De machtsfabriek
Robert Littell
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Bruna, cop. 2004 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : LITT |
31/12/2004
Wanneer de Amerikaanse wetenschapper A.J. Lewinter tijdens de koude oorlog overloopt naar de Sovjet-Unie, proberen de Amerikanen te achterhalen of hij over gevoelige informatie beschikt. Lewinter had in principe geen toegang tot de belangrijkste militaire geheimen, maar na enige tijd blijkt dat hij de beveiliging te slim af is geweest. De Sovjets vragen zich intussen af of Lewinter wel te vertrouwen is. Hij beweert te beschikken over zeer geheime gegevens, maar het lijkt te mooi om waar te zijn. Is het een valstrik van de Amerikanen, of heeft de Sovjet-Unie bij toeval de kans gekregen om de aartsvijand schaakmat te zetten?
Vaak wordt te pas en te onpas gegoocheld met de naam van John le Carré wanneer het gaat om spionageromans, vaak is het niet meer dan een verkoopsargument. Wanneer dan op de cover van zijn boek Littell bejubeld wordt als de Amerikaanse Le Carré, is een nodige dosis scepsis op zijn plaats. Maar die verdwijnt snel wanneer Littell tergend langzaam zijn magistrale plot ontplooit. Met de nodige ironie en zwarte humor weet hij alle koude-oorlogclichés op hun kop te zetten. De personages, hulpeloos door hun onwetendheid, moeten de schijn hoog houden en schijnbaar onderbouwde beslissingen nemen in 's lands belang.
Met deze heruitgave van zijn debuut uit 1973 wordt bewezen dat deze voormalige 'Newsweek'-journalist inderdaad veruit de beste Amerikaanse spionageauteur is. Als geen ander weet hij de vinger aan de pols te houden van de Amerikaanse stille diplomatie en hun clandestiene acties. Niet onverdienstelijk voor een man die meer dan dertig jaar in Frankrijk woont. Hij verhuisde ten tijde van het Watergate-schandaal uit onvrede met het gevoerde beleid. De oorlog in Vietnam woedde nog in alle hevigheid. Zijn kritische houding tegenover de geheime diensten is niet mis, maar vooral de liefde voor zijn personages, die zich laten leiden door irrationele motieven, is opvallend.
Met dit debuut, en vooral met zijn magnus opus De machtsfabriek plaatste hij zich als Amerikaan moeiteloos op dezelfde hoogte als het Engelse spionagetriumviraat: Le Carré, Deighton en Greene. Dat we heimwee krijgen naar de koude oorlog is uitsluitend te wijten aan deze prachtverhalen over kleine radertjes met een grote wil. [Jan Van Hee]
Manu Manderveld
Op een avond tijdens de Koude Oorlog klopt een man aan bij de Russische ambassade in Tokio. Het is de Amerikaanse wetenschapper A. J. Lewinter, die om asiel vraagt in de Sovjet-Unie. De Sovjets zijn erg behoedzaam, zoniet achterdochtig bij dit verzoek. Is dit een gemeende vraag en hoe zwaar weegt deze wetenschapsmens en welke relevante informatie brengt hij mee? Toch wordt Lewinter mee naar Moskou genomen waar hij grondig zal doorgelicht worden. De Amerikanen zijn compleet verrast door deze stap en gaan op hun beurt op informatie uit. Wat was de feitelijke drijfveer voor deze vlucht, wie is die Lewinter eigenlijk, hoe bedreigend is de informatie die hij heeft meegenomen? Het verhaal wisselt voortdurend van Rusland naar Amerika en beschrijft het politieke spel van verraad en bedrog, waarvan Lewinter oorzaak en slachtoffer is. Sfeerbeelden en typering van de personages zijn zeer geslaagd en het hallucinante politieke spel dat beide grootmachten spelen wordt vlijmscherp getekend. Als lezer blijf je enigszins verbijsterd achter, wat overigens de bedoeling is. Debuutroman (1973) van de auteur. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.