Loedolf, het stokstaartje
Lieve Hoet
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2002 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD : VERHALEN : HOET |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2002 |
JEUGD : VERHALEN BLAUW (12-14 J.) : HOET |
31/12/2002
Een historische roman over Hanzestad Brugge kon in 2002 niet uitblijven. Lieve Hoet heeft de omvangrijke taak op zich genomen om het rijke en wereldvermaarde 15e eeuwse Brugge voor de jeugd in kaart te brengen.
Als Bruggeling laat ik mij met plezier door Lieve Hoets kleurrijke pen terugvoeren naar de glorietijd van de stad. Ik herken straten en huizen, wandel door de Nieuwstraat waar Jan Van Eyck zijn atelier had, blijf staan bij het statige Prinsenhof waar hertog Filips vaak logeerde of bij het huis van de toenmalige burgemeester Pieter Adornes. Ik ga met zijn zoon Anselm en zijn vriend Pieter naar de badstoof en zie hoe ze zich door de meisjes van plezier laten verwennen, kijk naar het prachtige timpaan boven de Genuese loge of trek de vergelijking tussen de huidige en de middeleeuwse H. Bloedprocessie. Kortom, als ik kijk door de bril van Brugge, culturele hoofdstad 2002, krijg ik een gedetailleerde, kleurrijke evocatie en levendige aanvulling van de Brugse Hanzetentoonstelling. Maar als jeugdboek kon Lieve Hoets verhaal me niet overtuigen en dat vraagt een verklaring.
Een goed jeugdboek wordt gedragen door doorleefde, dramatische hoofdfiguren. De twee jongens die Lieve Hoet uitkoos, zijn sterke, potentiële kandidaten, maar groeien niet uit tot overtuigde dragers van een verhaal. Ze bekijkt ze van op een afstand en volgt hun doen en laten als laatmiddeleeuwse burgers vooral in functie van de ene echte hoofdfiguur: Brugge. Pieter is een weversleerling, zoon van een wever die in de Brugse Opstand tegen Hertog Filips in 1438 wordt vermoord. In de jaren die volgen, ziet Pieter zijn broertje Willem en zijn zus Margriete sterven aan de zwarte pest. Pieters wrok tegen de lafhartige notabelen en zijn verdriet leveren enkele treffende beelden op, maar geen felle confrontaties. Al gauw haalt Pieters levenslust het van zijn rouw. Tijdens een karnavalsoptocht grijpt hij de kans om samen met zijn makkers de Brugse bevolking een spiegel voor te houden. Van op hun 'Blauwe Schuit' steken zij de draak zowel met de baljuw, de verlopen monnik en de berooide landadel als met de luiaard, de potverteerder en de lichtzinnige vrouw. De lezer mag het tafereel bekijken als een scène van de Gouden Boomstoet of de Heilige Bloedprocessie, voor uitgebreid bekijken of echte duiding is er geen tijd.
Maar de voorstelling op de Blauwe Schuit confronteert Pieter wel met zijn tegenspeler, Anselm Adornes. Hij vertegenwoordigt het rijke Brugge met de mooie gewaden, de rijke tafel, de opleiding in de kapittelschool van St.-Donaas. Niet alleen zijn opvoeding, maar ook zijn ernst contrasteert met de vrolijke levenslust van Pieter, die op een vreemde manier zijn vriend wordt. Op hun eigen manier dingen zij allebei en zonder medeweten van de ander naar de gunst van hetzelfde meisje, Elisabeth, of Liza zoals Anselm haar noemt. Het oppervlakkige dubbelspel van Elisabeth zorgt voor wat spanning, vooral omdat je benieuwd bent hoe Lieve Hoet de situatie zal oplossen. Die spanning loopt jammer genoeg met een sisser op een weinig overtuigend slot uit. Het bevestigt de indruk dat het verhaal van de drie jonge mensen er eigenlijk niet toe doet en slechts een kapstok was om het verhaal van de enige hoofdfiguur aan op te hangen: Brugge. De stad glanst en schittert als een schilderij van Jan Van Eyck, en precies daarom kan ook zij het verhaal geen spankracht geven. Eenmaal de Opstand bedwongen is en de zwarte pest zijn slag heeft thuisgehaald, en dat gebeurt in de eerste 26 bladzijden, krijgt het verhaal het karakter van een kleurrijke, maar te lang uitgesponnen reportage. Dramatische historische momenten lenen zich nu eenmaal beter als achtergrond voor een stevig plot. Een steviger uitwerking van de maatschappelijke spiegel die het tafereel op de Blauwe Schuit beloofde, had voor sterkere confrontaties kunnen zorgen. Daarbij komt dat Lieve Hoet fragmentarisch werkt. Haar uitgangspunten zijn niet de hoogtepunten in het leven van de menselijke personages, maar wel de hoogtepunten in het leven van de stad, zoals karnaval, Pasen, het steekspel van de Brugse Beer...
Ik herhaal, als Bruggeling heb ik het Hanzeboek van Lieve Hoet met plezier gelezen, maar je moet het lezen als een welwillende toerist die in de kleurige historische schets geen boeiende verhaallijn zoekt.
[Jet Marchau]
Th. Herrman
Hoe Pieter, volksjongen, en Anselm, koopmans- en burgemeesterszoon, bevriend raken, valt al moeilijk te geloven. Dat ze verliefd worden op hetzelfde meisje, kan ermee door; dat dat eerst zo flink, zelfstandig ogende dametje zich zo karakter- en besluiteloos door twee pubers laat ringeloren, wil er echter weer wat minder gemakkelijk in. Het laat-middeleeuwse Brugge blijft slechts decor; tot leven komt het niet. Het verhaal bestrijkt de periode juni 1436-juni 1441 met een vooruitblik naar 1456. Al doet de schrijfster nog zo haar best, de karakters, de intrige , de couleur locale, de stijl komen geen van alle werkelijk van de grond. De spannend en romantisch bedoelde geschiedenis blijft bloedeloos, slechts bevolkt met papieren helden. Achterin wordt beknopt wat historische achtergrond geschetst en er is een verklarende woordenlijst opgenomen. Weinig passend omslag met twee modern ogende jongens. Vanaf ca. 12 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.