Het zwaard : een verboden verhaal
Da Chen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
The House of Books, 2003 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : CHEN |
31/12/2003
Zoals men in China wel vaker doet, heeft Opa Chen een couplet in twee delen geschreven op de houten deur van zijn familiehuis. Het eerste deel werd de titel van zijn kleinzoons eerste autobiografische roman, De kleuren van de berg (The House of Books, 2002, oorspronkelijk Colors of the mountain). Het tweede deel van het couplet, "de stroom van de rivier", vormt hierop nu een vervolg (oorspronkelijke titel: Sounds of the river). Het verhaal begint in Da Chens geboortedorp, Gele Steen, in de zuidelijke provincie Fu Jian. Hij vertrekt als jongeling op een dagenlange treinreis naar Beijing, waar hij uitverkoren is om vier jaar Engels te studeren aan het Beijing Talen Instituut. We volgen zijn heimwee, leerzucht, vernederingen en volharding, vriendschappen en ontgoochelingen, totdat hij, enkele jaren na zijn studie, ten slotte in Amerika kan gaan studeren.
Het China van de late jaren '70 tot '80 bloeide open onder de Opendeur-politiek van Deng Xiaoping. Dit was voor heel wat Chinezen een boeiende en uitdagende periode. Maar in de westerse markt van vertaalde literatuur scoort ze veel slechter dan de "lidtekenliteratuur" die de ellende van de vorige decennia beschrijft. Het vergt nu eenmaal meer literair talent om over een welvarende periode op een meeslepende manier te schrijven.
De auteur slaagt daar maar deels in. Enerzijds schets hij de sfeer en tijdsgeest van deze tijd op een treffende manier; vooral de corruptie wordt levensecht weergegeven. Maar anderzijds is Da Chen te veel over zichzelf bezig: hoezeer hij in de hoofdstad vernederd werd, hoe hard hij wel werkte, hoe geniaal men hem vond, hoe hij ten slotte voor al zijn moeite beloond werd... De neiging om zichzelf voortdurend op te hemelen doet afbreuk aan de kwaliteit van het boek. Er komen bovendien ook relatief ongeloofwaardige passages voor: mensen die elkaar in het China van de jaren '70 voortdurend de hand schudden, leraressen die hun student na enkele maanden reeds letterlijk aan hun boezem drukken... Het is misschien wel allemaal fictie, maar zelfs fictie moet geloofwaardig zijn om de lezer aan te spreken. [Carine Defoort]
M.A. Leenhouts
Sinds het succes van Jung Changs 'Wilde zwanen' uit 1991 zijn er tientallen vergelijkbare boeken verschenen: getuigenissen van de Chinese geschiedenis door uitgeweken Chinezen, veelal vrouwen. Da Chen, nu Amerikaan, hoort weliswaar bij een minderheid binnen die groep: hij is een man en hij biedt het perspectief van de arme plattelandsbevolking i.p.v. dat van achtervolgde intellectuelen. Maar verder beantwoordt het boek aan de door de commercie uitgemolken formule: exotiserende beschrijvingen van de Chinese omgeving, vermengd met een strijd om individuele ontplooiing. Het is het vervolg op Chens 'De kleuren van de berg'*, waarin hij zijn kinderjaren beschreef, en gaat over zijn studententijd in Peking, tot aan zijn vertrek naar Amerika. Op soms humoristische toon schildert hij enerzijds het contrast tussen stad en platteland, en anderzijds de toenemende westerse invloeden in het China van de jaren '80. Door zijn naïeve blik vermijdt hij een teveel aan politieke uitleg, maar door zijn niet-opzienbarende, anekdotische stijl mist het boek ook samenhang. Een bescheiden bijdrage aan het genre. Paperback; kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.