Geschiedenis en utopie
E.M. Cioran
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Historische Uitgeverij, 2001 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 157.2 CIOR |
31/12/2002
Cioran (1911-1995) werd als zoon van een Russisch-orthodoxe pope in Transsylvanië geboren. Na een geloofscrisis, een filosofiestudie en enkele onverkwikkelijke sympathiebetuigingen tegenover de extreem-nationalistische 'IJzeren Garde' (waarvoor hij zich later verontschuldigde), verlaat hij zijn vaderland om zich in 1937 in Parijs te vestigen. Daar doet hij zo ongeveer alles wat de burgerman verafschuwt: straatslijpen, hoerenlopen, nachtbraken en -- af en toe -- ketterse boeken schrijven. Zich inpassen in de samenleving wil hij niet; Cioran schrijft zijn hele leven vanuit de marge -- zijn geestelijke biotoop, als ontheemde én als denker: "Iemand die organisch deel uitmaakt van een beschaving kan de kwaal niet identificeren die haar ondermijnt. Zijn diagnose is niets waard, het oordeel dat hij over haar velt sluit hemzelf in; hij spaart de beschaving uit egoïsme." Zo begint het essay 'Over een uitgebluste beschaving', waarin Cioran zijn Spengleriaans idee van de onvermijdelijke ondergang van de westerse beschaving uittekent.
Volgens Cioran is de mensheid ongeneeslijk ziek. Net als de hoofdfiguur uit Dostojevski's Aantekeningen uit het ondergrondse stelt hij vast dat de mens lijdt aan een teveel aan bewustzijn. Als de mens beseft dat hij leeft, als hij zichzelf ziet leven en dat leven door de subtiliteiten van de rede compliceert, takelt een beschaving af. Ze gaat als het ware aan zichzelf ten gronde. Doordat we onze instincten hebben laten verkommeren en daardoor onze vitaliteit verpatst, zijn we veroordeeld tot een overspannen en uiteindelijk zelfdestructieve luciditeit. Deze analyse van de vermoeid geworden mensen die we zijn, mag veel waarheid bevatten, ze leidt ook tot uitspraken die -- zeker in het licht van Ciorans dubieuze verleden -- op zijn zachtst gezegd ongelukkig zijn. Als hij het heeft hij het over de "tragische wanorde" die de Duitsers in de 20e eeuw hebben aangericht, schrijft hij er bv. niet zonder bewondering bij dat ze als enigen in het Westen tenminste nog "een restje [sic!] energie en barbarij" bewaard hadden. Scherpzinnige analyse en gevaarlijk irrationalisme lopen in dit werk wel vaker door elkaar.
Bestaan als verleiding is een complex en heterodox duizelboek, dat door zijn eigenzinnige mengeling van mystiek en vitalisme, extase en ironie, exaltatie en desillusie, verwart en desoriënteert. Vele gezichten dus, maar dat is bij Cioran geen blijk van onvermogen. Integendeel: de vurige belijdenis van alle tegenstrijdigheden die hij in zichzelf ervaart, geeft zijn denken net levenskracht. Wie deze paradoxen door middel van de rede denkt te kunnen oplossen of verklaren, wordt volgens Cioran verblind door de benauwende logica van zijn eigen verstand. Vandaar ook zijn afkeer van systeemdenkers, die in hun wil tot ordening samenhangen suggereren die er niet zijn en extatische ervaringen proberen te reduceren tot heldere en afgebakende ideeën. De "poëtische waanzin" van een mysticus als Angelus Silesius bv.: "Ze willen weten wat hun auteur dacht van de eeuwigheid en van de dood, systeemfanaten die ze zijn. Wat hij ervan dacht? Van alles en nog wat!" Net zoals de mystici wil Cioran niet toegeven aan de eisen van de rede, maar aan die van zijn innerlijke ervaringen. Dat ruikt naar new age en andere platte spiritualiteit, maar onder de handen van deze man wordt het een kwestie van leven en dood: "Op welk niveau ons leven zich ook afspeelt, het zal ons pas echt toebehoren in zoverre we ons inspannen er de uiterlijke vormen van te breken. Verveling, vertwijfeling, zelfs aboulie helpen ons daarbij, op voorwaarde evenwel dat we deze ervaringen volledig ondergaan, dat we ze doorleven tot het moment waarop we, balancerend op het randje van de dood, terugveren en ze omvormen tot hulptroepen van onze vitaliteit." Dit 'gevaarlijke denken' is dus niet alleen maar destructief; evengoed kan het gezien worden als een antidotum voor een voos vooruitgangsdenken dat er au fond slechts toe dient angsten en twijfels te verdringen en verdoezelen. In een tijd waarin pragmatische en egaliserende opvattingen hoogtij vieren, zijn Ciorans hooghartige afrekeningen met het geloof en de verwachtingen van de Durchschnittsmensch een verademing: "Mensen wanhopen liever geknield dan staande. Laf en moe als ze zijn, snakken ze naar heil. Ze zijn niet in staat zich te verheffen tot het niveau waarop ze afstand doen van hun behoefte aan troost en daaruit hun trots te putten." Heil is er slechts in de verhevenheid van de afzondering en de wijsheid van de lediggang: "Eenzaamheid is niet zozeer een gave als een opgave; de mens die zich daartoe weet te verheffen, die de eenzaamheid op zich neemt, wijst de vulgariteit af die het welslagen van elke onderneming, religieus of anderszins, garandeert."
Bestaan als verleiding is behalve een tegendraads, onvatbaar en soms verbijsterend boek ook een stilistisch meesterwerk. Je wordt als homo sapiens genadeloos onderuitgehaald, maar het gebeurt wel met stijl. Het is een prestatie van formaat dat vertaler Maarten van Buuren Ciorans prikkelende en wellustige taal in het Nederlands heeft kunnen behouden. En evenzeer een pluim voor de Historische Uitgeverij, die de moed had om dit ongemakkelijke en politiek incorrecte werk van de vergetelheid te redden. [Koen Van Baelen]
Desanka Kempers
'Bestaan als verleiding', mooi verzorgd uitgegeven door de Historische Uitgeverij, is de vierde in het Nederlands vertaalde bundel van Cioran (1911-1995). Het tegendraadse denken van de Roemeens-Franse culuurpessimist en anti-filosoof wordt vooral gekenmerkt door zijn persoonlijke stijl. In puntig gestileerde zinnen ontmaskert hij de taal als een armoedige en tot mislukken gedoemde poging om de werkelijke ervaring uit te drukken. Ook onze talloze illusies en vanzelfsprekendheden worden doeltreffend verbrijzeld door de man die het bestaan ziet als 'een gewoonte die ik ooit nog eens onder de knie hoop te krijgen'. Cioran levert geen sluitend betoog of ronkende waarheden; ook niet in deze bundel die, in tegenstelling tot de korte aforismen uit bijvoorbeeld 'Bittere Syllogismen' (1993*), iets langere stukken bevat. Opmerkelijk aan deze uitgave is tenslotte de voortreffelijke inleiding van vertaler Maarten van Buuren die de spanning in Ciorans stijl en denken ook voor de niet ingewijde lezer zichtbaar maakt. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.