Fabels
Jean De La Fontaine
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2003 |
THEMACOLLECTIE ENKEL VOOR ONDERWIJS EN DIENST ROUW : GEEL : FRAN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2003 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : FRAN |
31/12/2003
Eigenlijk zou ik in deze inleiding vooral willen benadrukken, niet de rest van de bespreking te lezen, als je het boek zelf nog niet gelezen hebt. Hoewel het hier absoluut niet om een klassieke thriller gaat, is Zie ik je nog eens terug? zo spannend, en de helemaal tot het einde verborgen gehouden ontknoping zo ontladend, dat een eerste lectuur iets unieks heeft. Ed Franck heeft hier al zijn schrijvertalent gebundeld in een heel gevoelig verhaal, waarvan hij meesterlijk de touwtjes in handen houdt.
De 8-jarige Sara duikt opeens op in het speelgoedmuseum van de oude Nestor. De lezer voelt van bij de eerste regels dat er een geladen sfeer, een bepaalde spanning tussen de twee mensen hangt. Je voelt als het ware dat er meer tussen de regels staat, dat er dingen gesuggereerd worden waar je (nog) geen vat op hebt. Aanvankelijk weet je ook nog helemaal niet van wie die spanning uitgaat en welke kant het verhaal op gaat. Ook de coverillustratie van Carll Cneut is heel ambigue: een volwassen man, wiens gezicht we niet te zien krijgen, legt zijn hand op het hoofd en op de schouder van een klein, bedrukt kijkend meisje. Is het een beschermend of een bezitterig gebaar?
Als je het boek een eerste keer leest weet je een hele tijd niet welke kant het op zal gaan met Nestor en het kleine meisje. Is Nestor de gevaarlijke oude man, voor wie Sara's ouders haar meermaals hebben gewaarschuwd, en van wie ze geen snoepjes mag aannemen? Of is hij een echte kindervriend die oprecht probeert te luisteren naar Sara? In ieder geval vertelt hij Sara al meteen dat hij helemaal alleen in het huis woont, en hij wil ook van Sara weten of ze helemaal alleen is gekomen en of haar ouders weten waar ze is. Wanneer Sara op het aanbod van een koek heel gevat reageert met "Ik mag van mama geen snoep van vreemde meneren aannemen", slaat hij deze goede raad van bezorgde ouders meteen in de wind met "Een koek is geen snoep". Nestor probeert van bij het begin niet alleen met Sara in gesprek te komen, hij zoekt ook op een fysieke wijze contact met haar. Dat laat Sara heel lang absoluut niet toe. Pas naarmate het ijs tussen de twee dooit en Nestor het vertrouwen van Sara weet te winnen, laat ze ook toe dat hij haar aanraakt. Toch heeft dit aanraken heel lang iets ambigue. Ook al is in het begin nog niet duidelijk hoe ver Nestor hierin wil gaan, we begrijpen wel dat hij contact probeert te maken met Sara. Wanneer dat niet gaat zoals hij dat met andere kinderen gewend is (zoals met Seppe, "een heel vrolijk druk jong, altijd aan het lachen"), probeert hij het heel voorzichtig en heel subtiel. De directe vraag die Nestor meteen in het begin aan Sara stelt, "Ben je... ben je misschien een beetje verdrietig om iets?" treft wel de kern van de zaak, maar blijkt tevens veel te direct én veel te vroeg gesteld.
Er blijken zich en heleboel dingen in Sara's hoofd af te spelen, en ze vertelt ook een heleboel schijnbaar losse, schijnbaar anekdotische verhalen, die meestal uitgelokt zijn door een stuk speelgoed uit het museum. En langzaam wordt het de lezer duidelijk, dat Nestor misschien wel een wat vereenzaamde oude man is, maar dat hij de beste bedoelingen met Sara heeft. Als een volwaardig kinderpsycholoog probeert hij Sara heel subtiel en voorzichtig te ontdooien en te doorgronden. Af en toe stelt hij een vraag, waarop meestal geen antwoord volgt, maar Nestor dringt niet aan. Aanvankelijk zonder er veel van te begrijpen luistert hij naar haar vele verhaaltjes over haar kleine broertje Kareltje. Na een tijdje gaat Sara ook vragen stellen, vreemde vragen soms, waarop Nestor heel voorzichtige, liefdevolle antwoorden probeert te geven. De vragen gaan over de hemel en de sterren, over de dood, maar ook over vreemde dromen van Sara waarin verdwalen, verdrinken in een rivier of stikken telkens terugkomen. En Sara wil ook weten of alle mama's altijd van hun kinderen houden, "ook als ze almaar door het raam kijken? Of naar de vloer?" En dan zijn er de woedeuitbarstingen van Sara, waarbij ze wild tekeer gaat, en de omgeving om zich heen lijkt vergeten. Daarbij rukt ze de poot van een beer af, vermorzelt ze een blikken autobusje onder haar voeten, of wijst ze de pop met de rode jurk fel af. Wanneer ze tenslotte met een plastic zwaard het speelgoed om haar heen te lijf gaat, wordt het Nestor te veel. Hij heeft de hele middag naar haar geluisterd, heeft haar vertrouwen gewonnen en zelfs vlechtjes in haar haren mogen leggen, maar wat haar echt dwars zit en waarom ze zo boos en verdrietig is, is hij niet te weten gekomen. "'Ik weet niet hoe ik je kan helpen,' zei hij. 'Maar je mag hier altijd terugkomen.' 'Maar nu moet je naar huis,' zei Nestor beslist. 'Meer kan ik vandaag niet hebben'."
En dan, op weg naar haar huis, slaat Sara plotseling een andere weg in, en neemt Nestor en de lezer mee naar de plek waar haar geheim ontraadseld wordt. De spanning die de schrijver in meer dan 50 pagina's weet op te bouwen en vast te houden, wordt in amper 5 pagina's gelost. En hoe! Pas dan vallen alle puzzelstukjes op zijn plaats en blijken alle vragen, alle schijnbaar anekdotische handelingen en reacties van Sara een betekenis te hebben gehad.
Carll Cneut zorgde voor zes paginagrote kleurenprenten, naast tal van kleine illustraties van het speelgoed rondom Sara. Er zitten opvallend veel roodtinten in de schilderijtjes, het hemd én de broek van Nestor, het hobbelpaard, de muren van het museum, een kleur die voor Sara zo confronterend is. Vooral de glazen vitrinekasten vallen op. Cneut heeft ze transparant voorgesteld, waardoor alleen de hele dunne lijntjes van de randen zichtbaar zijn. Hierdoor lijken ze bijzonder fragiel, en op een van de prenten wordt Sara haast als een gevangene tussen de kasten voorgesteld. Op de cover en op de eerste vijf prenten komen Sara en Nestor nooit in hun geheel samen voor, ofwel staat Sara er onthoofd op, ofwel Nestor. Alleen op de laatste prent, wanneer Sara en Nestor hand in hand naar huis lopen, zien we ze samen -- hoewel ook daar Sara's gelaat net achter een huisje verdwijnt. Overigens schilderde Cneut op deze prent hun verstrengelde handen op een opvallende, verwrongen manier.
Een aangrijpend boek, vol spanningen en emoties. Bloedmooi. [Karin Van Camp]
Drs. A.W.M. Duijx
Op een dag loopt Sara weg van huis en belandt in het speelgoedmuseum enkele straten verder, waar Nestor, de eigenaar van het museum, zich over haar ontfermt. Sara zit duidelijk met problemen, maar wil met Nestor niet direct daarover praten. Aan de hand van allerlei speelgoed, vooral een beertje, probeert hij haar vertrouwen te winnen en te achterhalen wat haar dwars zit. Als Nestor haar aan het eind van de dag naar huis brengt, neemt Sara hem mee naar de begraafplaats waar haar broertje begraven ligt. Schitterend geschreven verhaal in korte episodes, waarin de psyche van de achtjarige Sara, waaronder haar woedeuitvallen, en de wijze waarop zij het sterven van haar broertje probeert te verwerken, zeer genuanceerd en tegelijkertijd erg indringend worden weergegeven. Als lezer ga je met Nestor op zoek naar de reden van het enorme verdriet van Sara tot aan het eind van het verhaal blijkt dat Sara onoplettend is geweest en dat daardoor haar broertje onder een bus is gekomen. De kleurrijke, veelal paginagrote illustraties sluiten naadloos aan op de literaire tekst. Literair boek dat zeer geschikt is voor de rouwverwerking bij kinderen die een broertje of zusje verloren hebben. Vanaf ca. 8 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.