Schilderingen van Hollis Woods
Patricia Reilly Giff
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Facet, 2002 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : GIFF |
31/12/2002
Kijk eens in de kamer om je heen... naar de noodzakelijke dingen, de nuttige voorwerpen, de overbodige versiersels. Trek de koelkastdeur open en denk aan wat je vandaag al gegeten en gedronken hebt en wat je nog op je bord of in je glas krijgt. Begin dan dit boek te lezen over Ierse dorpelingen in 1845 in een stenen hut met strooien dak, met één kamer voor opa, drie meisjes, een jongetje, drie kippen en een varken... Een haard met een berg as, een aangestampte aarden vloer, met een paar kuiltjes om mosselen of afschuwelijk smakende zeeslakken te bewaren, een bed van stro voor de vier kinderen, een krukje met drie poten. Ze leven vooral van aardappelen, met zeewier op smaak gebracht, soms een gestroopte vis, wat gedroogd paars wier of soep van wier, een ei van een zeevogel. Dan worden de aardappelen rot in de grond. Het begin van An Gorta Mor, de Grote Hongersnood (1845-1852), die de dood betekende voor een miljoen (van de acht miljoen) Ieren en voor nog een miljoen meer de reden was voor emigratie, vooral naar Amerika. Meer dan honderdduizend stierven er op de drijvende doodkisten, de coffin ships.
In Het lied van Nory Ryan vertelt een twaalfjarig meisje haar verhaal van armoede en honger. Mama is gestorven, papa probeert op zee het pachtgeld te verdienen en opa past op het gezin. In het dorp gaat het verhaal over Brooklyn, waar het goud maar op straat op te rapen valt. De oudste zus emigreert. Dan komt de aardappelziekte en de steeds toenemende honger. Er is geen geld voor voedsel of voor de pacht. Dan neemt de rentmeester ze af wat ze hebben: een hond, een koe, een bootje, een kip; uiteindelijk worden ze uit hun hut gezet. Die wordt afgebroken en hun pachtland is voortaan weide, want met schapen heeft de Engelse landheer minder last. Er is overal honger. Mensen zwerven rond en halen al wat eetbaar is weg, ook op het strand. Papa komt maar niet terug. Opa en Nory's oudere zus gaan hem zoeken in de havenstad en zij blijft achter met haar broertje, al is ze doodsbang. Met de hulp van oude Anna, de kruidenvrouw van het dorp, die in haar iets van haar gestorven zoon herkent, overleven ze op niet veel meer dan warm water met bladeren of kruiden. Anna leert haar Nory over de kracht van kruiden en planten. Intussen gaat het land stilaan dood: de mensen eten gras, beroven elkaar, zijn niets meer dan bewegende geraamtes, sterven... Geholpen door haar vriend Sean haalt Nory eieren uit de nesten van zeevogels tegen de rotsen. Levensgevaarlijk maar tegelijk levensbehoudend. Dan kan het broertje met Sean mee naar Amerika en uiteindelijk krijgt ook Nory van haar vader een reisbiljet. Ze wil bij Anna blijven maar die wil dat ze vertrekt om in het nieuwe land haar kruidenkennis te gebruiken. Nory slaagt er nog wel in voor Anna's toekomst te zorgen door van de rentmeester eten en hulp voor haar te eisen in ruil voor een medicijn.
Luidens het voorwoord heeft de Amerikaanse schrijfster het verhaal gebouwd uit de herinneringen van haar voorouders. Zij wil dat iedereen weet wat er anderhalve eeuw geleden in Ierland gebeurd is. Haar hoofdpersonage Nory is een gevoelig meisje, met een sterk verantwoordelijkheidsgevoel, een subtiel empathisch vermogen en een grote verbondenheid met haar familie. Ze is moedig, al is ze in het donker bang voor de geesten, de sidhe. Ze helpt wie in nood is, en als ze niets heeft om weg te schenken, probeert ze mensen op te beuren met haar liedjes. Zij wordt de spil waar het gezin om draait. Ze ontfermt zich zelfs over de hond "die ze nooit een naam hadden gegeven". Heel het boek door wacht ze op haar vader, die het gezin weer geluk zal brengen. Intussen is zij voor anderen een houvast: de oude Anna houdt van haar omdat ze "zo vol liefde was, en ze lachte altijd. Ze was ook dapper, net als Tadhg (haar zoon). En ze liep ook altijd te zingen. Ze durfde over muren heen te klimmen. Ze liet het hek altijd openstaan. En ze danste. Ze danste op het kerkhof en op de rotsen bij de kust. (...) Daarom heb ik altijd van haar gehouden." En "Ik weet niet waarom het leven zo zwaar is. Maar ik weet één ding, Nory Ryan: waar jij bent, heerst geluk." Geletterd is ze niet maar zij alleen kan al Anna's kruidenwijsheid onthouden. Die wijsheid toont ze ook als ze de eieren uit de zeevogelnesten haalt: om de vogels niet in verwarring te brengen én om voor de toekomst te zorgen, zoals de boer ook pootaardappelen opzij legt, laat ze in elk nest één ei liggen. Door dik en dun zorgt zij voor het vuur van de Ryanfamilie, dat al honderd jaar brandt, tot ze het dooft voor ze naar Amerika vertrekt.
Hoe moedig en sterk Nory ook is, toch blijft de honger de baas. Die is op elke bladzijde aanwezig. Het is niet de eerste keer dat Ierland onder de hongersnood lijdt: Nory weet dat ook haar vaders broertje gestorven is, toen mensen van honger in hun huizen crepeerden. Ze kent ook de oorzaak van de ellende. Haar opa, die nog gevochten heeft in de mislukte vrijheidsstrijd van de Ieren tegen de wrede Engelsen laat haar zien dat die het land nu als een kolonie beschouwen en de mensen als minder belangrijk dan vee. Voor de landeigenaar is het duidelijk: "Het heeft geen zin meer om nu nog werk te gaan zoeken. Binnenkort worden jullie je huis uitgezet en moeten jullie weg uit Maidin Bay. Jullie huis gaat tegen de vlakte en jullie land wordt een weiland waar schapen kunnen grazen." Alles is van hem, het water en de vis erin, de bladeren van de bomen, het vee... Als een pachter zijn hut wat uitbreidt, dan moet hij meer pacht betalen; als hij het bijgebouwtje dan weer afbreekt, omdat hij de pacht niet kan betalen, dan moet hij schadevergoeding betalen. De in beslag genomen currachs, de boten waarmee de jongens nog wat vis konden vangen, liggen aan de ketting kapot te gaan en de mensen hebben geen eten meer. "Er zou meer dan genoeg geweest zijn, ook zonder de aardappelen, als de Engelsen onze beesten en ons graan niet hadden meegenomen." De steeds weer terugkerende centrale zin in dit boek is: "We hadden allemaal vreselijke honger." Men kan zich afvragen of taal sterk genoeg is om zo'n verschrikkelijke waarheid uit te drukken. De mededeling dat de ogen van de baby's groot zijn van de honger lijkt me minder krachtig dan de televisiebeelden van zo'n baby, tenminste voor wie wil en kan kijken. De auteur laat Nory de hongerperiode in haar leven op een sobere manier beschrijven, zonder opstandigheid of haat of politieke overwegingen. Wie honger heeft, probeert eerst te overleven. Toch is haar verhaal zo aangrijpend dat de lezer de krop in de keel krijgt en in zich de verontwaardiging voelt groeien over het meedogenloze gedrag van rentmeester en landheer. Hij begrijpt daarbij ook waarom er bij de Ieren nog zoveel haat is tegen de Engelsen.
De gewone ikverhaalconstructie voor dit verhaal met chronologisch verloop en zonder optiekwisselingen of variatie in de tekstsoorten e.d. verrast de lezer niet, honger lijden is niet avontuurlijk en van zeewier eten gaat niemand in magische sferen vertoeven, maar dit verhaal grijpt de lezer naar de keel. De rechtstreekse eenvoudige verteltrant brengt deze weergave van The Great Famine heel dicht bij de jonge lezer.
In het "nawoord van de vertaler" krijgt de lezer nog wat historische informatie over de Grote Hongersnood, waarbij verwezen wordt naar gelijkaardige toestanden in Nederland en België. De vertaler vermeldt ook de factoren die de hongersnood veroorzaakten: monoculturen, de Industriële Revolutie die al de kleine thuisarbeid onrendabel maakte, de meedogenloosheid van de landeigenaars en van de "beambten" die in hun naam optraden, het "laissez-faire"-beleid van de regering dat ingrijpen in de vrijemarkteconomie niet toeliet, de overheidshulp die te laat en te weinig omvangrijk was, de druppel op de hete plaat van de soepkeukens van particuliere en kerkelijke organisaties, de stem van sommige religieuze leiders die over de straf van God spraken, de stroeve en inefficiënte administratieve regels... Daarbij legt de vertaler ook het verband met wat vandaag gebeurt in bv. een aantal Afrikaanse landen. De namen van de betrokkenen zijn veranderd, de gebeurtenissen voltrekken zich verder van ons bed, maar de mechanismen zijn nog altijd dezelfde en dankzij de honger van velen leven vele anderen in overvloed. Terwijl ik dit intik (op 19 juli 02), hoor ik op de televisie dat er in zuidelijk Afrika zeven tot elf miljoen mensen met de hongersnood bedreigd worden en dat de internationale gemeenschap daarvoor slechts weinig belangstelling toont. 's Anderendaags lees ik in de krant dat bijna dertien miljoen mensen in zes landen in zuidelijk Afrika, van wie meer dan de helft kinderen, te kampen hebben met de ernstigste voedseltekorten sinds 1992, toen er grote droogte heerste.
In 1845 werd ook Vlaanderen getroffen door de aardappelziekte en door werkloosheid ten gevolge van de invoering van de stoomweverijen. Ook hier zwierf de uitgehongerde bevolking bedelend rond. Ook bij ons werden elke dag in de hutten of op het veld uitgemergelde doden gevonden. De Waalse volksvertegenwoordiger Sigart vroeg zich in de Kamer af of het Vlaamse ras tot een lagere soort behoorde dan de Amerikaanse of Afrikaanse rassen.
Blijkbaar zijn altijd al en op telkens weer andere plaatsen in de wereld miljoenen mensen van honger gestorven, vaak door de schuld van anderen die dan nog, blind voor hun eigen verantwoordelijkheid, weigerden de hongerlijders te helpen of ze in hun ellende te respecteren. Als daar ooit verandering in komt, dan zullen boeken als Het lied van Nory Ryan in dat proces zeker een rol gespeeld hebben. Hoop ik.
[Herman De Graef]
M.J. Taselaar-Callenbach
Dit verhaal speelt zich af in de 19e eeuw tijdens de Ierse vrijheidsoorlog tegen Engeland. De 12-jarige Nory is de spil waar het gezin Ryan om draait. Haar moeder is overleden bij de geboorte van haar broertje en haar vader is ver weg op zee. Het land is in handen van een Engelse landheer. Als de pacht niet op tijd wordt betaald, worden de bewoners uit hun huisjes gezet. Na het huwelijk en vertrek naar de V.S. van het oudste zusje, zorgt Nory zo goed mogelijk voor opa, zusje en broertje. Door de aardappelziekte ontstaat grote hongersnood, terwijl de rentmeester ook nog hun varken en kippen afpakt. Vriendschap sluit ze met de oude Anna, die haar het gebruik van geneeskrachtige kruiden leert. Nory lijkt op haar verongelukte zoon en ze kan net zo mooi zingen. Uiteindelijk gaan alle gezinsleden naar de V.S. Deze sfeervolle en poëtische roman in de ik-vorm is gebaseerd op de ervaringen van de voorouders van de schrijfster. De hoofdpersoon is hulpvaardig, dapper en positief en door te zingen weet ze te overleven. Voorin staat een verklaring van Ierse woorden. Nawoord van de vertaler met historische informatie. Stevig gebonden boek.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.