Tafel 18 : buurtwerk in de stad
Rik Vanmolkot
Rik Vanmolkot (Redacteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
EPO, 2003 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 928.8 CONC |
31/12/2004
In 1999 was Weimar culturele hoofdstad van Europa, en datzelfde jaar was ook de 250e herdenking van Goethes verjaardag. De stad heeft een lange geschiedenis van aantrekkingspool voor kunstenaars en intellectuelen tot ver buiten Duitsland. Dat deed zich ook voor tussen 1937 en 1945: onder de meer dan 270.000 gevangenen in het concentratiekamp Buchenwald waren ook vele kunstenaars en intellectuelen. Ze verbleven in het hoofdkamp op de Ettersberg of in een van de meer dan 100 nevenkampen. 'Weimar 1999' moest ook aan hen aandacht schenken, om geen vertekend of verschoond beeld te geven van de geschiedenis van een stad met sterke impulsen tijdens de Verlichting en de klassieke periode. De gevangenen 'verbleven' in Weimar omdat hun werk werd beschouwd als onduits, entartet, verjoodst of cultuurbolsjewistisch. Om sociale, biologische of politieke redenen werden ze als 'minderwaardig' en als vijanden beschouwd: hun werd daarom het recht op vrijheid en leven ontnomen.
Hierover gaat het rijk gedocumenteerd boek dat als titel meekreeg Concentratiekamp Buchenwald. Het reikt allerlei gedachten, indrukken, geschriften, getuigenissen en fotomateriaal aan die vanuit een tentoonstelling een blijvende herinnering en uitnodiging zijn om na te denken over wat mensen hun medemensen kunnen aandoen. Het radicaal-slechte van het nationaal-socialisme heeft zoals o.a. Primo Levi getuigde, aangetoond dat gruwel en materiële nood zo overweldigend kunnen worden, dat niet enkel het lichaam, maar vooral ook de geest, de mens in de mens doodt. Kunst in de concentratie- en vernietigingskampen kan geenszins worden geïdealiseerd. Geestelijke schepping en artistieke productie in de kampen zijn het resultaat van menselijk verzet én van toevalligheden en geluk. Dat wilden de makers van de tentoonstelling, met de stemmen van drieënzeventig intellectuelen en kunstenaars uit het concentratiekamp, tonen en meedelen. De tentoonstelling is een work in progress, dat zeker ook daar waar het getoond wordt, zoals in Mechelen voortzetting kan vinden.
De tentoonstelling bestaat uit kisten, die voor een groot deel ontdekt werden in 1998 tijdens restauratiewerken aan het dak van het stadsslot in Weimar. Gevangenen van het concentratiekamp hadden die in opdracht van de burgemeester in de schrijnwerkerijen van het kamp gemaakt ter beveiliging van onvervangbare cultuurgoederen tegen bombardementen. In 2000 werden ze in het Goethehuis te Weimar opgesteld. Die laten geen snelle identificatie of associatie tussen een werk en zijn auteur toe. Op de buitenkant van het deksel van de kist is een verwijzing in de vorm van een pregnant citaat. Het gevangenennummer staat op een label gedrukt en verwijst naar de auteur. De bezoeker moet de kist openen op de impuls van het aangegeven citaat. Dit is een idee van de kunstenaars Naomi Tereza Salmon en David Mannstein en de historici Dr. Axel Dossman en Dr. Christian Schölzel. Door de kisten wordt de delicate relatie tussen cultuur en barbaarsheid van Weimar en Buchenwald in een historische context geplaatst. Rik Vanmolkot, wiens vader politiek gevangene was in Breendonk en Buchenwald, en Ivo Janssens hebben zich ervoor ingezet dat de tentoonstelling ook in België zou te zien zijn. Getuige deze fraai uitgegeven catalogus, waarvan de hoofdbrok bestaat uit telkens een viertal bladzijden gewijd aan één kunstenaar, vertrekkend van het 'citaat' van de kunstenaar of de intellectueel. Velen ervan overleefden Buchenwald niet, anderen daarentegen wel. Hun getuigenissen spreken, hoe persoonlijk ook, boekdelen over de ellende die het nationaal-socialisme aanrichtte in hart en ziel.
Het project werd in Vlaanderen mogelijk gemaakt door Kunst en Democratie vzw, de Vlaamse Gemeenschap, de Koning Boudewijnstichting en de stad Mechelen. Het kunstzinnig uitgegeven boek mag zeker ook een collector's item genoemd worden. Het biedt een brede momentopname uit een donkere bladzijde van de geschiedenis van Wereldoorlog II. [Frans L. Van den Brande]
B. Freriks
Meer dan 270.000 gevangenen zaten tussen 1937 en 1945 in het concentratiekamp Buchenwald. Onder hen bevond zich een behoorlijk aantal kunstenaars en intellectuelen. In het kader van de 250ste herdenking van Goethes verjaardag werd aan hen een tentoonstelling gewijd. De 73 kunstenaars en intellectuelen werden niet voor deze tentoonstelling uitgekozen omdat ze bekend of zelfs beroemd zijn, niet omdat ze de anderen overtroffen, niet omdat die anderen minder waardering verdienden, maar omdat ze op basis van hun wetenschappelijke of artistieke opleiding en hun professioneel vermogen om zich uit te drukken en te reflecteren, een getuigenis hebben afgelegd en doorgegeven die hun eigen biografie en hun eigen ervaringen ruimschoots overstijgen. Sommigen van hen, zoals Leon Blum, Dietrich Bonhoeffer, Kurt Eisner, Henri Pieck, Jorge Semprun, Elie Wiesel zijn beroemd geworden. Vele anderen zijn nooit ruimer bekend geworden. De tentoonstelling, waarvan dit boek de weerslag vormt, heeft terecht aan allen de aandacht geschonken die ze verdienen. Verlucht met foto's, tekeningen en schilderijen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.