Lola redt de dieren
Isabel Abedi
Isabel Abedi (Auteur), Dagmar Henze (Illustrator)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Van Buuren, cop. 2002 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : KLEUTER : DAGELIJKS LEVEN
Slapen |
31/12/2002
Schapen spelen nauwelijks een rol in de klassieke dieren- en toversprookjes. Maar in andere, minder bekende vertelgenres worden er heel wat schaapjes geteld. Zo in het verteltype AaTh 1137: The Ogre Blinded / Polyphemus, dat tot de zogenaamde domme duivelsprookjes behoort. Daar beweert de held (Odysseus) dat hij een medicijn voor de oogkwaal van een eenogige reus (Polyphemus) kookt. Hij verblindt echter de reus door de gloeiende vloeistof (gloeiende paal) in het oog te gieten (te steken). Slechts door een list weet de held daarop het hol van de blinde reus te verlaten. Deze telt en betast namelijk elke dag nauwgezet zijn kudde schapen wanneer ze zijn hol verlaten. De held ontsnapt onder de buik van een schaap hangend of in een schaapsvel gehuld uit het hol van de reus. In de zogenaamde kwel- of plaagverhalen (AaTh 2200-2500) duiken massa's schaapjes op. Het Vlaamse 'Vertelsel zonder einde' (AaTh 2250) vertelt over een schaapherder die op zoek is naar een grote wei om zijn reusachtige kudde schapen (wel honderdduizend) te eten te geven. Om een grote wei te bereiken moet hij over een smalle brug, waar slechts één schaap tegelijk overheen kan. En het verhaal eindigt als volgt: "Daar het nog geruime tijd zal duren, voor de herder met al zijn schapen over de brug zal zijn, moet je maar even geduld hebben. Als de schapen er allemaal over zijn, zal ik verder vertellen." In een meer scabreus getinte variante moet de herder ervoor zeggen, dat zijn schapen de brug niet bevuilen, want dan hoeft hij geen tolgeld te betalen. De herder lost het probleem als volgt op: het tweede schaap moet zijn kop in het achterste van het eerste duwen, het derde in dat van het tweede enz. Wanneer de brugwachter vraagt hoe het dan met het laatste schaap moet, antwoordt de verteller: "Steek daar jij je neus of daar steek ik mijn neus in."
En dan is er de -- naar kinderen toe, die maar niet in slaap kunnen geraken -- zeer gebruikelijke uitdrukking, dat ze maar schaapjes moeten tellen. Het prentenboek Het negenennegentigste schaap maakt van die uitdrukking een speels concreet gegeven. Want Emma, die de slaap niet kan vatten, stelt zich heel levendig een rij schapen voor, die achter elkaar over een hek springen. De eerste vijfentwintig schapen springen met het grootste gemak over de hindernis, maar naarmate de slaap haar overmant, krijgen de schapen ook springproblemen: ze zijn een beetje strammer of ouder of zelfs gewoon bang om te springen. Sommige schapen halen echte acrobatentoeren uit, zodat Emma bang haar adem inhoudt, en een paar ongeduldige schapen beginnen zowaar een robbertje te vechten. Dan ontdekt ze het negenennegentigste schaap, dat zijn mama (schaap nr. 3) verloren is geraakt omdat ze in het begin zo vlug en ongeduldig telde. Er bestaat maar één middel om het diertje weer bij zijn moeder te krijgen: Emma moet nu van achteren naar voren tellen. Iedereen weet dat dit voor kinderen die nog maar net leerden tellen een hele klus is. Zo verricht Emma een ware heldendaad wanneer ze het rijtje bijna volledig van achter naar voren opgezegd heeft. Maar de gelukzalige blik van het lammetje dat zijn moeder uiteindelijk teruggevonden heeft doet het meisje in een welverdiende diepe slaap wegzinken. Heerlijk geïllustreerd door Dagmar Henze.
[Harlinda Lox]
Patty Pellis-van Hees
Omdat Emma niet in slaap kan komen, krijgt ze van moeder het advies om schaapjes te tellen. Als ze dat uitprobeert, gaan de schapen een eigen leven leiden: sommige vliegen elkaar in de haren en schaapje negenennegentig is zijn moeder kwijt. Emma ontfermt zich over hem, haalt een splinter uit zijn poot en geeft hem te drinken. Om zijn moeder te vinden, moet Emme terugtellen en dat is heel moeilijk. In grove penseelstreken geschilderd, aandoenlijk prentenboek in heldere kleuren; de streken doen het wollige van schaapjes, bed en wolken goed uitkomen. Elke paginagrote of dubbele prent wordt vergezeld van een redelijke hoeveelheid tekst die tamelijk moeilijke woorden bevat. Het kind kan de voorgelezen tekst herkennen in de platen. Niet alleen de prenten zijn vertederend, ook het verhaal op zich; een klein eenzaam schaapje moet geholpen worden en wat geeft een kind nu grotere voldoening dan iets moeilijks doen dat lukt. De herkenbaarheid van de bedrituelen maakt dit samen met de hierboven genoemde punten een prentenboek voor kleuters.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.