Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Fontein, cop. 2002 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : CARM |
Besprekingen
31/12/2002
Een huis voor getikten in een gekkenhuis
Van de Israëlische schrijfster verscheen in 1997 in het Nederlands Samir en Jonathan, een boek over de vriendschap tussen een joodse en een Palestijnse jongen. Ook in haar nieuwe boek spelen het Israëlisch-Palestijnse conflict en de vriendschap tussen jonge mensen uit de verschillende kampen een grote rol. Toch is daarvan in de eerste helft van het boek niets te merken.
Plaats van het gebeuren is "Dennenoord", een tehuis voor probleemkinderen in een Israëlische stad. De verteller, de twaalfjarige Talia, is daar terechtgekomen omdat ze vast gelooft dat haar ouders niet haar echte ouders zijn. Zij hoort niet thuis in een armzalige flat maar ergens in een groot wit landhuis, waar de pauwen door de gangen trippelen en de mensen zacht praten. Haar saaie leven verandert op slag als ze in het tehuis Becky ontmoet, een meisje dat vooral leeft in haar dromen en dat nu maar een ding wil: een vader vinden en hij moet een zigeuner zijn. Uitverkorene wordt Kami van de ijsauto, een Palestijnse jongeman die in Israël werkt en die 's nachts niet ver van het tehuis in zijn wagen slaapt. Becky ontsnapt herhaaldelijk uit het tehuis, soms met Talia, om bij een vuurtje bij de ijsauto gegrilde worstjes te eten, zuurzoete thee te drinken, te praten en te dromen. Dan verliest Kami zijn werk omdat hij zijn zieke vader in Gaza is gaan bezoeken. Hij krijgt ook geen pasje meer. Nog één keer komt hij de meisjes opzoeken. Kort daarna lezen ze in de krant dat hij een terroristische aanslag heeft gepleegd en daarbij zelf omgekomen is. Becky, die blijft herhalen dat Kami haar vader was, wordt naar een strengere instelling gebracht. Drie jaar later ontmoet Talia, die er intussen in berust dat haar echte ouders haar niet komen ophalen, haar vriendin opnieuw. Die wordt binnenkort vrijgelaten uit de instelling voor delinquente meisjes en in een kibboets opgenomen. Nog steeds droomt ze ervan met Talia een "dierenopvangcentrum te beginnen, en we zijn ook van plan om er vandaag of morgen op uit te trekken en af te rekenen met alle ellendelingen. En we moeten nog een kijkje nemen in alle fantastische oorden op de wereld..."
De schrijfster roept een treffend beeld op van de hallucinante sfeer in het tehuis, waar meisjes uit gebroken gezinnen komen en verlangen naar nieuwe ouders, en daarnaast ook nog hun eigen psychische problemen hebben: de eeuwig giechelende tweeling; het meisje dat denkt dat ze barstensvol gif zit; de 'worm' Elisjeva, die zich te pletter vreet en altijd hot news heeft uit de dossiers van de meisjes; Sigaliet Marzel, die zit te wachten op de fotograaf die haar zal ontdekken. Op de verdieping boven de meisjes zitten, achter een getraliede deur, de "specialen", de ergere gevallen: "introvert, agressief, obstinaat, contactgestoord". Vooral de nieuwe Russische immigrant Iggy Mirkin, de Mallejustus in het gezelschap (omdat er in zijn dossier "maladjusted" staat) boeit de meisjes. In die verwarrende wereld bloeien de verhalen van Becky over de zigeuners. Ze sleept Talia mee in haar fantasie en in de nachtelijke uitstapjes. Het is niet verwonderlijk dat de meisjes, die zo sterk met zichzelf bezig zijn, geen oog hebben voor de politieke realiteit. Als Talia midden in het boek plots beseft dat Kami een Arabier is, schrikt ze zich een ongeluk: met zulke mensen mag je toch geen contact hebben, je mag nog niet over ze praten! Die schrik duurt maar even: kinderen denken niet uit zichzelf in politieke tegenstellingen. Zelfs als Kami zijn aanslag gepleegd heeft, kan Becky dat nog relativeren: "Hij heeft mensen vermoord. Dat klopt. Dat staat in de krant. Maar er staat niks over de andere dingen die hij deed. Over dat hij ijs kon maken van cactusvijgen, waarvan je bevroren pitten op je tong voelde. En dat hij zuurzoete thee maakt met een berg suiker en een boel citroen. En dat hij dat werk zo hard nodig had en dat ze hem ontslagen hadden. En hoe hij zorgde voor zijn jongere broers en zijn kleine zusje. Hoe hij luisterde naar de droevige verhalen van zijn opa. En dat hij op blote voeten liep om met zijn tenen ieder steentje en ieder sprietje te kunnen voelen, om aldoor het verloren stuk land te kunnen zoeken..." Kami was geen afgetraind, grondig opgeleid, fundamentalistisch terrorist. Hij was gewoon een jongen die alles verloor: zijn wortels, zijn dorp, zijn familie, zijn baan, zijn bewegingsvrijheid... Zonder veel uitleg laat de schrijfster de lezer hier, door de ogen van de kinderen, zien dat politiek mensen ten gronde kan richten. Als kind zat Kami wekenlang in de gevangenis te wachten tot zijn ouders de hoge boete konden betalen omdat hij een vlieger met de verkeerde kleuren opgelaten had. Het is duidelijk dat in zo'n wereld niet alleen probleemkinderen in een gekkenhuis zitten.
De schrijfster roept een indringend beeld op van het leven in een tehuis voor "getikte kinderen". Ze laat zien hoe precies op zo'n plaats de verbeelding een hoge vlucht neemt. Zonder uitvoerige toelichting toont ze de lezer hoe ongrijpbaar en vol verrassingen het leven is in een kosmopolitische samenleving. Talia's verhaal is aanschouwelijk, gevarieerd, meeslepend. Daar is ook de vertaling verantwoordelijk voor: nergens wordt de sfeer door de taal vernederlandst; ze behoudt de wat geheimzinnige, exotische tint die hoort bij een verhaal over "getikte" jonge mensen in een tehuis voor kinderen die problemen in het bloed hebben -- dixit Sjosj, de strenge directrice van het tehuis -- in een land dat al even verward en verwarrend is als zij.
[Herman De Graef]
H. Koch
'Dennenoord' is een tehuis voor probleemkinderen, gesitueerd in Israël. Als de 12-jarige Talia op dit internaat arriveert, sluit ze al gauw vriendschap met Becky. Becky is een brutale ondernemende, maar eenzame, geborgenheid zoekende tiener. Talia vertelt het verhaal en verweeft haar eigen verlangen met de dromen van Becky, die ervan overtuigd is, dat haar echte vader een zigeuner is. Ze gelooft er heilig in en vindt dan ook haar 'vader' in Kami een ijscoman. Later blijkt hij een Palestijnse terrorist te zijn. Droom en werkelijkheid zijn dicht verweven. Een grenzeloze fantasie en inlevingsvermogen houden de twee meisjes op de been. Als Kami uit hun leven verdwijnt en Becky wordt overgeplaatst, verliezen ze elkaar uit het oog. In de epiloog vernemen we wat er van hun groepje geworden is. De troosteloze sfeer van het tehuis wordt gecompenseerd door humor en fantasie. Hoewel het verhaal boeit, moet de lezer wel mee kunnen komen met z'n voorstellingsvermogen. Mooi uitgegeven boek. Vanaf 12 jaar.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.