De Cubaanse rakettencrisis : op de rand van de Derde Wereldoorlog
Fergus Fleming
Fergus Fleming (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Uitgeverij Atlas, 2003 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 903.3 FLEM |
31/12/2003
De Britse ontdekkingsreizen in de eerste helft van de 19e eeuw hadden vooral tot doel het vinden van een 'noord-westpassage' doorheen de eilanden en het pakijs van Noord-Canada, en het bepalen van de precieze loop van de Niger in West-Afrika. Deze expedities, van onversaagde kapiteins als John Franklin, James Ross en William Parry, zijn bekend en ruim beschreven. Fergus Fleming brengt ze samen vanuit het perspectief van de ambtenaar in de achtergrond die deze reizen mogelijk maakte. John Barrow, ondersecretaris bij de Admiraliteit, had een groot deel van Zuid-Afrika in kaart gebracht en was daarna geobsedeerd door de witte plekken op de wereldkaart waarvan hij vond dat ze door Britten ingevuld moesten worden. Bij al deze daadkracht viel op dat Barrow er bepaalde starre ideeën op nahield die het succes van zijn expedities in de weg stond. Zo was het bv. nuttiger geweest om eerst de kusten van Noord-Canada met sledes en kleine boten te verkennen vooraleer scheepsexpedities op te zetten. Dit was al gesuggereerd door de grote walvisvaarder Scoresby en werd in de praktijk bewezen met de succesvolle tocht van Thomas Simpson en Peter Dease (1837-39). Wat betreft de Niger was Barrow er zo van overtuigd dat deze in de Nijl uitmondde dat hij de in een andere richting wijzende resultaten van bepaalde expedities gewoonweg verwierp. Doorheen Flemings beschrijving van al deze expedities weerklinkt het refrein van de starre ideeën en de dure scheepsreizen die te weinig opbrachten en veel mensenlevens kostten. Meest dramatisch was de laatste expeditie van John Franklin, die myterieus verdween (in 1980 bleek dat de meeste bemanningsleden gestorven waren door loodvergiftiging -- lood dat gebruikt werd om de voedselblikken te dichten). Hoewel deze ontdekkingsreizen heel wat kusten en eilanden in kaart hebben gebracht, moet toch besloten worden dat ze een vorm van prachtige nutteloosheid waren, "rondjes draaien op de wereldbol", zoals de jonge William Parry het zei toen hij met een wereldbol speelde. [Chris Bulcaen]
J. Rijsterborgh
Sir John Barrows (vanaf 1804 de tweede Secretaris van de Engelse Admiralty) wilde proberen de witte plekken op de wereldkaart in te vullen. Hij liet vele expedities uitvoeren, vooral in de noordelijke Poolstreken en in West- en Centraal-Afrika. Hij stuurde zijn 'jongens', John en James Ross, William Parry, Gordon Laing, John Franklin, en vele anderen op pad met vele nare gevolgen. De lijst van 31 (!) expedities tussen 1816 en 1857 is bizar: 'zonder ... te vinden; de helft van de bemanning sterft; een nutteloze expeditie; ze worden overleefd door hun bedienden; komen om het leven c.q. met lege handen terug!, enz. Slechte voorbereiding, ontoereikende uitrusting, waanzin, lef of pech. Dus: 400 pagina's avontuur, ramp, beetje succes, veel ongelukken, en allemaal spannend. Dagenlang voortploeteren op een grote ijsschots, die van de bestemming blijkt wég te drijven. Zulke dingen. Gedetailleerd, en heel levendig, voor lange avonden. Enkele portretten en illustraties, noten, biografieën en register.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.