2001 verscheen De huilende molenaar (1981), in 2002 De gifkokkin (1988), in 2004 De zelfmoordclub (1990) en in april 2005 Wees genadig (1989), alle bij uitgeverij Wereldbibliotheek.
Men veronderstelt dat voor een auteur, die elke 'Finse boekenherfst' een nieuwe roman aflevert -- Paasilinna heeft minstens 30 titels op zijn naam staan -- het schrijven een makkie is. Niets is minder waar, "onder het schrijven word ik gekweld door twijfel en onzekerheid. Het schrijven is een ware strijd. Over Wees genadig bv. heb ik vijf jaar gedaan!"
Het satirische lijden
Paasilinna creëert zijn fictionele wereld, waarin ironie, zelfspot en veel inlevingsvermogen t.o.v. de grote en kleine zorgen van de Finse medemens tot een verrassend geloofwaardige eenheid samensmelten. "Somberheid, melancholie en bodemloze apathie zijn de grootste vijanden van het Finse volk. [...] Desondanks is het een volk van strijders. Het bezwijkt niet. Telkens rebelleren de Finnen tegen hun onderdrukker. Midzomer, het feest van licht en vreugde, betekent voor de Finnen een geweldige veldslag die ten doel heeft de nijpende zwaarmoedigheid met vereende krachten de kop in te drukken." Dit zijn de eerste zinnen uit De zelfmoordclub. Het is duidelijk dat ons van meet af aan een kritisch-humoristische spiegel wordt voorgehouden. De plot van De zelfmoordclub geeft een staaltje van Paasilinna's manier van werken: op de ochtend na het midzomerfeest ontmoeten twee mannen elkaar in een afgelegen schuur. Toevallig waren ze van plan daar zelfmoord te plegen. Het besef niet de enige zelfmoordkandidaat te zijn, smeedt een vriendschapsband tussen de ondernemer Onni Rellonen en de officier Hermanni Kemppainen. Om duizenden Finse lotgenoten een hart onder de riem te steken, plaatsen ze een advertentie. De reactie is zo overweldigend dat algauw een zelfmoordclub wordt opgericht met slechts één doel: het plegen van collectieve zelfmoord. In een hoog tempo laat de auteur vervolgens een reeks van bizarre, tragische en komische gebeurtenissen de revue passeren, terwijl de clubleden naar het zonnige Portugal afzakken om hun zelfmoordplannen te realiseren. Het gaat echter allemaal anders dan gepland... Paasilinna weet ernstige zaken als alcoholisme, depressiviteit, ziekte en maatschappelijke ontreddering origineel, droogkomisch en met een grote mate van herkenbenbaarheid te verwoorden.
In Paasilinna's nieuw vertaalde roman, Wees genadig, wordt Pirjeni -- een eenvoudige maar in zonde levende kraandrijver -- opgeroepen om tijdelijk als plaatsvervanger van God op te treden. Na een inwerkperiode begint de vervangende God aan zijn nieuwe taak, maar hij moet ervaren dat ook het gezag van de Almachtige zijn grenzen kent. De administratieve reorganisatie van de hemel loopt spaak door intern gekonkel. En tijdens een audiëntie bij de paus blijkt deze niet meer in God te geloven. In deze satire op het sombere, noordelijke levensgevoel schittert de atheïst Paasilinna door zijn eenvoudige, zeer directe taal, doorspekt van onverbloemde zwarte humor.
Aan de rafelrand
van de maatschappij
De huilende molenaar voert een sympathieke, licht gestoorde Gunnar Huttunen ten tonele. Begin jaren '50 duikt hij plots op in een kerkdorp in Noord-Finland, waar hij de oude molen koopt. Tot verbazing van de dorsbewoners, die over zijn herkomst speculeren, herstelt Gunnar de molen vakkundig. Om de jeugd te vermaken, imiteert hij dieren uit het bos en dorpsbewoners. Wanneer Gunnar getroffen wordt door neerslachtigheid, huilt hij als een wolf in de nacht. De dorpsarts stelt de diagnose: "Zo gek als een deur". Voldoende reden voor de dorpsgemeenschap om de vriendelijke en hulpvaardige man uit het dorp te verdrijven.
Het is dit type Fin, die in zijn kleinheid groot kan zijn, waarop Paasilinna zich oriënteert. "Of zij nu Linnea Ravaska, Pirjeri Ryynänen, Gunnar Huttunen of Onni Rollonen heten, dit soort mensen heb ik leren kennen en ik ben van hen gaan houden tijdens mijn jarenlange journalistieke werk. Vaak bevinden deze mensen zich aan de maatschappelijke 'rafelrand'. In al hun kwetsbaarheid weten zij toch steeds weer een verrassende en enorme kracht te ontwikkelen". Voorbeelden te over in Paasilinna's boeken.
In De gifkokkin krijgt de zachtaardige kolonelsweduwe Linnea Ravaska telkens bezoek van haar neef, een randcriminele nietsnut, die haar het grootste gedeelte van haar vermogen wist te ontfutselen. Op de dag dat zij haar maandelijkse pensioen ontvangt, scheuren drie jonge, vitale kerels in een gestolen auto naar een klein huisje op het platteland. De jonge hengsten zijn op weg naar oma Linnea voor een avondje sauna, drank, vernieling en een wezenlijk deel van haar pensioengelden.
Onverschrokken pakt Paasilinna de maatschappelijk relevante thema's aan. Werkloosheid, drankzucht, geweld in het huwelijk en tussen gezinsleden, bureaucratie, de ecologische catastrofe, zelfmoord of kerk en geloof. Het gaat bij hem vaak om het getalenteerde individu dat door maatschappelijke druk waanzinnig, eenzaam en/of angstig wordt. Paasilinna heeft al schrijvend de taak op zich genomen, om een deel van de prijs die de vooruitgang eist, terug te betalen. "In De huilende molenaar probeer ik bv. te bewijzen dat de maatschappij meer gekte vertoont dan deze als 'gek' bestempelde man."
De wereld verbeteren
Het schrijven was voor Paasilinna al vroeg een vanzelfsprekende bezigheid: "Vier van mijn broers zijn ook op de een of ander wijze met het schrijven bezig of bezig geweest. Ik zelf schrijf al vanaf mijn tienerjaren. Schrijven is een onderdeel van mijn leven. Soms is het lastig, maar ik kan het niet laten." Het belangrijkste onderdeel van Paasilinna's boeken is het verhaal, waarmee hij zich uitdrukkelijk wil engageren, want "elke serieuze schrijver wil de wereld verbeteren. Dat wil ik natuurlijk ook. En ik ben er van overtuigd dat het boek het beste medium is om dat doel te benaderen. Als literatuur al een doel heeft, dan is het toch om maatschappelijke problemen en misstanden te benoemen en eventuele oplossingen aan te bieden? Daarmee wil ik doorgaan -- en mijn Finse ziel helpt en hindert me er tegelijkertijd bij. Finnen zijn weinig communicatief, worden snel woedend en verlaten de groep. We zoeken de eenzaamheid en lijden er tegelijkertijd onder. In mijn boeken kunnen de lezers de Finse ziel vinden, die overigens ook de universele ziel is. Uiteindelijk is het menselijk karakter overal hetzelfde."
Zelfs in de hemel (in Wees genadig) blijkt het bijzonder universeel aards toe te gaan, want als God terugkeert van vakantie, wordt de oude Almachtige woedend. Wie had de Finse invaller toestemming gegeven om zijn hemel weg te halen van de oude plek, die hem zo vertrouwd was geworden? Waar waren de engelen? Was Ryyänen gek geworden of had Satan hem in zijn macht gekregen?
Bovenstaande beschrijvingen geven een idee van de manier waarop Paasilinna zijn romans vorm geeft. Daarbij dient wel de kanttekening gemaakt dat tot nu toe enkel oudere titels uit de periode 1985 tot 1990 vertaald werden. Of de latere werken hetzelfde niveau halen, blijft afwachten. Een ding staat echter als een paal boven water: samen met Leena Lander heeft Paasilinna een gezicht gegeven aan de bij ons vrij onbekende Finse literatuur. [Günther Brandorff]
Redactie
Twee mannen die zelfmoord willen plegen, richten een club van zelfmoordenaars op. Ze organiseren een seminar en de deelnemers besluiten gezamenlijk een eind aan hun leven te maken. In een touringcar rijden ze eerst naar de Noordkaap om zich met bus en al in zee te storten, en - als dat mislukt - dwars door Europa naar Portugal. Door alle avonturen onderweg wordt de onderlinge band en de levenslust steeds groter, wat in sterk contrast staat met het doel van de reis, dat in zijn tegendeel verkeert. Van de veel vertaalde Finse auteur (1942) zijn al drie romans in het Nederlands verschenen. Hij paart zijn met humor gelardeerde vertelkunst aan maatschappijkritiek en weet de menselijke zwakheden feilloos bloot te leggen. Goed vertaald, zeer leesbaar. Voor een breed publiek. Paperback; kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.