Kinderen met een gele ster
Debórah Dwork
Debórah Dwork (Auteur), Robert Jan Van Pelt (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Boom, cop. 2002 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 928.8 DWOR |
31/12/2004
Over de vernietiging van zes miljoen joden tijdens de Tweede Wereldoorlog, de oorzaken en de gevolgen, worden jaarlijks wereldwijd meerdere boeken geschreven. De vernietiging van het joodse volk, zoals definitief beslecht tijdens de Berlijnse Wannseeconferentie in 1942, staat bekend onder twee zelfstandige naamwoorden: 'holocaust' en 'shoah'. De laatste benaming is de meest juiste, omdat die de slachtofferrol benadrukt. Toch blijven vooral Amerikaanse auteurs het begrip 'holocaust' gebruiken. Zo ook Debórah Dwork (Yale University, VS) en Robert Jan van Pelt (Nederlander, hoogleraar cultuurgeschiedenis aan de University of Waterloo, VS) in De Holocaust: een geschiedenis.
Het is een zeer gedocumenteerd werk, met een aanzienlijk aantal noten, een indrukwekkende litaratuurlijst van bijna duizend boeken en zowel oerdegelijke als rijkelijk gestoffeerde personen- en zakenregisters. Het is een grondige studie geworden die verder reikt dan de oorlogsjaren. Al is reeds over alles wat ze aanreiken wel iets geschreven, toch valt wellicht de eigen aanpak van de auteurs op. Zo gaan ze in de eerste hoofdstukken op zoek naar verklaringen over de historische wortels van de holocaust. Zij komen tot de conclusie dat de gangbare theorie over de eeuwenoude antisemitische regelgeving in het oude Europa maar één element is voor de gruwelijke houding t.o.v. het joodse volk in de Tweede Wereldoorlog. Volgens hen spelen evenzeer de zuiveringsidee van de Inquisitie, de terreur van de Franse Revolutie en de haskala (joodse Verlichting) als de moord op anderhalf miljoen Armeniërs door de Turken in 1915, hierbij een belangrijke en niet te onderschatten rol. Verder zien ze in de grimmige houding van de Polen tegen de joden een reflex van hun eigen gevoel van underdog ten aanzien van de Duitse overheerser. Tot het einde van de 18e eeuw was de relatie tussen joden en niet-joden er één van dansen op een slappe koord, even kwam daarna een schijn van opener samenleven, maar de negentiende eeuw bedacht plots het etnisch nationalisme, waarin volk en staat vereenzelvigd werden met biologische afstamming. Bedroevend was dat vele Duitse, vaak geassimileerde, joden die zeer patriottisch aan de kant van de keizer tijdens de Eerste Wereldoorlog hadden gestreden, ervan werden beschuldigd dat Duitsland de oorlog had verloren, dat een grote vluchtelingenstroom zorgde voor een verdere crisis.
In verdere hoofdstukken wordt de voorgeschiedenis aangescherpt aan de hand van recente(re) gegevens: het gaat dan over het nazisme en zijn rassenwetgeving, meer bepaald de houding van Hitler, Heydrich, Eichmann, en meerder van deze 'deftige' heren ten aanzien van het joodse, niet-arische ras. Terwijl in voorgaande eeuwen joden vervolgd werden om wat ze geloofden, werden ze nu vervolgd om wat ze waren. Vroeger konden ze zich nog laten dopen, met de opkomst van het nazisme werd deze optie onmogelijk. De rassenwetten draaiden om het arische ras: anderen werden op wetenschappelijke gronden gesteriliseerd, werden slachtoffer van straatgeweld of belandden uiteindelijk in de concentratiekampen.
Vele joden begrepen het niet, want ze waren verknocht geraakt aan de Duitse cultuur. Vluchten konden enkel wie de financiële middelen ertoe hadden, maar ook zij geraakten vaak van de regen in de drop. In Duitsland leidde de brutaliteit tot de Endlösung. Volgens Dwork en van Pelt groeide de holocaust naar steeds hardere fases. De hulp van buiten bleef uit, vooral de VSA en Groot-Brittannië bleven beweren dat zij niets voor de joden konden doen, om de eindoverwinning van de Geallieerden niet in gevaar te brengen, zo merken de auteurs bitter op. Ze hechten veel belang aan de voorgeschiedenis en blijven er lang bij stilstaan. Daardoor zijn ze minder uitgebreid over de holocaust zelf, nl. de uitmoording van miljoenen joden en andere, in het nazi-jargon "minderwaardige elementen" genoemd. Overigens is het zeer de vraag of ze hierover nog veel nieuwe elementen zouden hebben kunnen aanreiken. Een bijkomende moeilijkheid bij het weergeven van de toenmalige geschiedenis is dat de overlevenden, in vele opzichten de eerste getuigen van het gebeuren, met het vorderen der jaren zeer schaars zijn geworden. Psychologisch doet zich het verschijnsel voor dat heel wat van de overlevenden aan hun kinderen weinig of niets vertelden over hun pijnlijke ervaringen; vaak zijn het de kinderen en/of kleinkinderen die nu op zoek gaan naar getuigenissen. Dwork en van Pelt geven er in de laatste hoofdstukken heel wat: ze citeren uit dagboeken, geven verslagen van gevoerde gesprekken met overlevenden en andere getuigen, weliswaar zonder kritisch-wetenschappelijk commentaar. Ook pogen ze in de complexe geografische en sociale context van die tijd een juiste historische basis te verlenen en verantwoording te geven voor reddingspogingen die ze vooral koppelen aan persoonlijkheden als Oscar Schindler en Raoul Wallenberg. Ook pogen ze een antwoord te vinden op de vraag wie op de hoogte was van het uiteindelijke lot van de weggevoerden. Aanvankelijk was dat een kleine groep, zo blijkt. Ze plaatsen de holocaust vanuit nieuwe invalshoeken alweer op het historisch platform. Het veelvuldig kaartmateriaal helpt de kritische lezer om de uiteenzetting van de auteurs goed te volgen. De foto's horen bij het collectief erfgoed: vele ervan werden reeds eerder in andere publicaties bekendgemaakt. [Frans L. Van den Brande]
A.H.B. de Munnick
De auteurs beginnen bij de Eerste Wereldoorlog en analyseren vanaf die oorlog de gebeurtenissen die tot de Endlösung (de moord op zes miljoen joden) hebben geleid en daarna de Holocaust zelf. Dwork en Van Pelt werken veel met citaten van ooggetuigen en uit ego-documenten, hetgeen de leesbaarheid ten goede komt. Er zijn echter betere èn indringender boeken over de Holocaust geschreven en de reden van het schrijven en uitgeven van dit boek is niet helemaal duidelijk. Deborah Dwork en Robert Jan van Pelt werkten al eerder samen aan een (veel fascinerender) boek over de geschiedenis van Auschwitz vanaf de Middeleeuwen tot heden. Bevat een katern met zwartwitte foto's.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.