Het stenen licht
Kai Meyer
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Holkema & Warendorf, © 2003 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MEYE |
31/12/2004
Al lang luidt de noodklok over Venetië. De Dogenstad zinkt weg in de lagune: in een eeuw kwam ze 23 cm. lager te liggen, en voor deze eeuw verwacht men een stijging van de zee met 16 tot 92 cm. Bij 16 cm. stijging van de waterspiegel komt al een groot deel van de stad onder water. De stad loopt leeg: in een halve eeuw daalde het inwonersaantal van 175.000 tot minder dan de helft; de jonge mensen gaan, de oude blijven. De verkrotting neemt toe, de kanalen vervuilen steeds meer en slibben dicht, de toeristenstroom zwelt nog altijd aan. Er zijn vaker overstromingen en het water komt telkens hoger, zodat de loopplanken permanent blijven liggen om de toeristen met droge voeten in de basiliek te laten komen. Die stad in verval is onderwerp en decor van De stromende koningin, het eerste deel van een trilogie van Kai Meyer, met Het stenen licht en Het glazen woord als vervolgdelen.
Het verhaal speelt op het eind van de 19e eeuw, maar de daarin opgeroepen wereld sluit niet aan bij wat we over die tijd in de geschiedenisboeken lezen. Al tientallen jaren is de stad in oorlog met het Egyptische mummieleger van de herrezen farao Amen-ophis. De wereld buiten de lagune is door de mummiekrijgers onder de voet gelopen en compleet verwoest. Omdat de stad beschermd wordt door de legendarische 'Stromende Koningin', hebben de mummietroepen in hun zonnebarken en galeien de stad in een gigantische omsingelingsring om de "serenissima" opgetrokken. Het leven in Venetië is moeilijk: de stad is verarmd, de gebouwen zijn onderkomen, de kanalen stinken... Er gebeuren vreemde dingen in de stad die vroeger de wereld beheerste: zeemeerminnen worden als huisdieren gehouden, goed om bij de regatta de gondels te trekken; de stadsraad laat gardesoldaten op gevangen stenen leeuwen in de stad patrouilleren om alle ongenoegen of rebelse activiteit in de kiem te smoren. Enkele gigantische gevleugelde leeuwen, tamme afstammelingen van de gevleugelde en zoetgevooisde oerleeuwen, volgen vanuit de lucht de handel en wandel van de burgers. In die wereld gaan de weesmeisjes Merle (veertien) en Junipa (dertien en blind) in de leer bij de spiegelmaker Arcimboldo bij het Kanaal der Uitgestotenen. Die maakt "toverspiegels voor goede en boosaardige stiefmoeders, voor mooie en lelijke heksen en voor alle louterende doeleinden". Wegens zijn magische kracht is hij uit het gild van de spiegelmakers gestoten. Van zijn huishoudster Unke, die achteraf een om amoureuze redenen gedeeltelijk tot mens omgetoverde zeemeermin blijkt, verneemt Merle dat zijzelf, ooit in een mandje in een kanaal te vondeling gelegd, is "aangeraakt door de Stromende Koningin" en bijgevolg zeer bijzonder is. Haar kostbaarste bezit is een magische handspiegel met water in de plaats van glas, die ze in haar vondelingenmandje meekreeg. De in de legende levende Stromende Koningin is geen mens van vlees en bloed, het is de kracht "die het water van de lagune, de smalle kanalen van de stad en de brede watervlakken tussen de eilanden vult". Zelf zegt ze in Merles hoofd: "Ik ben de lagune. Ik ben het water. Ik ben de bron van de meerminnen." Er zijn wel meer vreemde krachten in die magische wereld: zo ontdekten geleerden al in 1833 dat de hel echt bestaat in de kern van de aarde! Ook Arcimboldo heeft toverkracht: hij geeft Junipa ogen van scherven spiegelglas, waarmee ze weer leert zien. Door Unke komt Merle in contact met de meerminnen en Arcimboldo laat haar de spiegelschimmen zien, wezens uit een parallel Venetië, die de poreuze versleten grens tussen de twee werkelijkheden soms overschrijden en die ook in de spiegelbeelden op het water wonen. Merle sluit vriendschap met de weversleerling Serafin, eertijds meesterdief maar nu voor rijke dames stiekeme leverancier van slank makende stoffen. Met hem ontdekt ze een complot van topraadsheren om de stad aan de Egyptenaren uit te leveren door hun de essence van de Stromende Koningin, gevangen in een kristallen karafje, te geven, zodat de stad geen bescherming meer heeft. Merle en Serafin kunnen met gevaar voor hun eigen leven het karafje redden maar ze raken elkaar kwijt tijdens de achtervolging door de gardesoldaten. De Stromende Koningin spreekt nu in Merles geestig en beveelt haar de essence op te drinken en zo de lagunekracht levend houden. Unke ziet wat er gebeuren gaat: "De aangeraakte is naar huis gekomen om afscheid te nemen. De weg van de held begint." Merle moet Venetië verlaten om het ooit van buitenaf te kunnen redden. Unke brengt haar bij de meerminnen in de ondergrondse kanalen. Die zullen haar helpen uit de stad te komen. De Stromende Koningin in Merle wil echter dat ze eerst Vermithrax, de "Oeroude Verrader", bevrijdt uit zijn eeuwenlange gevangenschap in de Campanile op het San Marcoplein. Vermithrax is een gevleugelde oerleeuw, afstammeling van dieren die ontsnapten toen de mens die mythische wezens tot slaven maakte en letterlijk kortwiekte. Hij had geprobeerd zijn gevangen en verminkte soortgenoten in Venetië tot opstand te brengen en de Koningin had hem daarbij gered van de verdrinkingsdood. Op het plein is er een grote brand: een gezant uit de hel komt, in vuur en vlam oprijzend uit de opengescheurde aarde, de Venetianen het aanbod doen een pact te sluiten tegen de Egyptenaren. De stadsraad weigert. In de verwarring kan Merle Vermithrax bevrijden. Op zijn rug vliegt ze de stad uit. Na ijzingwekkende luchtgevechten raken ze over de belegerende mummietroepen heen. Merle, draagster van de Stromende Koningin, en de oeroude vliegende leeuw Verminthrax zullen bondgenoten zoeken om Venetië te ontzetten. Intussen is ook de door de garde aangehouden Serafin in de chaos om de helleboodschapper ontsnapt. Hij raakt de stad uit als verstekeling op het bootje van Arcimboldo, die op een ver eilandje spiegels gaat leveren. De bestemmeling is Lord Licht, de helleheerser, en Serafin hoort de spiegelmaker beloven dat hij het meisje met de spiegelogen, Junipa, aan de hellevorst zal afstaan.
Zo blijft de lezer met een massa vragen zitten: Wat is Arcimboldo's waarheid? Hoe verloopt het met Junipa bij Lord Licht? Zien Merle en Serafin elkaar weer? Komt er een pact met de hel en kan Merle zich daarmee verzoenen? Hoe gaat het verder met de Stromende Koningin? En met de Oeroude Verrader, de leeuw Vermithrax? Wordt Venetië bevrijd uit de omsingeling? Wordt het verraad van de raadsleden onthuld en gestraft? Wordt de nieuwe aanval van het mummieleger afgeslagen? Stof genoeg voor de beide vervolgboeken.
Het verhaal wordt vooral verteld vanuit Merle, in de verleden tijd, maar in het laatste kwart van het boek worden de gebeurtenissen afwisselend beschreven vanuit Merle en Serafin. Zo krijgt de lezer een dubbele kijk op de gebeurtenissen (bv. op de brand en de chaos op het San Marcoplein) en tegelijk groeit Serafin uit tot een belangrijk personage, dat in het vervolg zeker nog een grote rol zal spelen.
Het mysterieuze, magische verhaal van de strijd om de wereld en Venetië sluit aan bij allerlei bestaande mythische en sprookjesachtige fenomenen zoals de gevleugelde leeuw van de evangelist Marcus; Andersens kleine zeemeermin, die ook uit liefde haar staart inruilt voor benen, net zoals Unke; de heksgodin Baba Yaga, heerseres over het tsarenrijk; de hellevorst Lord Licht (Lucifer), die in een rijk van vuur en zwavel woont, en die een monster met slangenstaart als afgezant naar de Venetianen stuurt; de mummies, de ondode doden, die hier voor de Egyptische farao strijden; de wereld achter en in de spiegel, zoals in Lewis' 'Through the looking glass'; de parallelle werelden waartoe begenadigden toegang krijgen en waarvan schimmen soms in onze wereld merkbaar zijn; de vergane beschavingen van duizenden jaren geleden waarin andere waarden en vaardigheden golden dan vandaag: hier het lang vervlogen tijdperk van het suboceanische rijk, waarin de handwerkslieden met gehard water werkten, zoals mensen tegenwoordig met hout of metaal... Ook de gedachte dat er onder ons nog mensen zijn met herinneringen aan die tijd, met gaven en krachten uit een ver verleden wordt hier geïllustreerd in Merle zelf, maar ook in handwerkslieden als Arcimboldo, die nog magische spiegels maakt uit gehard water. De Stromende Koningin zelf, de kracht die de lagune maakt tot wat ze is en ze beschermt tegen verval en ondergang, stamt eveneens uit die oertijd: "Ik ben oud. Oneindig veel ouder dan al het leven onder de zee."
Daarnaast maakt de auteur gebruik van archetypische angstbeelden zoals die van de zwermen scarabeeën die de Egyptenaren in alle landen van de wereld uitzetten, "de duimgrote, boosaardige vreetmachines van chitine die onophoudelijk over de continenten hadden gewalst. Eerst waren oogsten hun ten prooi gevallen, toen vee en ten slotte mensen. De mummielegers waren de scarabeeën gevolgd, vele duizenden, door de hogepriesters van de farao uit hun graven gesleurd en met wapens het strijdperk in gestuurd, willoos en niet in staat om pijn te voelen."
In Merle ontmoet de lezer een sterk, verstandig, talentrijk, meevoelend, moedig meisje, dat uit zichzelf al tot heldin kon uitgroeien, maar dat blijkbaar ook van bij haar geboorte was uitverkoren om ooit de Stromende Koningin in zich te dragen. "In het weeshuis hadden ze haar recalcitrant en eigenwijs gevonden, woorden die bij de groepsleiders voor leergierig en zelfbewust stonden." Ze laat zich niet opsluiten in systemen of in courante denkpatronen: ze staat open voor het magische in de wereld; ze sluit mensen niet op in hokjes en kan daarom haar vertrouwen schenken aan een zeemeermin, een gevleugelde leeuw of aan een leerjongen van een concurrerende ambachtsman; ze laat zich niet blind gidsen door geheimzinnige stemmen maar gaat een discussie aan met de Stromende Koningin, ook al vinden anderen dat eigenlijk nogal arrogant en onbeleefd. Ze accepteert wezens uit een andere realiteit (de meermin, de gevleugelde basalten leeuw, de spiegelschimmen) met de onbevangenheid waarmee kleuters dieren tot speelgenoten maken. Toch blijft ze ook menselijk, met soms bijna verlammende angst voor de verschrikkelijke dingen die dreigen te gebeuren.
De wereldgeschiedenis die in dit boek geschetst wordt -- en die een hoogtepunt bereikt in de belegering van Venetië -- ziet er anders uit dan wat de historici ons voorhouden, maar de krachten die haar verloop sturen, zijn toch dezelfde: opkomst en verval, onderdrukking en uitbuiting van alle wezens die er anders uitzien, de strijd op leven en dood om de absolute macht, omkoperij en verraad... En dat geldt ook voor de hoop op een messias. Daarmee sluit het boek aan bij een oeroude verhalentraditie.
De auteur biedt in dit boek in een boeiend avonturenverhaal over een bijzonder meisje waarmee de lezer zich zeker kan identificeren, en tegelijk een andere wereldgeschiedenis die ook volwassenen zal boeien en hen met ongeduld doet uitkijken naar de volgende delen van de trilogie. De suggestieve beschrijving van het Venetië van de kanalen, de steegjes, de pleinen, de vervallen patriciërswoningen, de zwerfkatten, de bedrijvigheid op de pleinen en in de ambachtsateliers kan door geen toeristische folder overtroffen worden. Wie nog niet in Venetië was, wil er met dit boek (en de twee volgende delen) in de hand zeker naar toe. Wie de lagunestad al bezocht heeft, herkent ze in het verhaal, in de geuren van het water en het verval, en hoopt dat de enorme kosten van restauratie en vrijwaring van de stad echt helpen om ze te redden.
Alles bij elkaar een boeiend, helder geschreven boek dat de magische sfeer niet bereikt door echte of would-be tovenaars toverspreuken te laten spuien, maar door in de beschrijving een geheimzinnige sfeer te scheppen en door mysterieuze wezens te laten optreden als protagonisten en antagonisten, maar ook als gewone figuranten, in het wereldgebeuren.
De lezer van dit boek hoopt stellig dat de twee volgende delen ook vlug in het Nederlands verschijnen. Dan kan hij in Het stenen licht lezen hoe het Merle en Venetië gaat met de zeker niet ongevaarlijke hulp van Lord Licht tegen de belegeraars, en met de interne weerstand in de stad zelf. In Het glazen woord komen Merle en haar gezellen in Egypte zelf aan en daar wordt de ultieme strijd geleverd met de mummielegers en hun leiders. De auteur (Lübeck, 1969) behoort tot de succesrijkste fantasyauteurs in Duitsland. Hij heeft al een dertigtal romans op zijn actief en verwerkte al vaker sprookjesmotieven in nieuwe verhalen. Zo liet hij de gebroeders Grimm al op de moordenaar van Schiller jagen in Die Geisterseher (1995) en het vervolg daarop Die Winterprinzessin (1997). In Der Rattenzauber (1995) schreef hij over de Rattenvanger van Hamelen en in Der Schattenesser (1996) over de Golem van Praag. [Herman De Graef]
Didi Klijnsma-de Boer
De mummielegers van de farao's hebben de wereld veroverd. Alleen Venetië is nog vrij dankzij de 'Stromende Koningin'. De 14-jarige wees Merle ontdekt een complot om de koningin uit te leveren. Alleen zij kan, samen met de koningin, Venetië voor een val behoeden. Eerste deel in een trilogie. Bijna mythologisch (hellevuur, vliegende sprekende leeuwen) aandoend fantasieverhaal, dat na een wat trage start bijna niet meer weg te leggen is. Het taalgebruik is vlot maar niet eenvoudig door woordgebruik, Italiaanse namen en m.n. het overmatig gebruik van beeldspraak (stonk erger dan de adem van een wegzinkende stad). Overzichtelijke bladspiegel (de gesprekken met de geest van de koningin staan schuingedrukt). Een spannend en bijzonder boek voor de doorzetter, dat het lezen dubbel en dwars waard is. Vanaf ca. 13 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.