Het zat zo
Meir Shalev
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Vassallucci, 2003 |
VOLWASSENEN : ROMANS : SHAL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Vassallucci, 2003 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : SHAL |
31/12/2003
Meir Shalev (geb. 1948), Israëls succesvolste auteur, is altijd wars geweest van de koude steriliteit van veel moderne literatuur. Een roman moet volgens Shalev handelen over elementaire, universele relaties, liefst alle zintuigen aanspreken en boven alles een verhaal vertellen. Hij is daar nooit beter in geslaagd dan in deze roman. 'Fontanel' is het koosnaampje van de ikverteller, Michaël Joffe, 55 jaar oud, gehuwd en vader van een tweelingzoon en -dochter en naar zijn mening de enige normale in de wijdvertakte familie Joffe. Zijn bijnaam heeft hij te danken aan het feit dat zijn fontanel nooit is dichtgegroeid. Dit met een vlies bedekte gat in zijn hoofd verleent hem de mogelijkheid de dingen die komen aan te voelen, de toekomst te voorspellen. Zijn bijnaam werd hem gegeven door de 21-jarige Anja, nadat ze de vijfjarige jongen gered had uit een brand in een korenveld. Vanaf dan ontstaat tussen die twee een levenslange, uitzichtloze romance, die Michaël tot heimwee en verlangen zal veroordelen. Het motief loopt als een basso continuo door het boek. Dat boek is het verhaal van de grote familie Joffe, die allen samen op Joffes erf wonen, de omheinde nederzetting die apoepa (opa) David, een reus met de hersens van een vogel, gesticht heeft nadat amoema, die hij op zijn rug door het oude Israël heeft gedragen, hem de plaats aangewezen had. Daar groeit de hele clan op. Vier dochters had de oude patriarch: Pnina, de mooiste vrouw uit het dorp, die alleen 's nachts buitenkomt, Channa, Michaëls moeder, een onovertroffen zelote van het vegetarisme, Rachel, die sinds de dood van haar man in de oorlog niet meer alleen kan slapen en via haar bedgenoten de oude familiegeheimen bewaart en doorgeeft, en Batja, de lievelingsdochter, die met een Duitse kolonist getrouwd is en uit de familie verbannen. Binnen de schutskring van Joffes erf lopen nog heel wat zonderlinge zielen rond zoals de kreupele uitvinder Aharon, die een ondergronds Joffes erf heeft uitgebouwd en die alle werktuigen naar zijn hand kan zetten. En zoals in alle families loopt niet alles goed af: de eenarmige vader van Michaël zoekt op de vlucht voor zijn vrouws rechtlijnigheid toevlucht in de armen van minnaressen en vooral van de buurvrouw, de onverzettelijkheid van stamvader David laat hem weer kinds worden en de liefde van amoema verspelen.
Een familiesage dus, maar wat voor een! Zoals alle families ter wereld hebben de Joffes hun eigen trekken: ze verliezen hun geheugen als ze zaad lozen of bloeden, ze hebben hun eigen verhalen, die overgeleverd worden en iedere keer dat ze verteld worden een dimensie aandikken, tot het mysterieus-onwaarschijnlijke toe. Ze hebben hun eigen gezegdes en stopwoorden, hun eigen gewoontehandelingen, die allemaal door de verteller op zijn computer uitgetikt worden tot een vuurwerk van rondtollende verhaalcirkeltjes. Een vondst is het dat de schrijver zijn verhaal doorbreekt met schuine strepen (slashes) en asterisken, waarna hij synoniemen, losse ideeën en andere verhaalmogelijkheden laat volgen met het oog op een definitieve versie van zijn boek. Fontanel roept een bijna tastbaar beeld op van het oude Israël, is een epische zee van meeslepende herinneringen, opgeroepen met een immens schrijfplezier, of in Shalevs eigen woorden: "En ik hou ook van paden van woorden, degene die je verlokken en verleiden met de temptatie van de allusie en alliteratie, aan weerszijden omhaagd om je te behagen, maar die je uit je verhaal halen, in een doolhof laten verdwalen tot je geen verschil meer ziet tussen valkuilen van associaties en afgronden van herinneringen, en ik stap op ze af met een blik verf en een kwast, markeer ze voor mijn kinderen, schets voor hen de familietopografie, zoals mijn vader me die heeft geleerd [...] om hun te laten weten waar de hellingen steil en waar ze flauw zijn, en ik bezaai de grote woordvelden voor hen, opdat ze een plek hebben om te verbranden en te schreeuwen." Een betoverende, ijzersterk geconstrueerde Shalev-saga over een wel heel absurde familie, die meteen het hart van de lezer steelt. Daar moet vroeg of laat een Nobelprijs van komen... [Jos Van Damme]
Redactie
Deze roman van de Israëlische schrijver Meir Shalev (1948) staat in de traditie van zijn eerdere romans 'Kus van Esau' en 'Russische roman'. Het mixt een 20e-eeuwse familiekroniek met mythologische en bijbelse elementen, speelt op het platteland en kan gezien worden als een kleine geschiedenis van Israël. Het is het verhaal van de familie Joffe, wonend op een hooggelegen ommuurd erf, opgetekend door de 55-jarige Michael. Grootouders, hun vier dochters en de derde generatie komen aan bod. Het zijn kleine, beeldende verhalen vol kleur en geur, humor, liefde, afgunst en andere menselijke gebreken en eigenaardigheden. Deze roman staat op hetzelfde hoge peil als de eerder genoemde werken. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.